De verklaring van minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen over de energiecrisis in Suriname, werpt een urgent licht op de huidige situatie van het land. De aanhoudende droogte heeft geleid tot een aanzienlijke daling van het waterpeil in het Afobaka stuwmeer, wat de opwekcapaciteit van hydro-energie ernstig heeft beïnvloed. Hierdoor moet Suriname overschakelen op thermische energie, wat resulteert in een aanzienlijk hoger brandstofverbruik. Het terugbrengen van de opwekcapaciteit van hydro-energie door Staatsolie Power Company Suriname (SPCS) van 140 megawatt naar 90 megawatt is een duidelijk teken van de ernst van de situatie. Als de droogte aanhoudt, zal dit leiden tot een energiecrisis, zoals aangegeven door Abiamofo. De financiële impact van het verhogen van het brandstofverbruik om aan de energiebehoeften van de samenleving te voldoen, is aanzienlijk en zal een aanzienlijke druk leggen op de overheidsbegroting. Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning benadrukt de noodzaak om rond SRD 1.5 miljard beschikbaar te stellen om de stroomvoorziening te blijven garanderen. Dit duidt op de omvang van de uitdagingen waarmee de regering wordt geconfronteerd om de energiecrisis aan te pakken. Ondanks de oproep van Abiamofo om zuiniger om te gaan met energie, blijkt uit het toenemende energieverbruik dat deze boodschap nog niet effectief is overgebracht naar de samenleving.
De situatie onderstreept de noodzaak van een doeltreffend en duurzaam energiebeleid dat niet alleen afhankelijk is van hydro-energie, maar ook alternatieve energiebronnen benut. Bovendien is het cruciaal voor de regering om concrete maatregelen te nemen om de energiecrisis aan te pakken en tegelijkertijd de financiële stabiliteit van het land te waarborgen. Het probleem is ook niet los te zien van corruptie en een irrationele bedrijfsvoering. Eerder bevestigde het Openbaar Ministerie in 2021 al dat er sprake was van ‘enkele omstandigheden van onzorgvuldig handelen tussen het management team en de leden van RvC’ bij EBS, destijds nog onder president-commissaris Andojo Rusland, in relatie tot de gunning aan Olibis N.V. De EBS besteedde USD 70 miljoen aan de uitbreiding van de capaciteit de Saramaccastraat, die voor USD 20 miljoen te Tout Li Faut had kunnen worden geïnvesteerd. De aanbesteding was ook voor de tweede locatie en gunning vond plaats op de tweede locatie, nadat Olibis N.V. tot voorfinanciering bereid bleek. Het Openbaar Ministerie wilde in navolging op een aangifte vanuit coalitie en oppositie partijen gezamenlijk, niet vervolgen omdat in de voorfase geen directe verdenking van strafbare feiten uit de feiten en omstandigheden bleken, volgens de toenmalige procureur-generaal. Een jaar later concludeerde EY in een rapportage dat er sprake was van belangenverstrengeling in de Raad van Commissarissen en executive managementfuncties, een gebrek aan toezichthoudende subcomités en formele opvolgingsplanning. “EBS moet de meeste van zijn huidige governance beleidslijnen en -procedures opnieuw beoordelen en ervoor zorgen, dat ze de juiste risicomechanismen opzetten om ervoor te zorgen dat deze beleidslijnen en procedures strikt worden gevolgd”, aldus EY destijds.
Informeel merkt het volk al dat de grenzen van capaciteit bereikt zijn. Lange perioden van regelmatige stroomonderbrekingen zijn inmiddels weer aan de orde van de dag. Het spook van ‘load shedding’, bewust capaciteit selectief verdelen door buurten tijdelijk uit te schakelen, lijkt weer ten tonele te verschijnen. En net als onder de vorige regering, lijken nieuwbouwwijken met starterswoningen en volksbuurten, weer veel meer het doelwit te zijn, dan de woonwijken van de directie van de EBS en de regeringsleden. Ondertussen is er meer dan voldoende capaciteit voor de cryptocurrency mijnfaciliteit van een buitenlandse ondernemer, die op bijzonder goede voet is met diezelfde regeringsleden. Energiepolitiek is ongelijkheidspolitiek.