Ofschoon er zoveel ophef is gemaakt door verschillende maatschappelijke entiteiten en personen, ging men tot eind deze week door met de bouw van de nieuwe DNA-vergaderzaal. De Algemene Aannemers Vereniging (AAV) stelde onlangs in een schrijven aan minister Nurmohamed, dat zij ervan uitgaat dat de minister de ernst van de situatie inziet en vertrouwt erop, dat er corrigerend wordt opgetreden door stopzetting van de uitvoering van bovenstaand project, teneinde verdere schade te beperken. Wij denken dat de man doof of blind is en niets wenst horen van niemand, want de uitspraken die de man onlangs deed, heeft ons heel erg laten twijfelen aan zijn vermogen tot begrip van serieuze zaken. Hoe kunnen wij iemand serieus nemen, die zegt dat hij zelf een lijst wil maken van gebouwen die volgens hem behoren op de Werelderfgoedlijst? Hoe verzint de man dit soort dingen? Als wij het zelf niet hadden gehoord, zouden wij niet geloven dat hij daadwerkelijk deze uitspraak had gedaan. Gaat Nurmohamed misschien zijn eigen richtlijnen schrijven en toepassen? Eigen financiering structureren voor renovatie, onderhoud en bewaking? Naar onze mening kraamt de man onzin uit en we kunnen ons absoluut niet voorstellen dat hij het land op deze manier te schande zet. Wat als de UNESCO nu gewoon de uitspraken van Nurmohamed laat vertalen, dan kunnen wij met zekerheid stellen, dat de UNESCO tot de conclusie komt dat deze man zijn zienswijze niet in het internationaal gedachtegoed thuishoort. Het hele debacle omtrent de bouw van deze nieuwe vergaderzaal heeft alleen maar voor ophef gezorgd, en wij vinden dat het al zover is dat wij internationaal weer te schande zijn gezet door deze gasten en hun domme arrogantie. De AAV heeft in het prille begin zich ook uitgesproken over deze kwestie. De vereniging heeft dit per brief gedaan en wij vinden het zeer terecht, dat zij het niet zo heeft gelaten. De AAV heeft ook kenbaar gemaakt, dat de overheid zich al geruime tijd niet houdt aan het Aanbestedingsreglement voor Werken in Suriname (AWS), want de laagste bieder is omzeild en het ministerie van Openbare Werken weigerde in deze zaak verantwoording af te leggen. “Ten eerste is de laagste bieder, bouwbedrijf Dundas, in overleg gegaan met de overheid, omdat hij wist dat zijn bedrijf de laagste inschrijver was. Het kwam zelfs zover, dat hij zelfs een conceptcontract had ontvangen. Uiteindelijk kreeg hij een dag of twee later een brief waarin werd gesteld, dat de ORAG anders heeft besloten.” Dat is volgens de AAV verkeerd, want er wordt een aanbesteding gehouden conform de regels van het AWS, ‘’waarbij wij als vereniging en ook de overheid als de grootste opdrachtgever, in principe de AWS behoren te respecteren’’. “Je kunt niet zomaar afstappen van het AWS, want anders krijg je anarchie en bandeloosheid in die sector. We merken de afgelopen tijd dat de AWS bijna structureel vertrapt wordt door de overheid. Wij als vereniging zijn in deze kwestie ingekomen, toen het AWS werd vertrapt door de laagste inschrijver te omzeilen en dan te weigeren verantwoording af te leggen, waarom er is gekozen voor de hoogste bieder”, benadrukt de AAV. In de brief haalt de AAV aan, dat het Bouwbedrijf Dundas N.V., op een zeer flagrante wijze is geschaad. Dit soort vieze spelletjes hebben wij al eerder in Keerpunt besproken en die hebben zich vanaf de aanbesteding voltrokken met betrekking tot de gunning van dit project aan de hoogste bieder. Voor dit project waren er drie inschrijvers, waarvan één partij had ingeschreven voor USD 4.999.939,60, de tweede partij voor USD 5.680.790,55 en de derde schreef in voor USD 5.578.848,51. Je zou denken dat de laagste bieder, Bouwbedrijf Dundas N.V., het project gegund zou krijgen of dat er een afwijkende motivering conform een puntenstelsel aan de inschrijvers zou worden verzonden, maar dat is helaas niet gebeurd. De Onderraad voor Aanbesteding en Gunning (ORAG) heeft op 12 september besloten, dat het project voor de bouw van de vergaderzaal van DNA niet zou gaan naar de laagste bieder, maar naar de hoogste: Bouwbedrijf Bouwvast Jankie N.V. Dit is natuurlijk gebeurd buiten alle regels om. Keerpunt heeft uit meerdere betrouwbare bronnen vernomen, dat de aannemer Bouwbedrijf Dundas N.V. die voor het laagste bedrag had ingeschreven, een schrijven op 6 september jl. had ontvangen met de aankondiging dat het programma ceremonieel rond de contractondertekening en handelingen gepland staat voor 09 oktober 2023. Vervolgens ontving het bedrijf op 11 september 2023 het conceptcontract onderhavig het project. Ruim twee dagen later heeft Bouwbedrijf Dundas per brief laten weten, akkoord te gaan met het concept van de aannemingsovereenkomst, om vervolgens op 14 september jl. een schrijven te ontvangen van de directeur van Openbare Werken, waarin wordt medegedeeld, dat de ORAG op dinsdag 12 september 2023 een besluit heeft genomen dat het bedrijf toch niet is geselecteerd door de ORAG en derhalve geen overeenkomst met de ‘laagste inschrijver’ voor de uitvoering van het project kan worden ondertekend. Voorst verneemt Keerpunt, dat de laagste inschrijver meerdere malen heeft gevraagd naar een toelichting van het ministerie van OW, maar tot op heden is die niet gekomen. Het is structureel onbegrijpelijk, dat met een nieuwe comptabiliteitswet en nieuwe comptabiliteitsbeschikkingen, geen nieuwe aanbestedingsbeschikkingen tot materiële wetgeving verheven zijn. Was dit rond 2019, 2020 of 2021 gebeurd, dan was deze gehele materie wettelijk onmogelijk geweest en aanvechtbaar voor iedere burger.

In die tussentijd ging de bouw van de nieuwe vergaderzaal gewoon door ofschoon president Santokhi had gezegd dat de zaak geëvalueerd zou worden, uiteraard zonder evaluatiedatum of evaluatieverantwoordelijke. Dat is zorgelijk, want zowel de hoogste executief bevoegde organen – ORAG zelf als het hoogst toezichthoudend orgaan en De Nationale Assemblee – zijn reeds betrokken. Tenzij een bijzondere onderzoekscommissie benoemd wordt, zou iedere evaluatie dus een farce en verstrengeling zijn. Wij vragen ons af hoelang nog en wat die evaluatie van de regering inhoudt! Vernomen is, dat de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur voorstander is van een tijdelijke stopzetting. In ieder geval dienen storingswerkzaamheden volgens de beleidsman, tijdelijk aangehouden te worden. Het oordeel van het technisch team van de UNESCO en het belang daarvan wordt door in ieder geval deze minister wél erkend en onderstreept. Op dit punt is thans leiderschap van de regering nodig, om duidelijkheid te verschaffen, richting aan te duiden en internationaal belang en de nationale integriteit te verenigen tot een uitvoerbaar en weloverwogen beleid.