Het nieuws dat Mennonieten ruim 350 hectare land in Suriname gekocht hebben met als doel een nieuwe nederzetting te stichten, is tot op heden niet goed ontvangen. President Chandrikapersad Santokhi heeft onlangs in een openbare vergadering in het parlement, informatie geprobeerd te verschaffen over de eventuele komst van Mennonieten naar Suriname. De komst van deze groep kan volgens het staatshoofd worden gezien in de agrarische sfeer. Santokhi voerde aan, dat de komst van de Mennonieten te maken heeft met investeringen in de agrarische sector hier. Ondanks deze ‘geruststellingen’ van Santokhi, zijn de samenleving en natuurbeschermingsgroepen tegen landaankopen door Mennonieten in Suriname. Volgens een inheemse leider in Bolivia, ontbossen deze mensen alles volledig. “En als het land niet meer goed genoeg is voor productie, verlaten ze het en gaan ergens anders heen.” Dat is precies waar natuurbeschermingsorganisaties bang voor zijn in ons land. De reactie en de behoefte zijdens een staatshoofd, dat boven partijen behoort te staan, doet reeds vermoeden dat het niet om een gebruikelijke landtransactie gaat. Sommige natuurbeschermingsgroepen zijn een campagne begonnen tegen de landaankopen door de doopsgezinden. Onlangs kwamen vertegenwoordigers van de organisaties bijeen om potentiële milieurisico’s te bespreken, waaronder schade aan nabijgelegen wetlands en omliggende rijstvelden. Maar andere groepen, vooral degenen die internationaal actief zijn, hebben een meer conservatieve, zo niet stille benadering van de Mennonitische onderhandelingen gekozen. Ruim 90 procent van Suriname wordt bedekt door het Amazoneregenwoud. Ons land heeft daarnaast ook te maken met de illegale goudwinning en houtkap die bijdragen aan een enorme schade van de uitgestrekte gebieden. Suriname behoort tot een van de slechts drie landen met een koolstof negatieve economie, dat betekent dat de bossen meer koolstofdioxide absorberen dan het land uitstoot, hetgeen een enorme hulp is in de strijd tegen de klimaatverandering. Hoewel het duidelijk is voor de regering waar de schoen wringt, wordt die al geruime tijd geconfronteerd met een financiële crisis. De staat Suriname heeft een groeiend begrotingstekort en een hoge inflatie. De Surinaamse regering is daarom een samenwerking aangegaan met het IMF, zodat er een grote noodzakelijke herstructurering kan plaatsen. De behoefte aan inkomsten voor ons land is al jaren heel erg hoog, en de landbouwproductie die wordt beloofd door de komst van deze groep, klinkt aantrekkelijk voor sommige wetgevers. Diversificatie van een economie die zich opmaakt verder te dobberen op fossiele brandstoffen, is geen onaantrekkelijke optie, maar het track record van potentiële nieuwkomers onderzoeken, is de basis van een behoorlijk vestigingsbeleid.