De Centrale Bank van Suriname (CBvS) hanteert al geruime tijd een deviezenprovisie van 4,338 procent. Dit houdt in dat een ieder die zaken doet met de Bank, bij de aankoop van US-dollars, deze provisie moet betalen. Het is niet duidelijk of de provisie ook van toepassing is op de euro. De officiële verkoopkoers voor de US-dollar bij de moederbank bedraagt SRD 7,52. Met de provisie komt ligt het bedrag tussen de SRD 7,85–SRD 7,90. Naar de krant verneemt, noemt de moederbank het geen deviezenprovisie, maar ‘trading fee’.
Sham Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos), zegt desgevraagd dat ook hij hiervan op de hoogte is.
Hij merkt op dat er sprake is van een officieuze devaluatie, omdat de moederbank formeel niets heeft bekendgemaakt. Binda benadrukt dat de waarde van onze munteenheid wederom is gedaald. Hij verwijst naar de verhoogde prijzen van goederen in de winkels en de vele stakingen die nu gaande zijn in ons land. “Devaluatie en inflatie gaan hand in hand”, zegt de Akmos-voorzitter. Hij zegt dat werknemers opgemerkt hebben dat diverse prijzen zijn verhoogd, terwijl het loon hetzelfde is gebleven.
Binda is van mening dat de regering en de moederbank geen deugdelijk antwoord hebben op deze kwestie en daarom de media en discussie vermijden. Hij geeft aan dat de situatie nog steeds niet veranderd is. “Mensen kunnen nog steeds geen US-dollars kopen, er heerst nog steeds een schaarste”, zegt hij. Volgens hem is er in de afgelopen periode geen noemenswaardige verandering gekomen in de US-dollar verdienstencapaciteit van ons land, waardoor de regering kan zeggen dat het tekort is opgeheven. Ook giraal is het volgens hem niet mogelijk om vrijelijk transacties te plegen tegen een koers van SRD 7,52. Hij merkt op dat cliënten van commerciële banken voor kleine bedragen US-dollars, een aanvraag moeten indienen en moeten wachten op goedkeuring van de afdeling Treasury. De ondernemer benadrukt dat de moederbank gefaald heeft een van haar belangrijkste taken na te leven, namelijk het waarborgen van de waarde van de SRD en rust op de geldmarkt.
Binda daagt de Bank uit om een van haar kopstukken te sturen voor een openbare discussie. Hij benadrukt dat het een van de taken is van de moederbank om verantwoording af te leggen. Hij merkt op dat noch de regering, noch de Centrale Bank geen verhaal heeft om het volk te vertellen, omdat er niets is veranderd.
door Johannes Damodar Patak