Op 3 mei 2024 werd de strafzaak tegen de verdachten J.A., J.H., G.Z., R.M., A.M. en M.B., met betrekking tot misdrijven gepleegd in Pikin Saron, voortgezet door de kantonrechter. De zitting stond in het teken van getuigen- en verdachtenverhoor.
Een belangrijke getuige, D.Y., een medewerker van Grassalco, werd gehoord, gevolgd door het verhoor van de verdachten zelf. Naar aanleiding van de bevindingen tijdens het verdachtenverhoor is besloten om enkele verbalisanten als getuigen te horen. Vandaag, vrijdag 10 mei, werd de strafzaak voortgezet, waarbij deze verbalisanten werden gehoord.
2 mei 2023
De gebeurtenissen die op 2 mei 2023 plaatsvonden in Pikin Saron waren schokkend en gewelddadig. Het politiebureau werd aangevallen en in brand gestoken, samen met tien vrachtwagens beladen met boomstammen. Automatische wapens en jachtgeweren werden gebruikt, waarbij twee mensen omkwamen en meerdere gewond raakten.
Een forensisch rapport suggereerde dat deze slachtoffers vielen door onnodig vuurwapengeweld van de politie. Niet alleen het politiebureau, maar ook de goudconcessie van Grassalco in Maripaston werd aangevallen, resulterend in een medewerker die werd neergeschoten en andere medewerkers die werden gegijzeld. De inheemse opstandelingen dreigden met verdere gewelddaden, gerelateerd aan het grondenrechtenvraagstuk. President Chandrikapersad Santokhi haalde in De Nationale Assemblee de incidenten die plaatsvonden op 2 mei 2023 aan, waarbij hij sprak over een “aanslag op de rechtsstaat”, hetgeen leidde tot verdeeldheid in het parlement. Inheemse assembleeleden verwierpen deze woorden en bekritiseerden het gebrek aan medeleven richting de inheemse gemeenschappen. De regering voerde daarna een spoedoverleg met de Vereniging Inheemse Dorpshoofden Suriname (VIDS) en beloofde betere communicatie in de toekomst.
VIDS-voorzitter Muriël Fernandes betreurde de situatie en benadrukte de behoefte aan dialoog. De VIDS eiste intrekking van gronduitgiften en concessies rondom Pikin Saron tegen 5 mei. De gebeurtenissen geven volgens de VIDS aan, dat de grondrechtenkwestie een hoge prioriteit heeft.