‘Uitblijven tenuitvoerlegging opgelegde gevangenisstraffen, is verdere ondermijning van de rechtsstaat Suriname’
Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden in het 8 decembermoordenproces, Betty Goede-Jong-A-Lim van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede, Sunil Oemrawsingh, voorzitter van de Stichting 8 december 1982 en Robby Berenstein van de Vakcentrale C-47, roeren zich dat de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraffen van de veroordeelden in de Decembermoorden, na zo lang te hebben gewacht, uitblijft. De vertegenwoordigers van de nabestaanden hebben een schrijven aan president Chandrikapersad Santokhi en procureur-generaal mr. Garcia Paragsingh gericht over dit gebeuren.
De vertegenwoordigers van de nabestaanden zijn niet spreken dat vier van de veroordeelden in deze zaak, te weten: Kenneth Kempes, Luciën Lewis, Iwan Dijksteel en Desiré Delano Bouterse, hebben kunnen vluchten. Kempes en Lewis zijn op 29 november 2019 door de Krijgsraad bij verstek veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf wegens het medeplegen van de vijftien moorden. ‘’Voor zover bekend zijn deze twee veroordeelden nooit opgespoord en verblijven zij in het buitenland.‘’ Desiré Delano Bouterse, Iwan Dijksteel en Benny Brondenstein, Stephanus Dendoe en Ernst Gefferie zijn op 20 december 2023 door het Hof van Justitie onherroepelijk veroordeeld voor het medeplegen van de vijftien moorden, waaronder Bouterse tot twintig jaar en de rest elk tot vijftien jaar gevangenisstraf. Gesteld wordt dat het uitblijven van de tenuitvoerlegging van de aan Kenneth Kempes, Luciën Lewis, Iwan Dijksteel en Desiré Delano Bouterse opgelegde gevangenisstraffen, een verdere ondermijning is van de rechtsstaat Suriname. Hierdoor worden de sociale cohesie en maatschappelijke harmonie in de samenleving aangetast.
De vertegenwoordigers van de nabestaanden roepen president Santokhi en de procureur-generaal op, om informatie rond deze zaak te verschaffen. ‘Tot op heden is noch door de Procureur-Generaal noch de President publiekelijk verantwoording afgelegd of informatie verstrekt, over hoe de vlucht van voornoemde veroordeelden, heeft kunnen plaatsvinden’, aldus de vertegenwoordigers in het schrijven.
De gehele brief luidt als volgt: ‘Ingevolge artikel 146 lid 2 van de Grondwet is de Procureur-Generaal het hoofd van het Openbaar Ministerie en tevens ‘belast met de justitiële politiezorg‘ en bevoegd aan de ambtenaren, die met politionele taken zijn belast ‘zodanige instructies te geven‘, als hij in het belang van een goede justitie nodig oordeelt.
Ingevolge artikel 3 van het Reglement op de Inrichting en Samenstelling van de Surinaamse Rechterlijke Macht, is de Procureur-Generaal belast met het ‘doen uitvoeren’ van alle strafvonnissen. Uit de bewoording, ‘doen uitvoeren’, blijkt dat de Procureur-Generaal de strafvonnissen niet zelf ten uitvoer brengt, maar zulks doet uitvoeren door de bij wet aangewezen gewapende machten. Deze gewapende machten maken echter deel uit van de ‘uitvoerende macht’, welke macht ingevolge artikel 99 van de Grondwet ‘berust bij de President’.
De Procureur-Generaal heeft dus de taak strafvonnissen ten uitvoer te doen brengen, maar is daarvoor afhankelijk van de gewapende machten die onder de verantwoordelijkheid van de President opereren. Het ten uitvoer brengen van strafvonnissen is staatsrechtelijk, dus een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de Procureur-Generaal en de President.
Op 8 december 1982 zijn 15 weerloze mannen in het Fort Zeelandia te Paramaribo gemarteld en vermoord. Deze 15 mannen waren allen voorvechters voor de democratie en de rechtsstaat in Suriname, en deze moorden hebben de Surinaamse rechtsorde blijvend verstoord en een diepgaande verdeeldheid in de Surinaamse samenleving veroorzaakt. Op 31 oktober 2000 heeft het Hof van Justitie op verzoek van de nabestaanden, de Procureur-Generaal bevolen een strafvervolging in te stellen tegen verdachten van de 8 decembermoorden. Op 29 november 2019 heeft de Krijgsraad Kenneth Kempes en Luciën Lewis bij verstek veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf wegens het medeplegen van de 15 moorden. Voor zover bekend, zijn deze twee veroordeelden nooit opgespoord en verblijven zij in het buitenland.
Op 20 december 2023 heeft het Hof van Justitie vijf personen onherroepelijk veroordeeld voor het medeplegen van de 15 moorden, waaronder Desiré Delano Bouterse tot 20 jaar en Iwan Dijksteel tot 15 jaar gevangenisstraf. Op 12 januari 2024 is publiekelijk gebleken dat de veroordeelden Bouterse en Dijksteel zich niet hebben aangemeld bij de door de Procureur-Generaal aangewezen strafinrichting. Op 17 januari 2024 plaatste de Procureur-Generaal een opsporingsbericht, waaruit de conclusie moet worden getrokken dat Bouterse en Dijksteel zich aan de tenuitvoerlegging van de hun opgelegde gevangenisstraf hebben onttrokken, door te vluchten. Deze vlucht heeft zowel nationaal als internationaal tot ernstige verontwaardiging geleid en heeft de rechtstaat Suriname ernstig geschaad.
Het uitblijven van de tenuitvoerlegging van de aan Kenneth Kempes, Luciën Lewis, Iwan Dijksteel en Desiré Delano Bouterse opgelegde gevangenisstraffen, is een verdere ondermijning van de rechtsstaat Suriname, waardoor de sociale cohesie en maatschappelijke harmonie in de samenleving worden aangetast.
Tot op heden is noch door de Procureur-Generaal noch door de President publiekelijk verantwoording afgelegd of informatie verstrekt over hoe de vlucht van voornoemde veroordeelden heeft kunnen plaatsvinden.
Ondergetekenden roepen hierbij beleefd, u als Procureur-Generaal en u als President op, om tezamen en nog meer dan tot nu toe het geval is geweest, alle u ten dienste staande nationale en internationale middelen aan te wenden, om alle voor de 8 decembermoorden veroordeelde personen op te sporen en de opgelegde gevangenisstraffen ten uitvoer te brengen, alsmede de samenleving daarover te informeren.
In de hoop dat u aan onze oproep zult voldoen, verblijven wij met de meeste hoogachting.‘