Financiënminister Stanley Ragoebarsing zegt dat de recente verhoging van de govermenttake op brandstof, ook weer terecht komt in de portefeuilles van de armste huishoudens. Ook wijst hij op de tactvolle manier, waarop gebruikers van energie zijn voorbereid op het afbouwen van de maandelijkse subsidie van SRD 260. Evenals de informatie verstrekt aan consumenten om energiezuinig te zijn.

De bewindsman toonde zich ook ingenomen met de werkwijze van de N.V. Energiebedrijven Suriname en stelde het bedrijf als voorbeeld, hoe om te gaan met het publiek.

Raghoebarsing wees op het belang van de uitleg aan het volk, hoe zuinig om te gaan met financiële middelen in het huishouden. De minister verwees naar de communicatie, die na de gebeurtenissen van 17 februari niet zo goed is verlopen in relatie tot het volk. Hij stak de hand in eigen boezem en beloofde, dat bij ontmoetingen met het volk, hij de tijd zal nemen om te zeggen wat ertoe doet, waardoor het volk weet wat belangrijk is om te doen in deze tijd. Hij meende dat als de omstandigheden moeilijk zijn, hij dat ook zal zeggen. Raghoebarsing refereerde ook aan de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) die veel informatie verstrekt over monitoringsresultaten van het IMF-hulpprogramma aan belanghebbenden.

Intussen heeft de SEOB haar eerste belanghebbenden overleg georganiseerd voor de private sector, publieke sector en het maatschappelijk middenveld. Ook noemde de minister de website van Financiën, waar alle informatie over de besteding van gelden te vinden is. Ook de Centrale Bank van Suriname heeft veel informatie over de dagelijkse wisselkoersen. Raghoebarsing meent dat ook de aangepaste sociale uitkeringen, die al een jaar geleden werden voorbereid op aangeven van de president, nog eens zijn berekend op de waarde en wat de consument daartegenover krijgt. “Dus herziening van de bedragen, en nog eens kijken of de waarde hetzelfde is dan voorheen”, aldus Raghoebarsing. Hij gaf als voorbeeld de SRD 1800 die opnieuw is bekeken om aangepast te worden.

Volgens de minister moeten we in het sociale stelsel ervoor zorgen dat we de mensen bereiken die er behoefte aan hebben. Hij vindt dat we in die benadering rechtvaardig moeten handelen en “als het aangepast moet worden, dan ook daar naar kijken”, aldus Raghoebarsing.