Op 13 december 2023 liet de regering weten dat zij succesvol de herstructurering van twee Eurobonds, meer bekend als Oppenheimer I en II, heeft afgerond. Wat betekent dit voor ons? Allereerst vermindert deze herstructurering onze schuldendienstverplichtingen aanzienlijk, met USD 972 miljoen tussen 2020 en 2026. Hierdoor hebben we de ruimte om te focussen op belangrijke economische hervormingen en beleidsmaatregelen volgens het IMF-programma. We ruilen de oude Eurobonds in voor een pakket van een nieuwe en een innovatief waardeherstelinstrument (VRI). Met het VRI betalen we obligatiehouders 30% van de opbrengst van olie-royalty’s uit Blok 58. Hiermee kunnen we hen compenseren voor hun inspanningen om onze schuld te verlichten.

Belangrijk om te weten is volgens de regering, dat Suriname alle andere inkomsten uit Blok 58 behoudt, evenals alle opbrengsten uit andere koolwaterstofbronnen in ons land. Een opmerkelijke bevinding, omdat nooit gesproken is over opbrengsten uit andere koolwaterstofbronnen. Bij de vreugdedans, kon de regering even goed de goudvoorraden en het drinkwater als ‘nog steeds van ons’ noemen, want ook over deze hulpbronnen is niet gesproken. Het heeft er echter veel van, dat de leegverkoop aan zekerheden, door de regering in context wordt geplaatst, door te presenteren hoeveel erger het had kunnen zijn geweest. Deze structuur zorgt er volgens de regering voor, dat als de olieproductie zich voordoet, we niet alleen onze schulden kunnen aflossen, maar ook kunnen profiteren van de positieve impact op onze economie, wat wederom, windowdressing is. De structuur zorgt daar niet voor, maar beperkt juist die capaciteit. Wij van Keerpunt zijn zeker optimistisch over de herstructurering en alle onderhandelingen, want het heeft de regering ruim drie jaar gekost dit alles te bewerkstelligen. Dit is een ware strop geweest voor haar en is zoals we weten, een erfenis van de gewezen voortvluchtige minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, die tot op heden ‘spoorloos’ is. De VHP beloofde tijdens de campagne dit gegeven binnen 200 dagen te realiseren. Dat ze daar vier keer zoveel tijd voor nodig had en op een resultaat kwam, dat minder dan de helft zo positief was als haar wederopbouwplan projecteerde, moet niet vergeten worden.

De twee Eurobonds, gekapitaliseerd tegen hoge tarieven van 9,25% (voor de obligaties die vervallen in 2026) en 12,875% (voor de obligaties die vervallen in 2023) en met een totaalbedrag van USD 912 miljoen, werden geruild voor een vast rentedragend instrument in de vorm van een nieuwe obligatie en een value recovery instrument (VRI) in de vorm van een aan aardolie gekoppelde zekerheid.  De nieuwe obligatie wordt uitgegeven met een nominale waarde van USD 660 miljoen, met een looptijd van 10 jaar en een coupon van 7,95%. Gedurende de eerste twee jaar wordt slechts 4,95% in contanten betaald, de resterende 3% wordt gekapitaliseerd. Ook publiceerde  EMFI Securities Limited onlangs een document waarin een analyse wordt gemaakt van de economische situatie in ons land, dit naar aanleiding van de reeds geïmplementeerde IMF-maatregelen. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) merkte op dat de Surinaamse regering recentelijk het ruilaanbod heeft gepresenteerd voor het tot stand brengen en de herstructurering van de Eurobond/ Oppenhei-mer-obligaties. EMFI stelde dat de obligaties aanzienlijk zijn gestegen sinds de aanbeveling is gewijzigd om te kopen, hoewel er nog steeds sprake is van het risico/rendement in het aanbod.

