Keerpunt heeft het jaarverslag van de Hakrinbank over het boekjaar 2018 nauwkeurig bekeken en is tot de conclusie gekomen, dat de totale staatsschuld van ons land in ruim twee jaar tijd is verdubbeld van SRD 9,5 miljard naar SRD 18,7 miljard. Deze schuld is in deze periode voornamelijk bij het lokale bankwezen opgebouwd. De schuld aan het bankwezen is van 2016 tot 2018 gegroeid van SRD 909 miljoen naar SRD 2,6 miljard. Het gevolg hiervan uit zich ook in de rentelasten van de regering, die in vergelijking met 2016, zijn gestegen van SRD 516 miljoen naar SRD 1 miljard per jaar. Gezien de toenemende omvang van de staatsschuld, zal deze post de komende jaren versneld verder oplopen, hetgeen kan leiden tot verdringing van noodzakelijke overheidsuitgaven. Verder vormen de aanhoudende en excessieve financieringstekorten van de staat, de ruime liquiditeit in de Surinaamse economie, het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans en de verminderde kapitaalimport, een serieuze bedreiging voor de wisselkoersstabiliteit. Het aanbieden van certificate of deposits en goudcertificaten door de Centrale Bank van Suriname, CBvS, moet hiervan niet los gezien worden. Door beleggers te stimuleren in deze financiële instrumenten te beleggen, probeert de CBvS de ruime liquiditeit (in SRD’s) te verminderen. Hierdoor probeert zij de kans op een hoge inflatie en verhoging van de wisselkoers, te verlagen. Keerpunt heeft meerdere malen haar bezorgdheid geuit over de wijze waarop het financieringstekort door de regering Bouterse II wordt opgevangen. De regering Bouterse is momenteel overal op zoek naar geld. Na moni de suku! Moni no de, ofschoon er al zoveel geld is geleend. Daarom schrijft Keerpunt al geruime tijd over het risico van staatsinmenging bij de CBvS, het zogeheten politiseren. Het is al meerdere malen gebleken, dat de staat, in dezen Financiën, en de moederbank andersoortige en conflicterende beleidsdoelstellingen nastreven en bij de beleidsuitvoering uiteenlopende prioriteiten hebben. Gelet op deze manier van beleidsvoering en niet-vlekkeloze track record van de regering en de Centrale Bank, is Keerpunt van mening, dat dit voldoende indicaties geeft dat de Bank vanwege politieke bemoeienis, niet onafhankelijk kan en zal opereren ten opzichte van de overheid. Vandaar dat er ook zoveel commotie ontstond toen de aangekondigde beleidswijziging door de Centrale Bank van Suriname met betrekking tot de vreemde valuta kasreserves, voornamelijk van rekeninghouders die vreemde valuta tegoeden bij banken hebben, bekend werd gemaakt.
Economen hebben reeds bevestigd tegenover Keerpunt, dat de Centrale Bank momenteel draait op het geld dat de lokale banken bij haar heeft gestald (vreemde valuta kasreserve en SRD kasreserve). Als de lokale banken tot de conclusie geraken, dat hun geld wordt ‘gebruikt’ om de moederbank overeind te houden, waarom brengen ze de buitenlandse kasreserve dan onder het beheer van de CBvS? In het kader van de transparantie naar de samenleving toe, is het van belang, dat de gemeenschap regelmatig wordt geïnformeerd over de ontwikkeling van deze vreemde valuta kasreserves, separaat van de ontwikkeling van de internationale reserves. Het gaat tenslotte om geld van de rekeninghouders. Een ieder wacht nog steeds, dat de overeenkomst tussen de bankiersvereniging en de CBvS wordt aangescherpt met ‘kwartaalsgewijze rapportage’ en de toevoeging van een publicatieplicht. Indien de CBvS zich toch niet houdt aan de gemaakte afspraken, moeten er sancties worden vastgesteld en die moeten zorgdragen, dat de verantwoordelijke instanties niet vrijuit gaan, indien zaken in ons nadeel zullen resulteren.