De Surinaamse Bankiersvereniging (SBV) stoort zich aan uitspraken van NDP-parlementariër Patrick Kensenhuis. Kensenhuis zou in een radioprogramma hebben gezegd, dat de middelen, SRD400 miljoen, voor het noodfonds uit de kasreserves van de commerciële banken bij de Centrale Bank gehaald zullen worden. De voorzitter van SBV, Eblein Frangie, zei in het programma ABC-actueel het jammer te vinden, dat Kensenhuis heeft meegewerkt aan de aanname van de wet. Volgens Frangie, weet Kensenhuis niet eens wat de Wet Uitzonderingstoestand, inhoudt.
“Er is nooit met ons gesproken over het financieren van het noodfonds. Onderhands had ik voordat de wet was aangenomen, het over de wet gehad. Ook hebben we het intern gelezen, we zijn nimmer gehoord. Echter hebben wij een brief opgesteld, dat zo een wet geen ‘vrijbrief’ mag zijn voor de regering om ongelimiteerd, monetair te financieren. We hebben onze bezorgdheid daaromtrent geuit”, aldus Frangie.
Frangie zegt niet op de hoogte te zijn, hoe het noodfonds gefinancierd zal worden. Ook zegt hij, dat in wet staat, dat de middelen voor financiering van het noodfonds eerst op de markt gezocht moeten worden. “Als het niet lukt op de markt, zal het monetair worden gefinancierd door de Centrale bank. Echter is er nimmer met ons gesproken over de kasreserve, dus ik heb me inderdaad gestoord aan de kromme uitspraken van de parlementariër. En ik vind het daarom jammer, dat je een wet aanneemt, maar niet eens weet hoe deze werkt of gefinancierd zal worden”, stelde Frangie. Volgens hem is het daarom best zorgelijk. Ook benadrukt Frangie, dat geen enkele bank tot op dit moment benaderd is geworden, voor de financiering van het noodfonds. “We geven op de juiste plekken onze feedback, om te waarschuwen en als er niet geluisterd wordt, moet men klaar staan voor de internationale gevolgen”, aldus Frangie.