Het hoofd van de Geologische Mijnbouwkundige Dienst (GMD), Preciosa Simons, is sinds kort ter beschikking van minister Regilio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) gesteld, nadat die haar heeft ontheven. Zij is opgevolgd door Renushka Mahabier.
Hoewel de minister in een recent interview met een krant heeft gezegd dat het gewezen hoofd een goede geoloog is en dat het ministerie haar kwaliteiten elders kan gebruiken, komt uit gelekte informatie bij de GMD naar voren dat zij het slachtoffer is geworden van rancune. Dat staat in schril contrast met de indruk die de bewindsman zou hebben gewekt, namelijk dat de ontheffing in goed overleg met de betrokkende zou hebben plaatsgevonden.
Bronnen meldden aan De West dat Simons in de ochtend op het NH-hoofdkantoor van de ontheffing telefonisch op de hoogte was gesteld van de mutatie. Toen zij daarna naar haar kantoor ging aan de Jagernath Lachmonstraat, bleken de deuren geforceerd te zijn en de kasten te zijn opengebroken en documenten te zijn weggedragen. Naar verluidt zou zij pas later een brief hebben ontvangen waarin staat dat zij zal worden ingezet om vorm te helpen geven aan een nog op te zetten Delfstoffen Instituut.
Het is vooralsnog onduidelijk wat de aanleiding is geweest voor de ontheffing, vooral tegen de achtergrond dat zij geen ruimte heeft gehad om haar werkzaamheden af te bouwen en de haast die er is gemaakt om documenten weg te halen uit haar werkruimte.
Er wordt gespeculeerd dat niet iedereen even blij was met de ernst waarmee zij recentelijk een strenge registratie heeft gelast van alle ondernemingen die commercieel actief zijn in de mijnbouwsector. Invloedrijke personen die liever niet hebben dat hun zaken officieel geregistreerd staan, zouden volgens een informant de hand hebben in de ontheffing.