Op 14 februari 2024 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in de strafzaken tegen de verdachten Ruben Peiter, oud-commissaris van politie en Dennis Esajas, inspecteur van politie die als beveiligingsman fungeerde bij vicepresident Ronnie Brunswijk. Esajas en Peiter werden veroordeeld tot zeven jaar onvoorwaardelijke celstraf voor betrokkenheid bij de onderschepte 465 kilo cocaïne op een adres aan de Smaragdstraat. Beiden zitten momenteel al ruim twee jaar in detentie en kunnen bij een eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling na het uitzitten van vier jaar en zes maanden, op vrije voeten komen.

Deze straf is opgelegd wegens hun betrokkenheid bij de ontdekking van 465 kilo cocaïne aan de Smaragdstraat.  Rechter Maureen Dayala heeft aangegeven, dat de tijd die de mannen sinds 13 oktober 2021 in detentie hebben doorgebracht, zal worden afgetrokken van de totale strafduur.

Marciano L., die momenteel voortvluchtig is, is veroordeeld tot acht jaar cel, terwijl Santana T. een onvoorwaardelijke celstraf van tien maanden heeft uitgezeten.

De overige verdachten G.S., G.K. en R.L. werden in verband gebracht met de onderschepte drugs, die werden gevonden op een adres aan de Smaragdstraat.

De verdachten Esajas en Peiter zijn schuldig bevonden aan het feit onder 2 van de tenlastelegging (opzettelijk vervoeren van drugs). Zij zijn daarvoor veroordeeld tot elk een gevangenisstraf van zeven jaar, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.

De verdachte G.S. is voor het feit onder 2b van de tenlastelegging (medeplichtigheid aan het opzettelijk vervoeren van drugs) veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De verdachte G.K. is van alle ten laste gelegde feiten vrijgesproken. De verdachte R.L, tegen wie verstek is verleend, is voor het feit onder 2a van de tenlastelegging (medeplegen van het vervoeren van drugs), veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar.

De kantonrechter heeft de onttrekking aan het verkeer bevolen van de in beslag genomen cocaïne. Voor feit 1 (deelneming aan een criminele organisatie) en de ten laste gelegde feiten die gepleegd zouden zijn in Marowijne, zijn alle verdachten vrijgesproken.

Voorafgaand aan de uitspraak zijn er op de voorgaande zittingen getuigen verhoord. Ook de verdachten die in detentie verkeerden, zijn verhoord ter terechtzitting. Hierna heeft de officier van justitie een strafeis gedaan, waarna de advocaten van de verdachten in hun pleidooi hebben gereageerd op de strafeis. Vervolgens zijn zowel de vervolging als de verdediging een tweede keer aan de beurt gekomen in respectievelijk de repliek en dupliek. De verdachten mochten het laatste woord voeren, waarna de rechter het onderzoek heeft afgesloten en uitspraak heeft gedaan.