De plaatsing van Suriname op de Werelderfgoedlijst gaat gepaard met verplichtingen en verantwoordelijkheden voor het land de site te behouden en beschermen. Stephen Fokké, directeur van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), zegt dat de hoofdtaak van de stichting is, het voorbereiden van nominatiedossiers ten aanzien van de plaatsing, voor de hoofdstad van Paramaribo en het oprichten van een monumentenbeheer en instituut (Stadsherstel Suriname N.V.).
De naamloze vennootschap (N.V.) wordt bestuurd door de grotere banken en verzekeringsmaatschappijen (DSB, Hakrinbank, Self-Reliance en Assuria en andere aandeelhouders. De NV is opgericht inzake haar corporate social responsebility. Fokké maakt duidelijk dat het niet de bedoeling is, winst te maken. Hij gaf als voorbeeld een ideale stichting en zei dat Stadsherstel Suriname N.V., te vergelijken is met de ideale N.V.
Ook voegde hij eraan toe, dat maatschappelijk verantwoord ondernemen moet leiden tot het behoud van Surinames gebouwd erfgoed.
Hij vertelde dat Stadsherstel Suriname een organisatie is die vervallen monumentale gebouwen opkoopt. Een private onderneming met aandelenkapitalen van aandeelhouders. Volgens hem worden de vervallen monumentale gebouwen opgekocht en gerestaureerd en krijgen uiteindelijk een nieuwe bestemming.
Hij vertelde ook over het recentelijk ingestelde onderzoek van het exacte aantal historische gebouwen. Fokké verwees naar de commissie van Monumentenzorg, die om de twee jaar een opname moet maken van de officiële monumenten van Paramaribo en daaruit moet blijken, hoeveel gebouwen er zijn in Paramaribo. Volgens hem zijn er ongeveer driehonderd, of iets meer dan dat aantal aan historische gebouwen. Ook vertelde hij dat monumenten zijn verdwenen, bewerkt en gesloopt.
Fokké ging ook in op de bouwcommissie van het ministerie van Openbare Werken (OW). Hij zei dat de commissie was opgericht met de kennelijke bedoeling, ontwerpen van nieuwbouw te maken. Volgens hem was de intentie dat binnen de bufferzones (Grote Combéweg, Kosterstraat, Julianastraat en andere straten in die omgeving) te toetsen volgens de speciale bouweisen (los van de Bouwwet).
Volgens Fokké hebben de eisen te maken met het UNESCO-gebied, die gericht zijn op de vormgeving, architectuur, hoogte, schaal van het gebouw en kleurgebruik. Fokké zei dat de eisen vooral gericht zijn op de nieuwbouw, die moet aansluiten bij de historische gebouwen van het UNESCO-gebied. Zo stelde hij bijvoorbeeld dat in het gebied niet plotseling een wolkenkrabber kan verrijzen. “Vooral het gebied waar de bouwcommissie van OW heeft getoetst”, aldus Fokké.
Hij wees erop dat de bufferzone en ‘core area’ (historische binnenstad Paramaribo) worden getoetst door de bouwcommissie. Tevens verduidelijkt hij, dat als er een uitbreiding heeft plaatsgevonden, de commissie wordt vergroot. De uitbreiding is volgens Fokké van belang om de ontwerpen van nieuwbouw te gaan beoordelen aan de hand van de speciale bewijzen.
Over het geval van de parkeergarage aan de Domineestraat, zei Fokké dat het bouwwerk aan de westelijke zijde al grenst aan het kerngebied (Historische Binnenstad Paramaribo) Echter, OW is van mening, dat de parkeergarage niet in de bufferzone valt, hoewel de UNESCO erop heeft gewezen, dat ook al valt de parkeergarage niet in de bufferzone, op grond van de regelgeving ‘area of influence’, die wel precies in de area of influence staat, volgens de UNESCO. Zo verwees Fokké naar het voorbeeld van de wolkenkrabber, die wel degelijk van invloed is op de Werelderfgoedlijst. “Er doet zich nu een geval voor in Columbia, waarbij pal naast Werelderfgoed, een torenhoge wolkenkrabber is gebouwd”, aldus Fokké. Voorts vertelde hij dat de gemeente aldaar, een rechtszaak heeft aangespannen tegen het bouwbedrijf. “De rechtszaak is een slepende kwestie geweest, maar uiteindelijk heeft de gemeente de zaak gewonnen en de wolkenkrabber moest worden afgebroken.’’ Volgens hem hanteert de UNESCO het begrip van de visuele integriteit. ‘’Dat wil zeggen dat er rekening gehouden moet worden met zichtlijnen naar het UNESCO-gebied.’’
Fokké zei dat het argument van OW is, dat de parkeergarage niet in het gebied van de UNESCO valt. Echter wees Fokké erop, dat de ‘area of influence’ van toepassing is op de bouw van de parkeergarage.
Hij refereerde ook aan de verkiezingen van volgend jaar en is van mening, dat er haast gemaakt wordt met activiteiten van de regering die alsnog gerealiseerd moeten worden. Ten aanzien van de bouw van de nieuwe DNA-vergaderzaal, gaat het volgens Fokké ook om werkzaamheden die snel afgemaakt moeten worden.
Hij benadrukte dat ICOMOS/UNESCO bevindingen en aanbevelingen van DNA-vergaderzaal speciaal zijn aangevraagd door het parlement. Helaas heeft het hoogste orgaan van DNA, de uitspraak van de organisatie naast zich neergelegd en heeft de werkzaamheden hervat. Volgens Fokké heeft ICOMOS nooit gesteld, dat de vergaderzaal niet mag worden gebouwd. Hij maakt duidelijk dat het gebouw een etage lager moet zijn.
Volgens hem is alleen gevraagd, dat het parlement zich houdt aan het advies van ICOMOS/UNESCO. Voorts zei hij dat met betrekking tot de parkeergarage er is geadviseerd door de UNESCO, twee etages lager te gaan, maar OW heeft het gehouden op een etage lager te gaan. Evenwel kan dat maken dat de bouw oponthoud kan oplopen in verband met de ‘area of influence’.
Fokké verduidelijkte dat PURP I gelegen kwam in 2018. ‘’Het ging heel slecht met de historische binnenstad van Paramaribo. Er werd niets meer gedaan aan het onderhoud van de gebouwen en veertien jaar geleden zagen ze er vervallen uit”, aldus Fokké. Volgens hem deed de overheid niets meer aan restauraties, ‘’maar toen kregen we PURP, de redding van Paramaribo”.
Fokké sprak ook over tegenslagen die hij in zijn carrière heeft meegemaakt en merkte op dat toch de kwestie van de vergaderzaal van DNA, de grootste tegenslag is geweest en zo ook de in aanbouw zijnde parkeergarage. Volgens hem is de PURP-revitalisatie een hoogtepunt geweest. Hij hoopt dat er een restauratie plaatsvindt van historische gebouwen in de binnenstad van Paramaribo.