“Wij hebben zaken feitelijk onderbouwd en in de juiste context geplaatst. Onze advocaten en de banken zijn confident dat wij richting een goede uitkomst gaan”, zegt Eblein Frangie, CEO van de Finabank, naar aanleiding van het proces dat gisteren is gestart bij de rechtbank Schiphol. Het Openbaar Ministerie van Nederland stond dinsdag tegenover de Centrale Bank van Suriname en de drie grote banken van ons land: Hakrinbank, Finabank en De Suri-naamsche Bank. Deze partijen eisen in een lijvig klaagschrift de teruggave van de 19, 5 miljoen euro die vorig jaar april op Schiphol in beslag werd genomen door de Neder-landse jusititie. Ook Steven Coutinho, CEO van De Suri-naamsche Bank, zegt tegenover de krant, dat zij positief gezind zijn na het gesprek met de advocaten. “Wij moeten nu afwachten op de volgende stappen die onze advocaten hebben ingezet, maar wij zijn optimistisch dat het resultaat in ons voordeel zal uitkomen”, aldus Coutinho. De advocaten van de banken hebben dinsdag voor de rechter fel gereageerd op de beschuldigingen van het Nederlands Openbaar Ministerie (OM). Volgens advocaat Aldo Verbruggen, verkondigt het Nederlands OM onwaarheden.
“Het OM misbruikt de machtige rol die ze heeft om als incassomachine bij te dragen aan de financiële doelstellingen van Justitie”, stelde Verbruggen. Ook was Verbruggen van mening, dat het OM het economisch handelen criminaliseerde met het beslag op de 19, 5 miljoen. “De integriteitscrisis bij het OM slaat over op dit onderzoek”, zei hij.
Het OM gaf in zijn verweer aan, dat de Surinaamse banken zeggen dat de cash van toeristen kwam. Er ging steeds meer contant geld naar Nederland, maar het bruto nationaal product van Suriname kelderde. ‘’De economische ontwikkeling strookte niet met de geldzendingen’’, zegt het OM. Ook waagde het OM zich uit te spreken over de betrokkenheid van de hoogste rangen van de politiek in Suriname die zich volgens hen bezighouden met drugshandel.
Het OM stelde verder in zijn betoog, dat de Surinaamse banken volgens het OM, de verantwoordelijkheid hebben om de herkomst van het geld afkomstig van de wisselkantoren te controleren. Dit is volgens het OM niet gebeurd. Het OM onderbouwde deze conclusie door aan te geven, dat de herkomst van het geld dat werd gestort, niet te achterhalen is. Personen hadden zich niet geïdentificeerd, hierdoor concludeerde het OM dat er sprake is van bewuste nalatigheid. De Nederlandse rechtbank doet op 24 december uitspraak, tenzij het OM en de banken alsnog tot overeenstemming over het beslag komen.
door Gladys Findlay