“We zijn bezig met het brengen van ons programma naar de board van IMF”, zegt minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning. Deze week heeft de minister een gesprek gehad met de leiding van het IMF, waarbij het IMF stelde, dat er aanvullende documenten aangeleverd moeten worden, voordat het IMF op directieniveau, het verzoek van Suriname zal behandelen. De minister verduidelijkt, dat de schuldeisers van China en India, per brief moesten laten weten of zij akkoord gaan met de parameters voor de schuldherschikking. Dat is volgens hem inmiddels gedaan, maar het IMF wil nog enkele aanvullende documenten. Die worden nu afgerond en de minister verwacht op korte termijn een besluit van het IMF.
IMF-programma
President Chandrikapersad Santokhi heeft begin deze maand gezegd, dat hij hoopt dat de Board Level Agreement met het IMF, binnenkort getekend wordt. ‘’We zitten in de laatste fase van de onderhandeling op Board Level, voordat we goedkeuring van het IMF-programma krijgen”, stelde president. Het herstelprogramma is bereids goedgekeurd door het parlement en het IMF.
Volgens de president, was het de bedoeling dat het programma uitgevoerd zou worden met ondersteuning van het IMF, de Inter-American Development Bank (IDB) en de World Bank. Echter is die financiering nog niet gekomen, omdat iedereen wacht op de Board Level Approval van het IMF. “Maar wij zijn doorgegaan met de uitvoering van het herstelplan zonder de IMF-overeenkomst en met eigen besparing. Als de financiering direct was gekomen, zou de verlichting reeds in februari komen, maar het IMF wilde dat we eerst de koers zouden loslaten, dus we moesten maatregelen treffen”, aldus de president.
USD 175 miljoen
Suriname heeft onlangs op 23 augustus een bedrag van USD 175 miljoen ontvangen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Dit bedrag vloeit voort uit de zogenaamde Special Drawing Rights (SDR) allocatie, een instrument van het IMF om de reserves van centrale banken te versterken in tijden van mondiale recessie. Het gaat niet om een lening, maar om een incidentele uitkering door het IMF aan zijn lidstaten, waaronder ook Suriname. De SDR-allocatie staat los van het op handen zijnde IMF-programma. Het besluit tot de SDR-allocatie werd op 2 augustus 2021 genomen door de Executive Board van het IMF. De totale toewijzing bedraagt wereldwijd USD 650 miljard (ongeveer SDR 456 miljard). Dit is de grootste SDR-allocatie in de geschiedenis van het IMF. Het doel is de veerkracht en stabiliteit van de wereldeconomie te bevorderen en de meest kwetsbare landen te helpen die worstelen met de gevolgen van de covid-crisis. De gelden worden toegewezen aan IMF-lidstaten in verhouding tot hun quota in het IMF. Dit is de kapitaalbijdrage van lidlanden in de algemene middelen van het IMF. Voor Suriname komt dit neer op SDR 123,5 miljoen (USD 175 miljoen). Dit bedrag is ondertussen aan de internationale reserves van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) toegevoegd.
Herstelplan
Het herstelplan werd al op 18 maart goedgekeurd, maar toen wilden het IMF, Lazard en de Oppenheimer-schuldeisers, het document eerst inzien voordat het naar De Nationale Assemblee ging. Op 18 maart werd het plan in regeringsverband behandeld, maar de regering had toen nog geen reactie gehad van het IMF. Nadat het plan goedgekeurd was door de regeringsraad, werd het wederom gestuurd naar het IMF, dat erop wilde toezien dat data en cijfers overal hetzelfde waren. “Een andere stagnerende factor was ook dat Lazard samen met het Bureau voor de Staatsschuld bezig was alle schulden te tellen. In eerste instantie leek het te gaan om 137 schulden, maar we staan op 225 schulden met allemaal een specifiek karakter qua rente, looptijd en bedongen terugbetaling. We moesten ze allemaal goed op een rij zetten, zodat ons schuldherschikkingsplan duurzaam is en er een is waarmee Suriname kan leven”, zei professor Marten Schalkwijk, coördinator van het Herstelplan.