Bij de recente ontwikkelingen betreffende overheidsaanbestedingen in Suriname, heeft de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), al meerdere keren haar bezorgdheid geuit over het gebrek aan transparantie en goed bestuur bij deze processen. De VSB erkent in het kader hiervan, dat er dringend behoefte is aan noodhulp, zoals recentelijk het goedkeuren van SRD 80 miljoen voor voedselpakketten, maar benadrukt dat deze acties moeten plaatsvinden met inachtneming van de hoogste normen van integriteit en efficiëntie. Ook heeft de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) in zijn 6e bulletin gesteld, dat de SEOB onlangs enkele gesprekken met experts over publieke aanbestedingen en de Aanbestedingswet 2023 heeft gehad. Volgens de SEOB beoogt deze wet, die nu in concept is, modernisering van de publieke aanbestedingen om zo corruptie tegen te gaan. “De wet omvat het instellen van een aanbestedingsautoriteit. Met het instellen van deze autoriteit en een gros aan aanbestedingsregels, moet het aanschaffen van goederen en diensten door de overheid efficiënter en kosteneffectiever plaatsvinden”, aldus de SEOB. Wanneer dit soort toonaangevende organisaties zich openlijk hierover uitspreken, dan hoop je wel dat de overheid door heeft dat het genoeg is geweest met al dat gerommel met de gunning van projecten aan ‘friends & family’. Vooral een kleine vier jaar na de Aanbestedingswet 2019, waarmee de vorige regering absolute grenzen tot subjectieve grenzen heeft verschoven.
Er zijn tal van voorbeelden die wij kunnen opsommen en het loopt naar onze mening, daadwerkelijk de spuigaten uit. Aannemers hebben vorig jaar zelfs rechtszaken aangespannen tegen het ministerie van Openbare Werken, omdat zij niet konden begrijpen dat er werd gekozen voor de partijen die voor veel hogere bedragen hadden ingeschreven. Zij worden daarin door de 2019 (NDP) Aanbestedingswet ernstig ondermijnd. Die wet gaat uit van een doelmatigheidstoets door de ministers zelf, die aan niemand werkelijke verantwoording verschuldigd zijn, dan aan de president. In landen waar de ministeriële verantwoordelijkheid aan het parlement overgelaten is, kan een motie van wantrouwen, de ministers tot goed bestuur dwingen. Met het stelsel van onze executieve en zelfs imperiale president, is de ondersteuning van de president en vicepresident voldoende om overtreders in het zadel te houden.
We zijn de kwestie met betrekking tot de bouw van een nieuwe vergaderzaal van De Nationale Assemblee, niet vergeten. Deze kwestie kreeg media-aandacht toen duidelijk werd, dat de bouwplannen niet voldeden aan de richtlijnen van de UNESCO Werelderfgoedlijst. UNESCO Site Manager historische binnenstad Paramaribo, Stephen A. Fokké, voelde zich genoodzaakt om toen alarm te slaan over de bouw van een nieuwe ’s lands vergaderzaal. “Genoodzaakt, omdat arrogantie zal maken dat onze historische binnenstad na 21 jaar op de UNESCO Werelderfgoedlijst, het risico loopt om van deze Lijst geschrapt te worden, dan wel op de Lijst van World Heritage in Danger geplaatst te worden”, aldus Fokké. Ondanks alle ophef van Fokké, ging de zaak nog dagen door, totdat er zoveel aandacht was voor het onderwerp dat de bouw werd gestaakt. Naast het feit dat de bouwplannen niet voldeden, was er ook consternatie ontstaan bij de gunning van dit project, want de aannemer Patrick Dundas, directeur van het bouwbedrijf Dundas N.V., legde aan de pers uit hoe de zaak is verlopen, waarbij hij stelde een zaak aanhangig te maken bij de rechter inzake de gunning voor de bouw van een nieuwe vergaderzaal van De Nationale Assemblee.
