Eigen begroting vanaf dienstjaar 2022
Ten opzichte van de centrale begroting van ongeveer 26 miljard, beslaat de begroting van de rechtspraak met SRD 90 miljoen, nog geen halve procent. “Ik herhaal hetgeen ik in mijn openingsrede van het vorig jaar heb aangegeven: rechtspraakverbetering impliceert ongetwijfeld rechtstaatontwikkeling. Hieraan is behalve de goede wil van bestuurders, wetgevers, overheidsadministratie en rechtsprekers, ook een prijskaartje gekoppeld. Hoe meer we om wat voor reden dan ook talmen met besluitvorming, efficiëntere werkprocessen en beschikbaarheid van menskracht en middelen, hoe langer het traject zal duren. Met een gezonde werkomgeving met stevige structuren en continue overleg, goede werkethos en voldoende motiverende incentives, zullen we betere resultaten bereiken in het nieuwe zittingsjaar. De faciliterende rol en constructieve houding van de executieve wordt daarbij bijzonderlijk gewaardeerd door de rechtspraak”, aldus de president van het Hof van Justitie, Iwan Rasoelbaks, afgelopen vrijdag tijdens zijn toespraak bij de opening van het zittingsjaar van de rechterlijke macht.
De kosten ter uitvoering van het dienstjaar 2022 zijn geraamd op:
Lonen, salarissen en sociale premies:……………………………….. SRD 49.000.000
Gebruik van goederen en diensten:…………………………………… SRD 14.514.000
Inventaris en transport:……………………………………………….… SRD 8.700.000
Programma’s:……………………………………………………………. SRD 17.862.000
================================================================
Totaal: SRD 90.076.000
Mijlpaal eigen begroting vanaf dienstjaar 2022
“Als mijlpaal in de geschiedenis van de rechterlijke macht past het om te vermelden dat de regering in het kader van de financiële verzelfstandiging, er goedkeuring aan heeft gegeven dat de rechterlijke macht afzonderlijk een begrotingsbijdrage mocht indienen voor het dienstjaar 2022, waarvan de uitvoering in het dienstjaar 2022 ook zelfstandig ter hand zal worden genomen. Proficiat regering en rechtsstaat Suriname! De institutionele onafhankelijkheid van de rechterlijke macht heeft hiermee een gigantische stap voorwaarts gemaakt”, aldus de president van het hof.
Volledige verzelfstandiging per 2023
Vanuit de regering is er in het kader van het herstelplan ruimte ingebouwd en is constructieve medewerking toegezegd voor de uitbouw en versterking van voormelde bedrijfsvoeringsonderdelen van de rechterlijke macht op weg naar de volledige verzelfstandiging bij wet per ultimo 2023. Het gaat hier om een nieuwe wet op de inrichting, samenstelling en bevoegdheden van de Surinaamse rechterlijke macht; de oude wet dateert van 1936. Daarnaast zal als gevolg van het bepaalde in artikel 141 van de Grondwet, in het dienstjaar 2022 – nu eens eindelijk, volgens Rasoelbaks 47 jaar na de onafhankelijkheid – de organieke wet geldelijke voorzieningen van de rechterlijke macht ter behandeling worden aangeboden aan De Nationale Assemblee. “In één adem maak ik er melding van dat het hof er al studie en werk van maakt om te voldoen aan het bepaalde in artikel 9 van de Anti-corruptiewet, behelzende het neerleggen van een verklaring omtrent inkomen en vermogen van iedere rechter afzonderlijk bij de notaris en de nog in te stellen anti-corruptiecommissie. Onder deskundige supervisie zal dit traject in de eerste helft van 2022 worden uitgezet en zal in het kader van een workshop, rechtsvergelijking plaatsvinden hoe in andere anti-corruptiesystemen door de rechterlijke machten hiermee wordt omgegaan”, zegt Rasoelbaks.