CHINA

Nu hopen wij nog op goed nieuws met betrekking de schuld aan China, want de minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin, zou China bezoeken om een eventuele herstructurering van de schulden te bespreken. Dit is het sluitstuk van de pogingen om onze internationale schulden te herstructureren. Volgens Ramdin wil de regering ervoor zorgen dat de rentebetalingen in de toekomst niet explosief stijgen, nadat Suriname na Zambia het tweede land werd dat in de nasleep van de covid-pandemie in 2020, zijn staatsschuld niet kon afbetalen. De grootste schuldeiser van Suriname is China. Suriname is volgens het Suriname Debt Management Office ongeveer 540 miljoen dollar aan Chinese crediteuren schuldig, waarvan bijna 130 miljoen dollar achterstallig is. De voorwaarden van de leningen omvatten geen concessies, zei Ramdin. Dat betekent volgens hem, dat China geen beslag kan leggen op zijn activa, als het land blijft worstelen met terugbetalingen. Deze schulden zijn gemaakt tussen 2008 en 2016 voor onder meer woningbouw, infrastructuur en een breedbandnetwerk. Maar ook deze bewering is misleidend en zou alleen in het geval van natuurlijke verbintenissen het geval zijn. Wat Ramdin in geval van volledigheid had moeten zeggen, is dat er geen rechtstreekse zekerheden per schuld verbonden zijn, maar dat in geval Suriname in gebreke blijft, beslagleggingen wél executoriaal kunnen volgen, via het traject van bodem geschillen en arbitrale uitspraken, wat enigszins langer duurt, maar zeker wél voorhanden blijft. Keerpunt heeft het al vaker gehad over de Volksrepubliek China die de grootste bilaterale schuldeiser is van Suriname. Tegenover al deze Chinese leningen die tot nu toe zijn verstrekt aan ons land, staat geen enkele groei van onze productie. China onderhoudt sinds 2006 een langdurige economische relatie met Suriname. In 2019 kondigden de presidenten Xi Jin-ping en Bouterse het strategisch samenwerkingspartnerschap China-Suriname aan, waarmee ze Suriname voegden in het Belt Road Initiative.  De schuldenherstructurering met China duurt naar onze mening veel te lang, want toen ex-minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning tegenover De West in 2021 verklaarde, dat de afspraken met het IMF afhankelijk waren van de Chinese schuldeisers, dachten wij dat het wel goed zou komen. Sinds die tijd wil het IMF een schrijven van de Chinese schuldeisers, waarin zij duidelijk stellen, dat zij zullen meewerken aan het herstructureringsprogramma van Suriname.  Het jaar 2023 is reeds voorbij en de Chinezen blijven ons aan het lijntje houden. Ze geven ons wel cadeautjes, maar wat de gesprekken over de schuldenherstructurering betreft, is het een langa bere kwestie. Dit is realistisch gezien ook niet te verwachten, omdat IMF qua economische beleidsvoering, een sta in de weg is voor China’s geopolitieke doelen. Verwachten dat zij Suriname in een IMF traject ook maar een centimeter zullen vergemakkelijken, is een struisvogelvisie. Het heeft meer weg van het verwachten dat Barcelona zijn spits uit zal lenen aan Real Madrid om de Champion’s League finale te winnen. Dat de regering missies blijft financieren om naar China af te reizen, is verkwanseling van middelen en een theateropvoering waar Thalia niet aan kan tippen. Suriname kan evengoed turnverenigingen ‘menselijke piramides’ naar de maan laten oefenen, want de kans daarop is groter, dan dat China ooit aan een IMF-herschikking, één vinger aan instemming zal uitsteken.

SCHENKINGEN

Dit jaar heeft minister Ramdin overleg gevoerd met ambassadeur Han Jing van de Volksrepubliek China, omtrent de status van de huidige schenkingsprojecten van China op het gebied van huizenbouw, het Safe City Project, landbouwtechniek en -productie. Het laatste betreft de introductie van nieuwe gewassen met training en begeleiding van de betrokken actoren. Wij zijn van mening dat dit gewoon ‘cadeautjes’ zijn die zand strooien in onze ogen en erop gericht zijn de deur naar ons land open te houden, voor wanneer het IMF-programma afloopt.