De buitenparlementaire partij DA’91 heeft onlangs een schrijven gestuurd naar het Internationaal Gerechtshof (International Court of Justice, ICJ) in Den Haag, Nederland, waarin zij aangeeft, dat Guyana een kaart aan het ICJ heeft gepresenteerd, waarop een deel van het Surinaamse grondgebied dat bekend staat als ‘Tigri‘, is opgenomen als grondgebied van Guyana. DA’91 noemt dit “verbazingwekkend en zeer betreurenswaardig” en vraagt het Internationaal Gerechtshof deze kaart – die werd gepresenteerd in de grenscontroversezaak van Guyana met Venezuela – niet te gebruiken, maar te verwerpen, omdat die niet representatief is. Dit schrijven van de partij is vanwege recente ontwikkelingen in het grensgebied met Venezuela, waarbij de vrees voor een Venezolaanse militaire invasie steeds groter werd. Op vrijdag 01 december gaf het Hof via rechter Donoghue uitvoering aan dit verzoek. Volgens de uitspraak mag Venezuela geen handelingen plegen die de soevereiniteit van het Guyanese grondgebied bedreigen. Ook evenzo mogen geen van beide landen handelingen plegen die de oplossing van het grensconflict zouden kunnen doen escaleren.
HET GRENSGESCHIL TUSSEN SURINAME EN GUYANA
Wie dit grensgeschil nog steeds niet begrijpt, moet het boek van auteur Evert G. Gonesh, lezen. Gonesh is tijdens diens lange publieke en diplomatieke carrière bekend onder de naam Evert Azimullah en heeft een diepgaande en toch toegankelijke tweetalige beschouwing gepubliceerd over het grensgeschil tussen Suriname en het buurland Guyana. Gonesh heeft in deze twee boeken een analyse gemaakt over het geschil tussen bovengenoemde landen en hun kolonisators. De auteur komt tot de conclusie dat een strikt juridisch oordeel niet aan te bevelen is bij een problematiek van deze aard, niet alleen vanwege de tijdverslindende procedures, maar omdat dit kan resulteren in een ‘winnaar’ en ‘verliezer’. De schrijver adviseert onze bestuurders door middel van bemiddeling te komen tot een oplossing van het grensgeschil. Volgens hem zou elk van de partijen in redelijke mate aan hun wensen, tegemoet kunnen komen. Hij wijst erop dat de voorgenomen bouw van een brug over de Corantijnrivier, hiertoe een welkome aanleiding kan zijn. NPS-parlementariër Patricia Etnel heeft zich ook geuit over de kwestie en gesteld dat Suriname het ingewikkelder voor zichzelf maakt om het door de CARICOM ingenomen standpunt met betrekking tot het Essequibo-geschil, te ondersteunen. Etnel plaatst vraagtekens bij de collectieve steun van de CARICOM en wel in Surinames eigen grensgeschil met Guyana. Bovendien uit Etnel haar bezorgdheid over de keuze van de regering om in het Tigri-grensgeschil met Guyana voor dialoog te kiezen, in plaats van een direct standpunt in te nemen. “Wat ik ook vreemd vind, is waarom we binnen de CARICOM hebben voorgestemd, want ik zou me onthouden, omdat ik vind dat we als land al een probleem hebben met Guyana”, aldus Etnel. Zij stelt dat de uitspraak van de United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS) over de ligging van de Corantijnrivier, de aanspraken van Suriname op het Tigri-gebied versterkt. Ze betoogt dat Suriname door in dialoog te treden met Guyana, vreemd gedrag vertoont, terwijl de UNCLOS-uitspraak duidelijkheid verschaft over de rivierligging en natuurlijk haar oorsprong. De beslissing van Suriname om het CARICOM-standpunt te ondersteunen in de Essequibo-kwestie, roept vragen op over de toekomstige steun van de CARICOM in Suriname zijn eigen geschillen. Etnel uit haar verbazing over de stem van Suriname binnen de CARICOM, gezien het aanhoudende grensgeschil met Guyana.
Minister Albert Ramdin gaf in een eerder interview aan, dat Suriname en Guyana actief bezig zijn om de grenskwestie tussen beide landen te bespreken. Hij zei dat beide landen een eigen diplomatiek proces hebben om de kwestie te bespreken. Een diplomatiek proces, is echter het resultaat van twee uiteenlopende belangen, die verenigd worden. Als beide een eigen proces hebben, zit daar geen diplomatiek bij, maar verdeelde strategie.
