REFERENDUM SANTOKHI-BRUNSWIJK

Van de Somohardjovormige doorn in de zijde van Venetiaan-III tot aan de Somohardjovormige prop, door Bouterse-I in de prullenbak gedumpt, heeft nog geen enkele coalitie, de spanningen en interne machtsstrubbelingen gekend, die de huidige coalitie te verduren heeft. Het co-presidentschap, het waarnemend presidentschap, de schandelijke wanvertoning van het eendaagsvoorzitterschap van De Nationale Assemblee, de dubbele voorlichtingsdiensten, de dubbele colonnes, de misverstanden over aankomsttijden van helikopters, het protocol fetisjisme, de constante vergiffenis voor drugsschandaal na drugsschandaal, aan paleisintriges geen tekort. De gecalculeerde weddenschap van NPS-voorzitter Rusland, onder hevige druk op de flank, vanuit Etnel, tot het voortijdig verlaten van een toen immens impopulaire coalitie, heeft menige beleidstechnocraat van de partij doen twijfelen.

Immers was het langer dan vijfendertig jaar geleden dat de Vlam en de Olifant als bondgenoten en lotgenoten, samen uit, samen thuis, politiek bedreven, en voelden veel beslissingen onwennig. Intern kon uitgerekend worden, of Rusland zo makkelijk het ‘oppositieleider’-imago aan Santokhi had moeten overlaten in de magere Bouterse-jaren. Dan kon er afgevraagd worden, wat de wijsheid ervan was, om menige Japin-instituut borrelgast, de oversteek naar de Orange Movement te laten maken of mee te gaan in de Stem Slim rage, die de NPS zowel stemmen als zetels kostte, in districten waar de vlam vanouds competitief was. Voornamelijk ten koste van een Brunswijk die arrogantie en geheugenverlies tot een kunst verheft aan de onderhandelingstafel, waar hij weet dat het doemscenario van Bouterse-III de nette heren de stuipen op het lijf jaagt. De verdeling vicepresident en voorzitter van de assemblee, in ruil voor minder dan twee derde van de coalitie, werd nog nooit rondgedeeld. Ook het becijferen van het gewicht aan stemmenaantal op nul, voor de NPS met tienduizend stemmen meer dan de ABOP, was ongekend, ongehoord en overduidelijk, onverstandig. Het niet meewegen van de bestuurservaring en technocratie, binnen de ABOP, bij het weggeven van de volledige winkel, was een volledig bestuurlijk onverklaarbare vergissing. Maar het hoofddoel van Santokhi, namelijk het presidentschap voor zichzelf, was te dicht binnen handbereik, om bijvoorbeeld Mathoera of Ramdin het presidentschap te doen vervullen en zelf als coalitieleider, vanuit De Nationale Assemblee, de eindregie te houden met het ultieme middel: herschikken van de zittende coalitie en een legitieme oproep aan Brunswijk om ook zijn ambities te bekoelen naar een plek waar zijn gebrek aan bestuurskwaliteiten en een schoon blazoen in strafprocesrechtelijke zin, geen sta in de weg voor de ontwikkeling van een volledige natie zouden zijn.

Echter hebben we met de uittocht van de NPS, machtspolitiek en realpolitik, Santokhi, noch Brunswijk in de calculaties ongelijk gegeven. Van Mark Rutte tot aan Stef Blok, moest de minachting inslikken en Brunswijk met de egards van een regeringsleider behandelen. En hoewel Brunswijk, nog altijd niet zo ‘Sjtom als Sjeeuw’ zijn reislust onder bedwang hield, terwijl Santokhi nog geen dertig dagen zonder airmiles aan elkaar kon krijgen, bouwde hij lokaal een reputatie op als benaderbaar voor audiënties, gericht op pleisters op wonden en zij het in gebrekkig Nederlands en met een onvolledig gebit, niet cameraschuw, tijdens voorlichtingsmomenten. Met regelmaat dreigend in zowel taal als in daad, met name naar leden van de pers toe, wist de vicepresident met achterkamer onderhandelingen, een pers boycot, cocaïne transporterende functionarissen in de nabijheid, een interne uitval met populaire partijgenoot Belfor en de volledige ongrondwettelijkheid van zijn bezittingen in combinatie met zijn functie, te overleven. Waar het hem wel met enige regelmaat lukt massameetings te organiseren, moet de president inmiddels al twee jaren vanwege de minuscule opkomst, VHP bijeenkomsten allerlei andere benamingen geven om gezicht te redden zoals ‘hoorsessies’ of ‘structuurvergaderingen’.

De lens van 25 mei 2025, wordt op de allereerste plaats, in het beslissingsschema een referendum over de beide functionarissen, tezamen, op zich, als leiders, als politici en als persoon.  Zegt de kiezer ‘ja’ tegen Chandrikapersad en/of ‘ja’ tegen Ronnie? Minder dan 29 zetels voor hen beiden is een afkeuring. Separaat van elkaar, maken beiden een realistische kans, om als grootste partij van Suriname en formateur van het volgende kabinet, de stembustelling te verlaten. Santokhi zal de verkiezingen ingaan met een koers, die minstens drie keer zo hoog is als de dag van aantreden, terwijl in koopkracht uitgedrukt, een gemiddeld huishouden gevallen is naar een kwart van wat men kopen kon in juli 2020. Stem Slim is niet te herenigen, want de samenwerking met de NPS ligt aan flarden, terwijl de resterende coalitiepartners elkaar als openlijke rivalen zien. De desillusie met anti-corruptie belofte, de gang naar het IMF, die beloofd was te vermijden en het gebrek aan ook maar een geslaagd diasporaproject, van de beloofde USD 475 miljoen, plaatst de verwachting voor Santokhi zelf, op diep minder dan waarmee hij in 2020 een licht optimistisch kiezersvolk verliet. Concreet zou tussen 10 en 15 zetels geen onrealistische uitkomst zijn voor de zittende president, terwijl het hem dicht genoeg zou kunnen brengen bij alsnog een tweede regeertermijn formeren.  Brunswijk heeft zich gecommitteerd aan keiharde etnische politiek, zich tot de onbetwiste leiders der Marrons ontpopt en ondanks het met voeten treden en ondersteunen, van leegverkoop van het binnenland, weten te profileren op een wijze die niet aan de leiding van de BEP, de NPS of de licht verhulde etnische vleugel van de NDP, gegund is. Ook voor Brunswijk, bestaat er een gezonde kans om tussen de 7 zetels en de 12 zetels uit te komen. Als kampioen van de armoede kan dat hem best wel situeren als de mogelijke volgende president van de Republiek Suriname.

More
articles