Boldewijn: ‘Vertraging OM gevangenneming Bouterse’

Bestuurskundige August Boldewijn zegt dat de vertraging bij het Openbaar Ministerie (OM) inzake de gevangenneming van de veroordeelde ex-president Bouterse, weliswaar zich tegen de verwachting in voltrekt, maar dat het vonnis juridisch is vastgesteld. Volgens hem is het vervelend, niet zozeer om het gratieverzoek, maar om de gratie zelf. Hij wijst erop dat het decemberstrafproces zestien jaar heeft geduurd en de nabestaanden bezig zijn geweest met allerlei zaken om deze materie tot een goed einde te brengen. Boldewijn is van mening, dat we ons moeten afvragen of zo iemand dan gratie krijgt, wat de moeite is die velen in de samenleving hebben opgebracht, de inspanning en financiële middelen die aan het proces zijn uitgegeven en de zaak verder te leiden. “Welke zin heeft het allemaal als de president gratie zou verlenen en hij verschijnt daarna in de media en vertelt allerlei mooie dingen”, aldus Boldewijn.

Wat is dan de waarde van het vonnis zelf? Volgens hem is het strafproces goed verlopen, zoals het in elkaar gezet is. Bij een eventuele verkrijging van gratie, is de veroordeling dan waardeloos geworden.

Boldewijn verwijst naar de mensen die zijn vermoord en ook vooraf gratie hebben gevraagd aan Bouterse, maar die heeft dat niet gegeven.

Bouterses advocaat Irvin Khanhai zegt inmiddels dat de veroordeelde geen gratie heeft ingediend, en Boldewijn meent, dat na het verstrijken van de acht dagen waarin betrokkene het gratieverzoek mag doen, “Bouterse dan gevangengenomen moet worden”. Volgens hem is de gevangenneming van de veroordeelde geen bevoegdheid van de uitvoerende macht, dus de president heeft gelijk door te stellen dat hij geen bemoeienis heeft met de gevangenneming van Bouterse. Voorts zegt Boldewijn dat de president rekening dient te houden met de grondwet van Suriname. Hij vindt het ook jammer, dat de vicepresident niet zolang geleden zich heeft uitgelaten over een gesprek met Bouterse, die hij toen gevraagd zou hebben gratie te vragen. Volgens Boldewijn moet men zich onthouden van dit soort uitspraken.

Ook stelt Boldewijn dat de verklaring waarin Bouterse volhardt, dat de slachtoffers van 8 december een complot zouden hebben beraamd, tijdens het onderzoek van het strafproces niet waar is gebleken.

Ook wijst Boldewijn erop, dat sociologisch bekeken, in de dagen voorafgegaand aan de moorden op de slachtoffers, het volk al in beroering kwam en scholieren op straat kwamen in protest met leuzen als: ‘Geen brood, geen school’.

De vakbeweging kwam in opstand en ook de werkers.

Alle beroering toen heeft geleid tot een marxistisch en communistisch sociale, politieke en economische ideologie, gericht op de verwezenlijking van een klasseloze en socialistische samenleving. Die is gebaseerd op een schokeffect (met de moorden) in de gemeenschap. “Die instelling schijnt wederom te willen opkomen”, aldus Boldewijn.

More
articles