Tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders van De Surinaamsche Bank N.V. van 11 december 2023, brachten de Raad van Commissarissen en de directie van DSB, verslag uit over het boekjaar 2020. Het management, destijds onder leiding van directeuren Coutinho, De Rooij en Sardjoe, leverde een winst van SRD 118 miljoen op. De tussenliggende periode werd benut om de overstap te maken naar onder andere de IFRS-methode van rapportage, in lijn met de Wet op de Jaarrekening. Aan de basis daarvan lag een doordacht strategisch beleid, dat helder aan de stakeholders intern kenbaar gemaakt is bij de aanvang van de bestuurstermijn.
Simpler, Safer, Stronger
1) Simpler: de processen van de bank versimpelen/ digitaliseren.
2) Safer: de risico’s waar de bank aan blootgesteld was identificeren en managen.
3) Stronger: inkomsten op een verantwoorde manier verhogen, drastisch snijden in kosten en oninbare kredieten uitwinnen; zonder aanziens des persoons.
De bank formuleerde dit gezamenlijk met het personeel en nam soms drastische maatregelen met draagvlak vanuit de organisatie als geheel, zoals cheques afschaffen, diverse fees verhogen en de renteprijzen afstemmen op basis van het risico van de klant. Wat Keerpunt echter zorgen baart, is dat tot op heden vrouwen niet vertegenwoordigd zijn achter de bestuurs- en raadstafel op het podium, bij het toespreken van de aandeelhouders. De omstandigheden hieromtrent, maken het onacceptabel en onbegrijpelijk dat dit in 2023 nog mogelijk is. DSB heeft een werknemersbestand dat meer uit vrouwen dan mannen bestaat.
Toen mevrouw Sardjoe uit de Raad van Commissarissen overgeplaatst werd naar de directie, werd door de aandeelhouders aandacht gevraagd voor balans en diversiteit. Desondanks is in de tussenliggende drie jaar slechts één vrouw voorgedragen voor zitting in de raad, die nog steeds de goedkeuring van de Centrale Bank van Suriname af-wacht, terwijl een andere vrouw door de Centrale Bank van Suriname, geen zitting in de directie gegund werd. Met het vertrek van Coutinho, Sardjoe, De Rooij en Molen-kamp, is er een zorgelijk verloop of zelfs verslijting van directieleden te constateren, hetgeen door de aandeelhouders aangekaart werd. Echter, met het vertrek van het enige vrouwelijke lid in de directie, was de inbalans merkbaar en oncomfortabel tijdens de recente vergadering van aandeelhouders. Het contrast werd scherp, schril en enigszins onsmakelijk, doordat de servicebalie, de welkomstontvangst en de ad-hocstemcommissie overweldigend door vrouwen bemensd werden, weergaf het geheel enigszins de sfeer van een kickboksgala in een tijdperk, dat inclusiviteit een hoogstaand aandachtspunt zou moeten zijn. Enerzijds pareerde de Raad van Commis-sarissen de vragen hiernaar, door te verwijzen naar de Centrale Bank van Suriname, anderzijds door die terug te kaatsen naar de aanwezige aandeelhouders, met mooie woorden en beloften voor beterschap.
Anderzijds zijn werving en selectie taken van de aanwezige heren achter de tafel en hebben zij klaarblijkelijk aan andere kandidaten de voorrang gegeven, gezien het aanbod van welgeteld één vrouw elk, voor de organen in kwestie in drie jaar tijd.
Anderzijds gaat ook de Centrale Bank van Surina-me, in haar toezicht, niet vrijuit, nu onthuld werd, dat een nieuw directielid, op de zelfde vergadering als het nieuw (vrouwelijk) raadslid voorgedragen is onder voorbehoud en het directielid, als man, reeds goedkeuring geniet, terwijl het kandidaat raadslid, ondanks ondersteuning van de aandeelhouders, de aanstaande collega-raadsleden en de directie, nog altijd in afwachting is van een formeel besluit van goedkeuring.
Overigens is de Centrale Bank van Suriname, met name het directoraat Toezicht, een markante afwezige als het de brede maatschappelijke discussie over diversiteit en inclusiviteit betreft. Waar de Centrale Bank van Suriname bijvoorbeeld over de Open Markt Operaties en over inflatie, een open weerwoord aan de overige organen van staat niet schuwt, heeft Toezicht zich nimmer publiekelijk laten ontvallen over een diversiteitsbeleid of over inclusiviteit naar vrouwen toe en evenmin, een afkeurend geluid laten horen met het vertrek van steeds meer markante en deskundige vrouwen, uit de top van het bankwezen. Het is aan alle stakeholders gelegen, spoedig de vooruitzichten voor de vrouwen in de meerderheid van het personeelsbestand van de sector, te verbeteren naar vertegenwoordiging en zitting, in de bestuurs- en toezichtsorganen van de banken. DSB behoort daar als marktleider een toonaangevende en bewuste rol in te vervullen.