President Santokhi heeft bij staatsbesluit de komende verhoging van tarieven voor elektrische energie, keihard doorgedrukt. Dit heeft het staatshoofd gedaan tegen alle bezwaren en adviezen van bijvoorbeeld de Staatsraad, het bedrijfsleven, de vakbeweging en de parlementaire oppositie. Het moet voor eenieder duidelijk zijn dat de president steevast blijft varen op het kompas van het Internationaal Monetair Fonds, IMF, dat ook blijft vasthouden aan het zogeheten Herstelplan van de overheid.

In dit Herstelplan is het zoveel mogelijk opheffen van overheidssubsidies op nutsvoorzieningen opgenomen. De nieuwe tarieven voor stroom zijn bij velen onbekend en het is ook helemaal niet duidelijk, hoe zwaar die zullen vallen voor huishoudens, handelsondernemingen en productiebedrijven. Ook komt deze maatregel als zeer ongelegen, omdat die ook een terugwerkende kracht heeft tot 6 maart van dit jaar. Dat wil zeggen dat elke afnemer zal moeten betalen voor stroom op een maandelijks tarief vanaf 6 maart, dat bij hem of haar niet bekend is. De overheid drukt net als bij de Belasting over de Toegevoegde Waarde, BTW, een financiële verzwaring op dit volk door, zonder dat het precies weet wat het te wachten staat. De president drukt de zaak door en vertrekt naar China. Beseft het staatshoofd niet dat hij met deze verhoging, een tijdbom kan hebben geplaatst onder zijn eigen zetel? De regeringsleider mag gerust weten dat hij voor grote onrust heeft gezorgd door deze verhoging bij staatsbesluit door te drukken. Het is allemaal mooi en waar dat de verziekte economie weer gezond moet worden gemaakt, maar dat kan niet op een onverantwoorde wijze en het niet voldoende rekening houden met de financiële draagkracht van dit volk, dat al zo zwaar is aangetast tot een niveau waarbij velen zich nog maar moeilijk op een verantwoorde wijze kunnen voeden. Deze verhoging zal ongetwijfeld leiden tot verdere verhoging van goederen en diensten en de samenleving nog armer maken. De regering blijft maar met vuur spelen en beseft in onvoldoende mate, dat de zaak steeds verder verzwaren voor de samenleving, zeker tot sociale onrust kan leiden. Ook dient dit kabinet en de daarin samenwerkende politieke partijen te weten, dat het volk wel degelijk de mogelijkheid heeft tot afstraffing over te gaan, over iets meer dan een jaar.