Dit is niet heel anders dan zeggen dat twee buren beiden een eigen schutting bouwen aan de andere zijde van hun perceel. Tot een gezamenlijke schutting of grens, kom je langs die route dan niet. Maar de Guyanezen hebben onlangs wederom hun standpunt duidelijk gemaakt, want de Guyanese vicepresident Bharrat Jagdeo stelde dat de Guyanese regering zich niet zal laten meeslepen in ‘’enig opportunistisch gekibbel dat sommige Surinaamse oppositieleden proberen aan te wakkeren over een kaart die Guyana heeft ingediend bij het Internationale Gerechtshof (ICJ)’’. Op de bewuste kaart is het Tigri-gebied opgenomen als onderdeel van het grondgebied van Guyana. Jagdeo deed deze uitspraak na de brief die de buitenparlementaire partij DA’91 naar het Internationaal Gerechtshof gestuurd had. In de brief staat dat Guyana een kaart aan het ICJ heeft gepresenteerd, waarop een deel van het Surinaamse grondgebied dat bekend staat als ‘Tigri‘ (New River Triangle), is opgenomen als grondgebied van Guyana. DA’91 stelde dat ze de kaart “verbazingwekkend en zeer betreurenswaardig” vindt en vroeg het Internationaal Gerechtshof deze kaart – die werd gepresenteerd in de grenscontroversezaak van Guyana met Venezuela – niet te gebruiken, maar ‘’te verwerpen’’, omdat die niet representatief is. Jagdeo: “Ik ontmoette zowel Ramdin, de president van Suriname Santokhi en president Ali ontmoette hen ook op de 28e Conferentie van de Partijen en dit is niet een kwestie die we hebben besproken.” Jagdeo herhaalde dat de regering niet zal bezwijken voor het opportunisme van bepaalde groepen, en voegde eraan toe dat Guyana gefocust zal blijven op zijn zaak voor het Internationaal Gerechtshof. Dat Jagdeo de werkelijke invloed is in het beleid en Ali vergelijkbaar met Medvedev ten opzichte van Putin, of Pinocchio ten opzichte van Gepetto, danst naar de touwtjes in zijn handen, is bekend. De vraag is echter of die touwtjes reiken tot in onze hoofdstad en met name tot boven de hoofden van sommige kopstukken van onze regering. Ramdin heeft Surinames positie ten opzichte van het buitenland, in drie jaar nergens verstevigd of verbeterd.
Maar bezien vanuit de lens van het Guyanese belang, is hij mede verantwoordelijk voor het voorwerk van de Corantijnbrug, het ongewijzigd blijven van Tigri, CARICOM steun bij Essequibo en het drama rond visvergunningen. Hij is een betere Guyanese beheerder van belangen in relatie tot Suriname geweest, dan dat hij een Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken is geweest en voor een functionaris, met zijn internationaal profiel, zijn natuurlijke diplomatieke begaafdheid en zijn economisch financieel inzicht, is het moeilijk voorstelbaar, dat als hij zich gericht had op de beloften van de VHP in het wederopbouwplan, in plaats van het te vriend houden van de Westerburen, Suriname er vandaag een stuk beter voor zou staan.
De geopolitieke tekenen zijn echter aan de wand.
Het Britse patrouilleschip HMS Trent is namelijk van het Oekraïne theater onttrokken en georderd naar de Caraïben te begeven in ondersteuning van de gereedheid van Guyanese ondersteuning.
Dit is een signaal in de richting van Venezuela’s bondgenoten, supermachten in het Oekraïne theater, dat de opening van een nieuw front, een serieus overwogen optie betreft in het spanningsveld voor Guyana’s Gemene Best partner en petroleum ontwikkelingspartners. Het schip is naast meervoudige wapens uitgerust met een afweer- en aanvalcapaciteit, voorzien van een vliegdek dat gevechtshelikopters tot en met anti-onderzeeërs klasse kan faciliteren, evenals drone lancering en besturing.
De manoeuvres van Rusland en China in de regio als geheel zijn vergelijkbaar met het Britse plan om in de Eerste Wereldoorlog Gallipoli en de Dardanellen als drukpunt toe te passen om meer fronten te openen en de machtsverhoudingen in de bestaande gevecht regio, te doorbreken. Niet alleen Essequibo, maar ook China’s houding betreffende de schuldenlast, van onder meer Suriname, zijn tactieken in de strategische visie van wijziging van het evenwicht in wereldverkeer en territorium.Suriname lijkt de enige speler aan tafel zonder enig idee wat te verwachten, terwijl anderen bewegingen maken in hun eigen nationaal belang en voordeel.