Gedurende de periode van 2010 tot 2020 was Gillmore Hoefdraad een van de belangrijkste figuren in het economische beleid van Suriname. Als minister van Financiën in de regering van president Desi Bouterse, had Hoefdraad de taak om het economische schip van het land door turbulente wateren te navigeren. Bij de aanvang van de Bouterse-regering, leek de toekomst van de Surinaamse economie onder Hoefdraads leiding veelbelovend, maar dat kwam vanwege het prudente beleid dat door zijn voorganger, governor André Telting, werd gevoerd. De wereldwijde vraag naar natuurlijke hulpbronnen, vooral goud, leek de economie een stevige basis te bieden. Hoefdraad implementeerde initiatieven die de economische groei moesten stimuleren, zoals het aantrekken van buitenlandse investeringen en het verbeteren van de infrastructuur. Echter, ondanks deze initiatieven, bleef de groei onduidelijk en werd snel overschaduwd door de onderliggende problemen. In plaats van een solide pad naar economische stabiliteit, begon de economie te lijden onder een oplopende schuldenlast, veroorzaakt door steeds grotere leningen die de regering aanging om de binnenlandse situatie te stabiliseren. Hoefdraad, als architect van het financiële beleid, gaf geen duidelijke richting aan het beleid om deze schulden op lange termijn terug te dringen, wat het vertrouwen in zijn strategieën verder ondermijnde.
Tijdens Hoefdraads ambtstermijn steeg de nationale schuldenlast enorm. In plaats van de overheidsfinanciën te stabiliseren, nam de staatsschuld een alarmerende wending. De regering leende steeds meer van zowel buitenlandse als binnenlandse financiers, maar deze leningen werden niet altijd effectief ingezet voor productieve investeringen. Het gevolg was een structurele onevenwichtigheid die de economie uitputte.
Een van die binnenlandse financiers was de Centrale Bank van Suriname zelf. Teltings uitgangspunt dat monetaire financiering op termijn de economie meer schade toebrengt, lapte Hoefdraad aan zijn laars.
De Surinaamse dollar verloor in een dramatisch tempo haar waarde, wat leidde tot een stijging van de inflatie en de prijzen van basisgoederen. De koopkracht daalde zienderogen. De inflatie, gekoppeld aan de devaluatie van de munt, creëerde een sociaal-economisch klimaat waarin de armoede verder toenam. Hoefdraads strategie om de economische groei te stimuleren door middel van staatsleningen, werd dus al snel een financiële last voor de arme en kwetsbare lagen van de bevolking.
Maar Hoefdraads erfenis is niet alleen gedefinieerd door economische cijfers en groei. Gedurende zijn tijd als minister van Financiën, werd hij steeds vaker geconfronteerd met beschuldigingen van mismanagement en corruptie. De transparantie van zijn financiële handelen werd vaak in twijfel getrokken. Er waren beschuldigingen dat staatsmiddelen verkeerd werden besteed en dat er onvoldoende controle was over de besteding van publieke fondsen.
De grootste klap voor zijn politieke carrière kwam in 2020, toen de zaak tegen Hoefdraad in verband met corruptie en het misbruik van overheidsfondsen naar buiten kwam. De beschuldigingen en de daaropvolgende politieke schandalen deden ernstige schade aan zijn reputatie en stelden de regering-Bouterse verder bloot aan kritiek van zowel binnen- als buitenlands perspectief.
Daarom, na de inauguratie van de nieuwe regering van president Chandrikapersad Santokhi in juli 2020, vluchtte Hoefdraad het land uit. Diverse veiligheidsmedewerkers hebben hun verwondering uitgesproken over het feit dat hij in vrijheid de inauguratie heeft kunnen verlaten. Voor hen was het moment van ondertekening van het protocol van overdracht, het moment waarop staande houden, eminent en resoluut de eerste heldendaad van het tijdperk Santokhi had kunnen zijn. De man is tot op heden spoorloos, wat de onzekerheid rondom zijn betrokkenheid bij de financiële misstanden van de regering-Bouterse verder voedt. Zijn vlucht heeft vragen opgeroepen over zijn verantwoordelijkheid en zijn rol in de financieel beladen periode die Suriname heeft doorgemaakt.
Hoewel Hoefdraad zonder twijfel te maken had met een reeks complexe economische uitdagingen, mag niet worden vergeten dat zijn beleid diepgaande gevolgen had voor de sociaal-economische structuur van Suriname. De werkloosheid nam toe, de middenklasse verarmde, en de armoede bereikte nieuwe hoogten. De politiek van de regering om leningen aan te gaan, had directe gevolgen voor het dagelijkse leven van de Surinaamse burgers, die de gevolgen van de inflatie, het gebrek aan werkgelegenheid en de hoge kosten van levensonderhoud moesten dragen.
In een tijd van groeiende sociale onrust, bleven de vorderingen in het verbeteren van de levensomstandigheden van de arme en kwetsbare bevolkingsgroepen uit. Hoefdraad’s focus op macro-economische stabiliteit kwam ten koste van de sociale cohesie, en zijn beleid leidde ertoe dat de kloof tussen rijk en arm verder vergrootte.
De erfenis van Gillmore Hoefdraad aan Suriname is complex en dubbelzinnig. Enerzijds probeerde hij een aantal ambitieuze beleidsmaatregelen te implementeren die gericht waren op economische groei en financiële stabiliteit. Anderzijds faalde zijn beleid om een duurzame oplossing te bieden voor de structurele economische problemen van het land. De oplopende schuldenlast, de inflatie, het mismanagement van overheidsfinanciën, en de beschuldigingen van corruptie dragen bij aan een erfenis die Suriname nog jarenlang zal achtervolgen.
Maar ook het feit dat de inkomende coalitie, onmiskenbaar en wel nadat zij allerlei beschuldigingen aan het adres van Hoefdraad geuit hebben in politieke zin, tijdens de transitie in gesprek was met hem, geeft aan hoe groot de afstand tussen het politiek podium en de dagelijkse werkelijkheid is.
De vragen die zijn beleid opriep, blijven de toekomst van Suriname beïnvloeden. Wat zou er zijn gebeurd als andere beleidskeuzes waren gemaakt? Had Suriname zijn positie als een opkomende economie kunnen versterken, of was het beter gediend met een voorzichtige, transparante benadering van staatsfinanciën? Deze vragen blijven hangen, zelfs na het vertrek van Hoefdraad uit de politiek.
Wat ook de uiteindelijke beoordeling van Hoefdraads tijd als minister van Financiën zal zijn, het is duidelijk dat zijn keuzes een blijvende invloed hebben gehad op de economische en politieke koers van Suriname. De erfenis die hij achterlaat, is die van een land dat worstelt met zijn financiële stabiliteit en waarin de zorgen over corruptie en wanbeheer diepe sporen hebben achtergelaten.