De ruim 19 miljoen euro van drie deviezenbanken in Suriname die in april 2018 door de douaneautoriteiten en het Openbaar Ministerie in Nederland is geconfisqueerd, zal volgens president Desiré Bouterse binnen recht en wet teruggehaald worden. Tot nog toe is het de regering niet gelukt om het geld vrij te krijgen. Op vragen van leden van De Nationale Assemblee, haalde de president gisteren tijdens de behandeling van de algemene politieke beschouwingen in het parlement aan, dat ook het buitenlands beleid aangewend zal worden voor het vrijgeven van de 19 miljoen euro.
Hoewel de president niet uitgebreid inging op deze kwestie, maakte hij met enkele woorden duidelijk dat de zaak niet vergeten is. “De regering zal binnen recht en wet al het mogelijke doen om deze voor ons verwikkelende zaak in ons voordeel te beslechten.” Daarbij zullen volgens de president financiële, diplomatieke en justitiële autoriteiten ingeschakeld worden. “Dus ook het buitenlands beleid via onze diplomatieke dienst”.
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) liet eerder weten dat dergelijke geldzendingen normaal zijn en dat ze al vijf jaar plaatsvinden. Het geld zou bestemd zijn voor het nakomen van de internationale verplichtingen van de drie respectievelijke banken. De CBvS zegt de gelden te verschepen vanwege de internationaal steeds strengere eisen voor geldzendingen en toenemende problemen die de Surinaamse banken daarbij in het buitenland ondervinden. De CBvS liet eerder weten dat zij er vertrouwen in heeft dat de plooien gladgestreken zullen worden en dat de geldzendingen weer doorgang kunnen vinden.