DE MOLEN MAALT ZEKER

Wie de onderneming-stijl van drie generaties aan Bhikharie kent, weet dat de superlatieven en overtreffende trappen, in visie en in stijl, bijeenkomen in de jonge, dynamische pater familias. Risico’s en schuldenlast worden niet geschuwd en met hetzelfde comfort als waarmee Commercial Banking te woord wordt gestaan, wordt er met afdelingen Bijzonder Beheer gebabbeld. Broodheer van een digitaal nieuwsmedium, reddende engel van een Sharia Bank, Podcast filosoof, niets lijkt te veel gevraagd. Met voor voedingsverwerking een vrijwel autonome havencapaciteit, jarenlange focus op meel- en graanimporteren, geen merkbare diversificatie tot lokale meelproductie of cultuur, een enorme valutabehoefte en een historische instroom van subsidie, overheidssteun op vele manieren en diepe banden met alle zittende regeringen en met veel coalitie en oppositiepolitici, heeft de business groep via kroonjuweel De Molen, qua omvang en marktaandeel een economische machtspositie die haar niet makkelijk vervangbaar maakt. Met veevoer en de import van agrarische supplementen en benodigdheden, is vanuit de agrarische sector druk of tegengas niet te verwachten. Die zelfde agrarische sector en een verdergaande versteviging in de voedselproductieketen, worden bestendigd met de aangekondigde overname van de business groep, van het nationaal slachthuis Surebeef, tevens belast met veel toezichthoudende en keurende taken. Hoe de overname en de vereiste vergunningen of toestemmingen, heeft plaatsgehad, welke evaluatie of openheid er was voor andere marktpartijen en welke gevolgen het mededingingstraject en de markttoegang hebben, voor een bedrijvengroep, zelf actief in onder meer pluimvee, is noch door de overheid, noch door de bedrijvengroep of -leiding zelf helder gecommuniceerd.

Een distributie in districten, van voedingsmiddelen beneden marktprijzen, mag rekenen op bijzonder publiek, private relaties en een zichtbaarheid van voornamelijk de First Lady als partner of promotor. De concentratie in een enkele, steiler wordende piramide, wordt vanuit de business groep zelf wereldkundig gemaakt met: ‘een stap naar de toekomst van voedselzekerheid en duurzaamheid in Suriname, met een visie gericht op groei, innovatie, en de welvaart van de Surinaamse gemeenschap’.

Naar de vrije markteconomie theorie, wordt ‘voedselzekerheid’ juist gegarandeerd door decentralisatie en marktcompetitie, met transparante markttoegang voor zo veel mogelijk gemotiveerde marktpartijen.

De concentratie in handen van een sterk monopoliserende en consoliderende partij, geeft geen getuige van duurzaamheid, maar van maatschappelijke en economische afhankelijkheid. Ook innovatie, is, naar economische wetmatigheden, een gevolg van competitie en niet van centralisatie of consolidatie. Dat welvaart de Surinaamse gemeenschap toe zou komen, terwijl meerdere bedrijven in de groep, gedurende de geschiedenis en mogelijk tot op heden, bevoordeeld zijn geworden met subsidies, overheidssteun en internationale grants door toewijding van lobbywerk vanuit de Surinaamse overheid, is tevens, een woordkeuze die het tegenovergestelde betekend, overal anders ter wereld. Met een holdingnaam waar Icarus, voorafgaand aan opstijgen, weinig moeite mee zou hebben gehad, zal het management niet verhongeren van ambities.

 

More
articles