De ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, heeft onlangs een kort geding aangespannen tegen het Openbaar Ministerie (OM) en De Nationale Assemblee (DNA), om de onlangs gelaste opsporing door het OM per direct te staken. Volgens de advocaten van Hoefdraad, Murvin Dubois, Irene Lalji en Frank Truideman, is hun cliënt nimmer gehoord, wat volgens hen in strijd is met de Wet In Staat van Beschuldigingstelling en Vervolging Politieke Ambtsdragers. Advocaat Hugo Essed, zegt tegenover de media, dat het kort geding van Hoefdraad geen resultaat zal hebben.
“De uitslag van dit kort geding zal niet positief zijn voor Hoefdraad. Het Reglement van Orde is eigenlijk van interne orde. Net als bij het vraagstuk over het tot stand komen van een wet, is daarbij de juiste procedure gevolgd. Dit zijn interne zaken van het parlement en het Reglement van Orde is nog meer een interne regel die geldt binnen het parlement”, aldus Essed.
Volgens hem moet het voor velen duidelijk zijn, dat de rechter mag oordelen. “Ik moet eerlijk zeggen, de beschuldiging van vertragingstactiek is natuurlijk zo oud als de verdediging is. Zodra je iemand verdedigt, neemt dat heel veel tijd in beslag”, aldus Essed. ‘’Elke burger heeft recht op verdediging, dus het is normaal dat Hoefdraad verdedigd wordt’’, zegt hij.
Strafrechtadvocaat Gerard Spong is ook van mening, dat het kort geding van Hoefdraad weinig kans tot slagen heeft. Spong zegt, dat het parlement geoordeeld heeft dat het verzoek van de procureur-generaal, voor een onmiddellijke beslissing vatbaar was. “Dit hele ding heeft weinig kans van slagen, want zij baseren zich op twee gronden. De eerste grond is waar zij zeggen van: ‘De Nationale Assemblee had Hoefdraad in de gelegenheid moeten stellen om te worden gehoord’, dit gaat argument gaat volgens mij niet op. De hoorplicht geldt alleen maar voor het geval De Nationale Assemblee nader onderzoek noodzakelijk acht”, aldus Spong. Hij zegt, dat er ook een andere categorie is waarin onmiddellijke beslissing kan worden gegeven. Volgens Spong heeft het parlement gebruik gemaakt van het laatstgenoemde.
“Het tweede argument is, dat een soort regel zou gelden, die inhoudt dat niet twee keer zo een geval aan De Nationale Assemblee kan worden voorgelegd. De kortgedingrechter is al gauw klaar hiermee, omdat die regels bij juristen alleen gelden voor onherroepelijke vonnissen waarin er geoordeeld wordt voor een vrijspraak of een schuldigverklaring”, zegt Spong. Volgens hem is het terecht dat Hoefdraad opgespoord wordt. “Hoe hoger de functie, hoe sneller een opsporingsbevel gegeven moet worden. Het kan wel, gezien er 11 feiten ingediend zijn tegen Hoefdraad.” Spong zegt, dat het niet simpel of normaal zou zijn, om het geval van Hoefdraad gewoon te laten passeren. “Dit is geen winkeldiefstal, het zijn heel ernstige misdrijven”, aldus Spong.