DE TAFERELEN VAN BRUNSWIJK EN DE BINNENLANDSE OORLOG

Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft afgelopen week na de beëdiging van García Paragsingh tot procureur-generaal verklaard, dat zijn uitspraken over het ‘’aandoen van oude handschoenen’’, totaal uit de context zijn gehaald. Volgens Brunswijk bedoelde hij geen oorlog of onrustige situatie creëren in het land. “Als mensen het daarheen willen leiden, dan is dat hun verantwoordelijkheid, want dat heb ik niet gezegd’’, stelde Brunswijk. Maar de uitspraken van Brunswijk waren wel op camerabeelden vastgelegd en hij sprak duidelijk over zijn Jungle Commando tijd, terwijl hij nu VP is. Naar onze mening is deze man sinds 1987 in geestelijk opzicht niet gegroeid. Hij claimt dat hij de democratie terug heeft gebracht, maar niets is minder waar, want er waren al verkiezingen gehouden in 1987. Toch is Brunswijk na die periode gewoon doorgegaan om Oost-Suriname te vernietigen. Bouterse daarentegen zat daarvoor al met zijn Revo volledig klem in 1985, want alle winkels waren leeg.

Om maar een voorbeeld te geven hoe Brunswijk is blijven steken. Toen Wim Udenhout van de NPS premier werd met de opdracht om Suriname terug te brengen naar een democratie, heeft hij het traject ingezet zonder wapens. Brunswijk heeft vervolgens zijn traject met wapens uitgezet, waardoor tientallen mensen van het leven zijn beroofd. Iets waarop hij blijkbaar trots is. Misschien moet Keerpunt deze generatie even vertellen wat de Binnenlandse Oorlog, waarop Brunswijk zo trots is, heeft veroorzaakt:

  1. Suralco heeft haar activiteiten in Oost-Suriname stopgezet.
  2. De palmolie-industrie is verdwenen uit Suriname.
  3. Alle zwaar materieel van Bruynzeel is verloren gegaan in het binnenland. Bruynzeel had in 1979 een opdracht om 500 woningen te leveren aan Venezuela. Om te zien wat voor een goed bedrijf het was. In Flamingo Park, en Elizabeth’s Hof staan nog steeds de Bruynzeel-woningen die in 1970 zijn gebouwd.
  4. Albina is bijna met de grond gelijk gemaakt. Veel mensen hebben eigendommen verloren. Tot op heden is Albina een vergeten stad zonder ontwikkeling.
  5. Slachtpartij te Moiwana met 39 slachtoffers.
  6. Tientallen militairen met Post Traumatic Stress Syndroom (PTSS).
  7. Na Moiwana gingen honderden Marrons naar Frans-Guyana. Er is dus een vluchtelingenprobleem ontstaan en tot op de dag van vandaag gebruiken Marrons die route om een beter bestaan te hebben.
  8. Alle infrastructuur, waaronder scholen, is naar de donder gegaan in Oost- Suriname.

Brunswijk weet dat hij nooit vrij buiten onze grenzen, Suriname op normale wijze zal kunnen vertegenwoordigen, aangezien hij door de justitie van Nederland en Frankrijk wordt gezocht. Ondanks de zaken die zich in het verleden hebben voltrokken, zijn veroordeling voor bankroof en de handelingen gepleegd tijdens de strijd in het binnenland, waarvoor amnestie verleend werd, heeft  volk hem vergeven en veel zaken zijn in de vergetelheid geraakt. We moeten echter onze geschiedenis nooit  vergeten. De politieke partij DA’91 plaatste in juli 2020 een tekst over de criminele handelingen van Brunswijk op haar sociale mediapagina. Keerpunt heeft deze tekst in haar archief en wil die nogmaals herhalen.

Hieronder de tekst die afgeleid is van verschillende krantenberichten waarin melding wordt gedaan van de gebeurtenissen van de jaren tachtig:

‘Op oudejaarsdag 1984 verscheen op de voorpagina van de Ware Tijd het bericht ‘Verdachte van bankroof aangehouden’. Een man werd ervan verdacht het bijkantoor van de Surinaamse Bank (DSB) in Moengo te hebben beroofd van Sf 85.000.

De 24-jarige verdachte zwaaide 16 april van dit jaar af uit de dienstplicht. Een bekentenis was gisteren nog niet van hem verkregen. Politie, militairen en burgers hadden vrijdag de achtervolging ingezet. […]. Na enige tijd werden zeven plastic zakjes met muntgeld aangetroffen. In de holte van een omgevallen boom. Ook vond men een kinderborstrok met twee gaten, die kennelijk als het masker bij de overval is gebruikt. Het wapen waarmee de overval gepleegd is, en de grote buit zijn nog niet gevonden.

Het bleek om Brunswijk te gaan. Hij werd opgesloten, maar zag kans uit Fort Zeelandia te ontsnappen. Op 26 januari 1985 plaatste de Ware Tijd namens de Militaire Politie (MP) en de procureur-generaal een opsporingsbericht. Op 11 juli 1985 verscheen er weer een opsporingsbericht in hetzelfde ochtendblad: Brunswijk zou zich opnieuw schuldig hebben gemaakt aan diefstal met geweldpleging en werd ‘levensgevaarlijk’ geacht. Het bericht was ondertekend door inspecteur van politie Chandrikapersad Santokhi. Het bleef een tijdje stil, totdat de Ware Tijd op 26 april 1986 melding maakte van een overval op een bank in Tamanredjo. Brunswijk werd verdacht. ‘Brunswijk Ronnie voornoemd, is zwaar bewapend met vermoedelijk automatische wapens en wordt derhalve levensgevaarlijk geacht’, waarschuwde de krant. De strafbare feiten waaraan Brunswijk zich schuldig had gemaakt, waarbij sprake zou zijn van ‘grove vormen van agressie’, werden opgesomd: de genoemde bankoverval te Tamanredjo, te Moengo, een roofoverval te Patamacca, beroving van diverse gouddelvers in het binnenland en brandstichting.

Het avondblad De West plaatste op 24 april een opsporingsbericht en op 26 april 1986 nog een, met als kop: ‘Verdachte Brunswijk: Gevaarlijk en gewapend’. Op 30 april 1986 stond er op de voorpagina een uitgebreider artikel: ‘Brunswijk de schrik van Moengo Tapoe’. Brunswijk en zijn metgezellen zouden volgens de krant, hun agressie ontladen ‘op weerloze mensen uit wie soms informatie werd geslagen’. Het artikel besloot met te zeggen dat Brunswijk tot zijn ontslag uit militaire dienst, geen misdadige aanleg toonde. Voor de ‘plotselinge uitbarsting’ konden de bij het onderzoek betrokken autoriteiten geen verklaring geven. Ronnie Brunswijk is in maart 1999 door de rechtbank van Haarlem, Nederland bij verstek veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Brunswijk is volgens de rechtbank het brein geweest achter drie cocaïnetransporten tussen maart 1996 en juni 1997 van Suriname naar Schiphol. Het ging in totaal om ruim 61 kilo cocaïne.

More
articles