AAN HET ANDERE EIND VAN DE WERELD

Gillmore Hoefdraad, onze huidige minister van Financiën en in 2014 nog governor van onze Centrale Bank, spreekt aantijgingen of verdachtmakingen vanuit het Nederlands Openbaar Ministerie tegen en wel met betrekking tot de vanaf dat moment (2014) genomen maatregel vanwege de Centrale Bank, om voor  geldzendingen (de niet-girale verzendingen), de zogeheten  ‘banknote trading’,  in zee te gaan met de Bank of China. Hoefdraad besloot in het voormelde jaar, de samenwerking met  De Nederlandsche Bank (DNB) af te bouwen  omdat die niet volledig kon voldoen aan de behoefte van het Surinaamse bankwezen voor het omzetten van euro’s in Amerikaanse dollars. De vraag die toen onmiddellijk kon worden gesteld, is: waarom konden wij als land niet voldoen aan de eisen van De Nederlandsche Bank? Had men in Nederland bij DNB, reeds toen het vermoeden, dat bij geldtransacties vanuit Suriname, er zich zaken zouden voordoen die niet regulier waren en op zijn minst aan een onderzoek  onderworpen zouden moeten worden, al was het maar om het eigen bankwezen te kunnen beschermen? Wat reeds in 2014 overduidelijk  naar voren kwam, was dat de aanwas van euro’s  in Suriname ten opzichte van de Amerikaanse dollar, veel groter was en dat er daarom een manier moest worden gezocht om dit contante geld weer weg te krijgen en om te ruilen in dollars. De grote aanwas van euro’s naar Suriname, ook in de periode voor en na 2014, is naar de mening van velen, maar moeilijk te verklaren en die mening deelt het Openbaar Ministerie in Nederland ook nadrukkelijk. Suriname had en heeft een overschot aan cash euro’s en die zijn vermoedelijk afkomstig uit het informele circruit. Om deze Europese munteenheid alsnog te kunnen omwisselen in dollars, werd dus in 2014 door Hoefdraad naar een externe correspondentbank gezocht en die werd uiteindelijk gevonden in de Bank of China in Hong Kong. Hoefdraad geeft zelf aan, dat ook andere niet-westerse banken, de Industrial and Commercial Bank of China, ICBC, (de grootste bank ter wereld) en de Hong Kong Shanghai Banking Corporation Limited, HSBC, werden benaderd om als correspondentbank te kunnen functioneren. Dit allemaal sect om  het  omwisselen van de grote hoeveelheden euro’s in dollars te kunnen realiseren. Merkwaardig en opvallend is, dat Hoefdraad volgens zijn zeggen, drie niet-westerse c.q. Chinese financiële instellingen, benaderde om de geldomwisseling te realiseren. Was dat omdat onze Centrale Bank niet aan de voorwaarden van de westerse banken kon voldoen, omdat vermoedelijk wij toen al bij hen in het verdachtenbankje waren geplaatst als land dat zich schuldig maakt aan het zogeheten ‘money laundering’ en men bij de Chinese banken daar, nog niet zo gevoelig voor was? Het is geen geheim dat westerse banken nauw contact met elkaar onderhouden als het om money laudering activiteiten gaat, al is het maar om boetes die in de miljarden kunnen belopen, te ontwijken. Waarom besloot Hoefdraad in 2014 naar correspondentbanken aan het andere eind van de wereld toe te stappen om miljoenen euro’s in cash om te kunnen wisselen in dollars? Die vraag zou de bewindsman maar eens moeten beantwoorden. Het moet overduidelijk zijn, dat geldwisselkantoren al decennialang geld aannemen en verhandelen waar deels een smerig luchtje aan hangt. Dat geld is deels en jammer genoeg in het verleden bij bonafide handelsbanken beland en heeft volgens beweringen van het Nederlandse Openbaar Ministerie, ook zijn weg weten te vinden in een van de geldzendingen (19.5 miljoen euro) die de Centrale Bank heeft verstuurd ter omwisseling naar een correspondentbank. Daar zijn nu grote problemen over ontstaan met de Nederlandse justitie c.q. het Openbaar Ministerie. In deze kwestie die imiddels haar weg heeft gevonden naar de Nederlandse groene tafel, wordt in december een uitspraak verwacht. Het is nu afwachten wat de Nederlandse rechter beslist, indien er toch geen  schikking tussen partijen, het Openbaar Ministerie en de belanghebbende Surinaamse banken DSB, Hakrinbank en de Finabank, wordt bereikt. Wij worden thans wel en heel hard met de neus op de feiten gedrukt, dat men ons in het buitenland op de voet volgt en zelfs als zwaar verdacht durft aan te merken als betrokken zijnde bij het witwassen van drugsgelden. Dat men nu uiteindelijk ook besloten heeft ons zwaar het mes op de keel te plaatsen, blijkt uit het feit dat men van ons eist, dat wij een zogeheten National Risk Asessment, NRA, versneld uitvoeren en ook binnen een jaar rapporteren aan de Caribbean Financial Action Task Force, CFATF.

More
articles