Suriname heeft nog geen COVID-19-mutaties

Suriname heeft tot nu toe niet te maken met varianten van COVID-19. Uit de monsters (samples) die naar Nederland zijn gestuurd voor onderzoek, is gebleken dat er geen varianten zijn aangetroffen. Dit deelde minister Amar Ramadhin gisteren op een persconferentie mee. De bewindsman benadrukte, dat dit niet betekent, dat er geen varianten in Suriname kunnen zijn. Volgende week worden weer samples weggestuurd om te testen, of er alsnog variant binnengekomen is. De varianten zouden veel gevaarlijker en dodelijker zijn. In Brazilië (Manaus), niet ten Zuiden van Suriname, is een ernstige variant ontdekt. Voorlopig blijft het luchtruim gesloten en er wordt er alles aan gedaan de controle zo goed mogelijk uit te voeren. De grenzen zijn niet waterdicht. Er komen volgens Ramadhin nog steeds illegalen het land binnen. Suriname moet op zijn hoede blijven, omdat de buurlanden de variant al hebben.

De resultaten van de monsters verzameld in Suriname en naar Nederland gestuurd om na te gaan, of wij in Suriname ook te maken hebben met de bekende varianten van COVID-19 zijn volgens Ramadhin binnen. “Uit de 52 samples die waren opgestuurd, is gebleken dat wij niet te maken hebben met mutaties van COVID-19. Dit betekent echter nog niet dat wij geen mutanten hebben. Het betekent alleen, dat de monsters die wij hadden weggestuurd, die niet hadden. De komende week zal er weer een partij monsters voor testen weggestuurd worden, om zo na te gaan, of er intussen wél of geen nieuwe varianten het land binnen zijn gekomen.” De minister zegt, dat in de komende periode er regelmatig zal worden getest op variaties. Ramadhin stelt, dat omdat de varianten van COVID-19 dodelijker en gevaarlijker blijken te zijn en het belangrijk is die zo vroeg mogelijk te ontdekken mochten die ook voorkomen in Suriname worden de samples weggestuurd.

Het ministerie heeft gisteren ook wat nadere informatie verstrekt over de toewijzing van de COVID-19-vaccins. Directeur Rakesh Gajadhar Sukul van Volksgezond-heid vertelde, dat er volgens planning tussen negenduizend en vijftienduizend doses vaccin binnen moeten zijn tegen eind van de komende maand. De frontliniewerkers zoals verpleegkundigen, dialysepatiënten en inwoners van bejaardentehuizen krijgen bij de eerste vaccinatieronde voorkeur. De ziekenhuizen en bejaardentehuizen zullen worden gebruikt als vaccinatielocaties.

In het tweede kwartaal worden volgens Gajadar Sukul, ruim veertigduizend vaccins verwacht. In die ronde komen dan de gewapende machten, onderwijzers en hoge regeringsfunctionarissen, aan de beurt. De resterende risicogroepen worden in het derde en vierde kwartaal gevaccineerd. In totaal beoogt de regering in 2021 negentigduizend personen te vaccineren. Aan het eind van dit jaar zijn we dus nog lang niet klaar. De regering wil ongeveer vierhonderdduizend mensen immuniseren.

Ons land krijgt zeer waarschijnlijk vandaag nog een eerste voorraad COVID-19-vaccins uit Barbados als schenking uit een hoeveelheid die het eiland zelf eerder cadeau kreeg van India. Om hoeveel doses het gaat, is ons nog niet bekend. De regering onderhandelt daarnaast met andere landen, waaronder Nederland en Cuba, over meer vaccins. “We proberen om via onderhandelingen zoveel mogelijk vaccins binnen te halen, zodat we met de kleine populatie die we hebben redelijk snel onze mensen kunnen vaccineren”, aldus Ramadhin.

De bewindsman legde eerder al uit, dat overschakelen op het Pfizer-vaccin, dat Suriname eerst zou krijgen, naar AstraZeneca, geen keus van Suriname is geweest. De onderhandelingen worden gevoerd door het samenwerkingsverband COVAX, waarvan Suriname deel uitmaakt. Ramadhin begrijpt de ruis rond het AstraZeneca-vaccin, maar niet Suriname bestelt; we mogen kiezen of we het willen of niet, dat kan ik u wel garanderen. Omdat het Pfizer-vaccin beperkt is, heeft de regering voorlopig voor AstraZeneca gekozen”, aldus Ramadhin.

More
articles