Dundas zei dat conform de tender, de laagste inschrijver het werk toegewezen zou moeten krijgen. Zijn bedrijf was met SRD 5 miljoen de laagste inschrijver; doch het werk werd gegund aan de hoogste inschrijver voor ruim SRD 5,6 miljoen. Volgens Dundas werd er geen duidelijke reden gegeven waarom er uiteindelijk gekozen werd voor Bouwvast Jankie N.V., de hoogste inschrijver. Dundas wilde een verklaring en wij kunnen dat heel goed begrijpen. De Algemene Aannemers Vereniging (AAV), heeft toen ook een protestbrief gericht aan het ministerie van Openbare Werken met betrekking tot de doorgevoerde onverantwoorde afwijkingen op de formele aanbestedings- en gunningsprocedures binnen het project: ‘Het gebruiksgereed opleveren van het vergadercomplex van De Nationale Assemblee te Paramaribo’. In het schrijven legde de AAV er de nadruk op dat de aanbestedingsregels van het AWS 1996, eenzijdig en zonder enige communicatie, overboord waren gegooid. Wat wij toen al wisten, is dat in deze kwestie in beginsel heel wat zaken zijn vertrapt, zoals het Aanbestedingsreglement voor Werken in Suriname (AWS), de laagste bieder is omzeild en het ministerie van Openbare Werken (OW) weigerde verantwoording af te leggen. Ook had Dundas eerder een conceptcontract ontvangen, om vervolgens een dag of twee later, een brief te ontvangen waarin werd gesteld dat de Onderraad voor Aanbesteding en Gunning (ORAG) anders had besloten. Dit was naar onze mening verkeerd, want wanneer er een aanbesteding wordt gehouden conform de regels van het AWS, dan moet die ook gerespecteerd worden. Het zomaar afstappen van het AWS, creëert anarchie en bandeloosheid in die sector. We hebben daarbij gemerkt dat de afgelopen tijd het AWS bijna structureel vertrapt wordt door de overheid, want er zijn ook andere projecten die op deze manier zijn gegund aan partijen die niet eens beschikken over de nodige apparatuur, laat staan een deskundig team hebben om zo een grote job te klaren.
Naar wij vernemen, heeft de AAV zelfs een brief geschreven naar de president hierover en gevraagd om in te grijpen op het ministerie van OW en LVV. Helaas heeft het staatshoofd hier nooit op gereageerd en is ook niet in gegaan op het verzoek van de AAV om uitgenodigd te worden.
Ondanks alle ophef vanuit de AAV, heeft het ministerie van OW zich telkenmale achter het besluit van de ORAG verscholen. Dit is naar onze mening onkan en beslist niet professioneel.
De Raad van Ministers en de regering als geheel, zouden de ORAG na zulke misstanden moeten corrigeren en overwegen de samenstelling te wijzigen. Nog een voorbeeld is het langverwachte Saramaccakanaalproject, gefinancierd door een lening van USD 30 miljoen van de Wereldbank, dat gericht is op het rehabiliteren en verbeteren van het Sara-maccakanaalsysteem om de ontwateringsproblemen in Groot-Paramaribo aan te pakken. De gunning van dit project is naar wij vernemen, ook niet helemaal zuiver verlopen, want de aannemer Baitali, die voor veel lager had ingeschreven, werd in eerste instantie zonder een behoorlijke verklaring afgewezen, om vervolgens te vernemen uit de media dat OW in zee zal gaan met de partij die veel hoger had ingeschreven. Daar kwam nog bij dat het gekozen bedrijf er niet om bekend staat dit soort grote projecten uit te voeren. Naar aanleiding van de manier waarop de gunning van dit project is gegaan, had Baitali een kortgeding aangespannen, omdat zij in eerste instantie geen verklaring van afwijzing had ontvangen. Vervolgens heeft het ministerie van OW vorig jaar op 14 november aangekondigd, dat het langverwachte Saramac-cakanaalproject officieel van start gaat met de ondertekening van het contract met Infra International N.V., in een gezamenlijke inspanning met Bouw & Infra Suriname N.V. Zoals reeds bekendgemaakt door OW, heeft de aannemer in november vorig jaar het contract getekend, maar kon niet starten met de werkzaamheden, omdat apparatuur die nodig was om het werk uit te voeren, ontbrak. Het project is naar wij vernemen, pas drie weken geleden gestart.
Wij van Keerpunt vragen ons af, hoe ver dit bedrijf is met de werkzaamheden van dit project en of het project wel naar behoren uitgevoerd en opgeleverd zal worden. In die tussentijd hopen wij dat de introductie van de 8-tal aanbestedingsvormen door het SEOB, zoals gehaald uit de Neder-landse Aanbestedingswet 2012, naast de openbare aanbesteding zullen worden meegenomen, zodat het wettelijk aanbestedingskader naar behoren wordt aangepast. “Deze vormen werden in de praktijk al toegepast in Suriname. Echter wordt opgemerkt dat bij een aantal van deze nieuwe vormen de checks and balances die internationaal gangbaar zijn, vooralsnog niet zijn meegenomen. Dit zou haar weerslag kunnen hebben op de corruptiegevoeligheid”, aldus de SEOB. Een comply-or-explain norm zou ook naar parastatalen doorgetrokken kunnen worden, want zoals uit recente ontwikkelingen bij diverse staatsbedrijven en met name utiliteitsbedrijven blijkt, worden ook daar grote gunningen makkelijk en dichtbij verdeeld, zonder aanbestedingsethiek en -discipline.