WISSELKOERSENVRAAGSTUK EN FLESSENTREKKERIJ

Zoals wij al eerder en met een bepaalde regelmaat hebben gesteld, heeft Suriname te maken met een enorme financieel-economische crisis. Een van de grootste problemen waarmede dit land te maken heeft, is het chronische gebrek aan vreemde valuta en dan wel in het bijzonder de Noord-Amerikaanse dollar. Er heerst een enorm tekort en de officiële c.q. legale inkomsten van het Amerikaanse geld, zijn ruim onvoldoende om de economie op een gezonde manier te kunnen draaien. We willen daarbij niet praten over de inkomsten uit de informele sector, want die zijn aanzienlijk, maar zeker niet transparant en ook niet zichtbaar voor de fiscus. Sinds 2012 hebben we stelselmatig moeten meemaken, dat de SRD een depreciatie onderging van SRD 2.80,-  voor de Amerikaanse dollar in 2010 tot het punt van SRD 20,- waar we nu op zijn beland. Dit heeft gemaakt dat alles in dit land veel duurder is geworden en de koopkracht van een ieder een vreselijke verzwakking heeft ondergaan. Het is dan ook geen wonder, dat er sprake is van een enorme verarming van de doorsneeburger. In de meeste sectoren van de economie is de verdiencapaciteit bij tal van ondernemingen nauwelijks of helemaal niet toegenomen, waardoor er van flinke inflatiecorrecties op het loon van de werkers maar nauwelijks sprake is. Een groot probleem voor velen, is dat bijvoorbeeld de huurpenningen van huizen en andere objecten, in dollars of euro’s zijn afgesproken, vaak ook nog contractueel vastgelegd. De dollars of euro’s moeten maandelijks worden afgedragen, anders wordt de huur opgezegd en ben je als huurder, je dak boven het hoofd kwijt. Sommige verhuurders die een dollarovereenkomst hebben met de huurder, zijn bij gebrek aan dollars, wel bereid euro’s te accepteren, maar eisen dan wel een verrekening van 1 op 1. En dat betekent een grove vorm van afpersing, omdat de euro internationaal een hogere inwisselwaarde heeft, waardoor de verhuurder dan ook minder euro’s in handen, dient te krijgen. Maar de eis van 1 op 1 blijft staan, anders mag de huurder inpakken. En er is niemand in dit land die ingrijpt bij deze vorm van flessentrekkerij.  Een ander probleem dat niet over het hoofd mag worden gezien, betreft de overmakingen van dollars en euro’s aan studenten in het buitenland door de ouders die hier ‘krom’ liggen om aan de vreemde valuta te komen, met als doel hun kroost een goede en of betere opleiding te kunnen geven. Door de unificatie van de wisselkoersen van de SRD ten opzichte van de dollar en de euro, zijn de meeste ouders en of verzorgers in de grootste problemen gekomen. De kinderen in het buitenland moeten hierdoor niet zelden afhaken en gaan werken, omdat het geld uit Suriname niet meer of op tijd komt. Ook hier een opleiding volgen die niet door de overheid worden verzorgd, geraakt steeds meer buiten het bereik van studenten die normaliter prachtige studieresultaten zouden kunnen neerzetten. Deze opleidingen zijn ook op basis van de euro’s of de dollar vastgelegd en daar valt geen speld tussen te krijgen. Vaak genoeg worden deze opleidingen door ingehuurde en kundige krachten verzorgd en die gaan echt niet voor een SRD vergoeding werken. Steeds meer worden tarieven op een moordende en onterechte wijze in dollar en euro’s doorberekend, omdat het vertrouwen in de dekking van de SRD, grotendeels is weggeëbd. Het is al jaren zo, dat onroerend en roerend goed op basis van een strak berekende dollar of eurokoers, worden verhandeld. De overheid is daar ook zeker geen uitzondering op, breek ons de bek a.u.b. daar maar niet over open. Genoeg bewijsmateriaal is voorhanden en dan maar schermen met strafmaatregelen, als handelaren hun goed in harde valuta aangeven. Er geschiedt heel veel onrecht in dit land en dan is het zeker geen wonder, dat velen totaal gefrustreerd raken, omdat ze geen toekomstperspectief zien met hun normale SRD inkomsten en toch wel vooruitgang zouden willen zien in hun bestaan. Alles maar in vreemde valuta wensen door te berekenen en daarmede het overgrote deel van de samenleving buitenspel zetten, is onacceptabel en daar dient een eind aan te worden gebracht. Wat zeker niet moet gebeuren, is dat de groep ‘have nots’ verontrustende vormen gaat aannemen en de kleine groep die het wél heeft, steeds rijker wordt, want daar komen op den duur wél grote problemen van. Het is dan ook van belang dat het leven van de kleine man een beduidende verbetering ondergaat waardoor de onvrede afneemt. De regering zal zeer veel prioriteit moeten geven aan de verbetering van de kwaliteit van het leven in dit land. Haïtiaanse en Cubaanse toestanden moeten hier te allen tijde voorkomen  worden.

More
articles