President Santokhi presenteert het bijstellen van selective default naar CCC+/C rating, met een ‘positive outlook’ door Standard & Poor’s credit rating agency, als een ontwikkeling en stabiliteit, een trend die in 2024 volgens hem vruchten zal afwerpen. Ook lovende woorden van de Mission Chief van het IMF zijn voor Santokhi aanleiding, het eigen beleid ruim op te vatten. Een landelijk woningbouwproject moet voor eenieder een geldlening van 7 procent met zelfs volledige financiering van meer dan de helft mogelijk maken, terwijl ook de prijs van verschillende voedingsproducten door interventie en distributie via containerlocaties (de zgn. foodbaskets) omlaag zal gaan. De foodbaskets zijn gemarket in oranje, van hashtag voorzien van de naam van de president en partijleider van de VHP, zijn er dichtbij om als een campagnestunt te beschouwen, terwijl de exacte financiering niet geheel helder is voor het publiek.
Het heeft er alle schijn van dat woningbouw en een sociaal vangnet serieus geïdentificeerd zijn geworden als aandachtsgebieden voor de regering en ontwikkelingsbanken. Voortgang op die onderdelen vertaalt zich ook makkelijk en voorspelbaar in trouwe kiezers, terwijl de opening en oplevering van projecten, fotomomenten voortbrengt die oppositiepartijen uiteindelijk niet aan hun achterban kunnen bieden. De communicatie rond deze twee projecten is ook beter en met meer nadruk op de persoonlijke zichtbaarheid van de president en partijglans van de VHP, dan andere onderwerpen tot nu toe geweest zijn. Het succes en de vooruitzichten moeten echter binnen een context gezien worden. De ratingbureaus kennen veel gewicht toe aan de realiteit, dat het IMF, in hervatting van de steun aan Suriname, een goedkeurende knik in de richting van het beleid van de regering geeft. Een gapend gat van bijna een half miljard van China, als grootste bilaterale schuldeiser, is echter nog niet ingevuld, terwijl bekend is dat China en het IMF lijnrecht tegenover elkaar staan als het om internationale schuldpolitiek gaat. China’s eigen beoordeling door het IMF en zeggenschap binnen de structuur van het IMF, zijn twistpunten, die doorwerking hebben op landen die door de supermacht enerzijds en het economisch machtsblok anderzijds, in verschillende beleids- en belangen richtingen getrokken worden. Suriname is daar eerder toonbeeld van, dan uitzondering op. Dat de president de ontwikkelingen betreffende Essequibo totaal niet meeneemt in zijn verwachtingen, terwijl de instroom van vluchtelingen, toename van grensovergangen en verder vastlopende regionale relaties, overal zorgen baren, duidt op hiaten in transparantie of hiaten in het werkelijk vooruitzicht. Tot slot heeft de president werkgelegenheid en de sanering van het ambtenarenapparaat, die niet los van elkaar staan, kortom, het gezicht van de Surinaamse arbeidsmarkt, als beleidspunt niet meegenomen, niet belicht en er niets over verklaard. Hoe zal de werkgelegenheid zich in 2024 ontwikkelen en voor degenen, die het geluk hebben, aan het werk te kunnen, hoe zullen de voorzieningen, de koopkracht en de toegang tot een middenklassebestaan zijn, na drie jaar van stilstand, achteruitgang en toenemende dreigingen aan de onderzijde van migranten uit Latijns-Amerika en Haïti en de toenemende uitstroommogelijkheden naar Nederland, de Nederlandse Antillen en Noord-Amerika? Vooral op het gebied van zorg, veiligheid en onderwijs, is niet duidelijk waar de president Suriname in 2024 heen denkt te leiden en hoe de verbetering van vooruitzichten, zich zullen vertalen, naar een leefbaar bestaan.
R.B.