Volgens minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, heeft hij compleet lege lokalen aangetroffen als het gaat om schoolmeubilair. Dit is volgens de minister een nieuw verschijnsel dat zich voordoet op scholen. De grote vraag in dezen is: waar is het schoolmeubilair? Wordt het doorverkocht? Gebruikt men het voor andere doeleinden of wordt het ijzer opgekocht door handelaars. In ieder geval is het duidelijk, dat er dus een levendige handel hiervan wordt gemaakt. Maar hoe kan het, dat de scholen zitten zonder bewakers in de nachtelijke uren, terwijl de overheid zelf aangeeft, te kampen met een overschot aan personeel in haar apparaat.
En dat plotseling niemand door heeft dat er meubilair verdwijnt, zegt ook veel over de sociale controle in onze maatschappij. Hoe willen we een goede naam hebben voor de buitenwereld, wanneer we niet eens in staat zijn, onze schoolkinderen te accommoderen? We zijn zover teruggevallen, dat ouders zelf met schoolmeubilair moeten sjouwen, zodat hun kinderen onderwijs kunnen genieten. Eens gaf een docent al aan, dat ze met haar leerlingen naast een boom les moest geven, omdat het schoolbord weggedragen was door kwaadwilligen. Je vraagt je af, hoe mensen het in hun hoofd halen dit te doen met mensen die wij de toekomst van morgen noemen.
Het wordt tijd dat we gaan naar duurzame oplossingen voor onder meer dit probleem. Misschien collegelokalen. Of meubilair dat muurvast zit en moeilijk weggedragen kan worden. We moeten nu toekomstgericht denken.