Een team van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) onder leiding van Anastasia Guscina, voerde tussen 30 oktober en 8 november virtuele en persoonlijke gesprekken met de Surinaamse autoriteiten om het beleid te bespreken ter voltooiing van de 4e evaluatie van de 36 maanden durende Extended Fund Facility, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van het IMF op 22 december 2021. Aan het einde van de missie gaf Guscina een zeer positieve verklaring af, waar wij toch heel erg van opkeken, aangezien zij erg kritisch was tijdens de onlangs gehouden persconferentie in Suriname. Guscina had het over gesprekken die zijn gevoerd met de regering, waarin er onder andere gesproken is over de lage lonen. “Het is niet goed dat leraren na hun normale baan afhankelijk moeten zijn van het verzorgen van bijlessen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen”, stelde Guscina. Wij van Keerpunt zijn het eens met Guscina, maar stellen ook, dat het land niet alleen uit ambtenaren bestaat. Zaken moeten wel in perspectief worden gezien en de regering moet wel eerlijk zijn, want over het algemeen zijn ambtenaren en aan hen gelijkgestelden vaker in aanmerking gekomen voor koopkrachtversterking en andere toelages die op het salaris komen, zodat zij toch redelijk meer voorzieningen hebben. De mensen die werken in de verschillende particuliere bedrijven, krijgen dit soort toelages niet en hun salaris ligt vaak lager dan dat van de ambtenaren; dus als het IMF wil vergelijken, moet het wel alle feiten op een rij zetten. Een bedrijf moet conform begroting, inclusief personeelskosten werken, anders dreigt er wanprestatie en uiteindelijk insolventie.
De overheid als werkgever, ervaart die druk minder en loopt inmiddels miljarden achter aan verschuldigde betalingen, maar brengt via allerlei zijwegen middelen in omloop zoals het haar uitkomt. De reden waarom salarissen over de gehele linie schandalig laag zijn, heeft te maken met een aantal factoren, maar de maatregelen van het IMF hebben er ook aan bijgedragen dat we allemaal armer zijn geworden qua koopkracht. Dit is natuurlijk een voorbeeld, maar de maatregelen van het IMF hebben natuurlijk een bepaald economisch effect gehad, maar dat wil niet zeggen dat het volk dat heeft doorstaan zonder slag of stoot. Alle offers die zijn gebracht, komen van de minderdraagkrachtigen en niet van de kapitaalkrachtigen, want die leven gewoon door.
Sterker nog, het IMF heeft van de overheid niet de directe maatregelen richting de grijze sector vereist, met het mes op de keel, die wel op de beroepsbevolking zijn afgewenteld geen merkbare technische adviezen, assistentie of steun verleend die die grijze sector qua handhaving en strafoplegging raken.
Adviseur van de Executive Director voor Suriname in de Executive Board van het IMF, Karel Eckhorst, heeft onlangs gezegd dat de productie omhoog moet. Maar hoe moet het dan wanneer er eerst hoge inflatie is veroorzaakt door de koers los te laten en ten tweede een vorm van monetaire financiering toe te laten door de OMO’s? Hoe verwacht je dan een hogere productie? Wij vragen ons af of deze mensen wel begrijpen wat bedrijfseconomie of business management is, want deze uitspraken raken kant noch wal. Wat wij wel weten, is dat bij hoge inflatie en daaraan gekoppelde hoge rentes, kapitaal veel te duur is voor productie.
Dan beleg je je geld eerder in termijndeposito’s (of diezelfde OMO’s) om een hoge rente te verdienen dan in plaats van voor productie te gaan. Bij hoge inflatie nemen de productiekosten maandelijks toe, omdat de prijzen van inputs en grondstoffen elke maand klimmen. Je wordt letterlijk gek als ondernemer. Dan is er nog het personeel. Bij hoge inflatie komen arbeiders niet uit met hun geld. Diefstal van materiaal in productiebedrijven (in alle bedrijven) neemt daardoor drastisch toe en diefstal vreet aan je profitability/winst.
Bijvoorbeeld in Amerika is het normaal dat retailwinkels worden gesloten als de diefstal onder werknemers hoog is. Keerpunt stelt hiermee dat hoge inflatie diefstal op de werkplek betekent en helaas zijn veel werknemers niet te vertrouwen. Maar ook corrupte individuen die je nodig hebt, willen meer geld bij hoge inflatie. Een heel bekend fenomeen is dat douaneambtenaren en inklaarders die werken op de haven, meer tyuku willen, want ook zij hebben het ‘moeilijk’. Dit blijft een vicieuze cirkel van ‘betalen’, tyuku’s en boeven bij elkaar. De algemene economen en het IMF snappen dit niet en daarom is hoge inflatie de grootste vijand van productie. Het IMF richt zich op meer regels, in plaats van het strenger toepassen van de regels die bestaan en de strijd aangaan met degenen die rijk worden van het overtreden daarvan. Hoge inflatie betekent dat werknemers niet gemotiveerd zijn, want ze kunnen niet eens eten op tafel zetten.
Nu zeggen motivatietheorieën dat geld niet motiveert, maar als je ver onder de armoedegrens zit, demotiveert je hongerloon of een verbetering in dat loon, wél. Ook het ten minste behouden van de koopkracht, doordat nutstarieven en brandstof niet iedere paar weken omhoog schieten, motiveert en kalmeert de werknemer, de ondernemer en de economie als geheel. Wij vragen het IMF om te tonen hoe gedemotiveerde arbeidskrachten meer produceren. Kan het IMF dit met een studie aantonen? Bij hoge inflatie heb je steeds de druk van de vakbonden in bedrijven voor lotsverbetering. Vaak hebben de bedrijven de ruimte niet in een slecht draaiende economie. Per slot van rekening is er geen koopkracht door de hoge inflatie en daardoor nemen de omzetten drastisch af. Dit lijdt tot spanningen op de werkplek, hetgeen totaal niet bijdraagt aan een verhoogde productie.
Het IMF dat qua beleid en qua financiering tot de belangrijkste afzetmarkten, toegang voor Surinaamse export makkelijker kan maken, heeft in dat opzicht niets merkbaars gedaan voor Suriname of voor de productie van Suriname. Het heeft bilateraal noch multilateraal, druk geplaatst op onze schuldeisers en is niet kritisch geweest op schuldeisers die tegen schrikbarend slechte voorwaarden, zich verrijkt hebben aan het lijden van de Surinaamse economie.
Tot slot heeft het IMF negen jaar kunnen werken aan de vorming van de schaakkampioen die de hele Surinaamse economie schaak zette en daarna met een rokade uit beeld verdween. Misschien dat het instituut zich eens geroepen voelt verantwoording af te leggen voor het gedrag en de gevolgen van deze ‘technocraat’.
Volgens het IMF zal de groei van de Surinaamse economie naar verwachting rond 2 procent liggen in 2023, de inflatie vertoont een neerwaartse trend en de bruikbare internationale reserves hebben bijna vijf maanden import bereikt. “Verwacht wordt dat een voorzichtig begrotings- en monetair beleid de inflatie eind 2024 tot onder de 20 procent zal brengen”, aldus het IMF. Wij van Keerpunt laten ons in dezen positief verrassen door deze bevindingen en hopen dat wij meer inzage kunnen krijgen met betrekking tot deze analyse.