Vicepresident Ronnie Brunswijk is na zijn benoeming tot vicepresident, niet gestopt met het helpen van mensen die bij hem aankloppen voor hulp. De vicepresident heeft grote bedragen in vreemde valuta en SRD gedoneerd aan onder andere studenten, instanties en mensen in nood. Hoewel veel mensen het toejuichen dat de vicepresident sociaal bewogen is en helpt om de nood van de Surinamers te lenigen, zijn er anderen die van mening zijn dat hij zijn eigen middelen niet mag gebruiken om te helpen. Volgens hen is de vicepresident bezig met een politieke stunt.
Bestuurskundige August Boldewijn om een reactie gevraagd, zegt dat de vicepresident uit eigen zak projecten mag financieren. Echter hangt het er vanaf om welk project het gaat.
Liefdadigheidsprojecten ten behoeve van kinderen en armen mag de vicepresident volgens Boldewijn, wel met eigen middelen financieren. Hij geeft aan dat mensen meestal donaties vragen voor het eenmalig financieren van iets. Maar als het gaat om langdurige projecten die de hele gemeenschap ten goede komen, moet dat volgens de comptabiliteitswet gebeuren. “Ook al zou het gaan om een project van het binnenland. Projecten van de overheid moeten door de overheid gefinancierd worden.” Boldewijn zegt dat de middelen dan in staatskas gestort moeten worden, waardoor het project volgens het beleid van de overheid uitgevoerd wordt.
“Het geld is dan door Brunswijk in de staatskas gestort, maar is niet meer van Brunswijk.
Het project wordt dan met het gedoneerde geld dat staatsmiddel is geworden samen met de belastinggelden uitgevoerd”, zegt Boldewijn. Als voorbeeld noemt hij het bouwen van woningen ten behoeve van de gemeenschap. “Stel dat de vicepresident een kanaal zou graven met zijn geld. Van wie is het kanaal dan? Het moet van de staat zijn en niet van Brunswijk.” Volgens de comptabiliteitswet moeten particulieren gelden voor projecten voor het algemeen belang in de staatskas storten en niet rechtstreeks financieren. “Anders wek je de indruk alsof je een persoonlijk belang hebt bij de financiering.” Boldewijn benadrukt dat het hier niet per se gaat om de president, vicepresident of een minister, maar om het feit dat het niet juist is dat privépersonen projecten van de overheid financieren.
-door Priscilla Kia-