De Molen N.V. heeft onlangs aan haar grootafnemers bekendgemaakt, dat zij ingaande maandag 31 juli genoodzaakt is haar prijzen te verhogen. CEO Julio Bhikharie van De Molen zegt in een persbericht, dat deze verhoging noodzakelijk is om de graanleveringen, meelproductie en distributie te garanderen. Volgens Bhikharie kan de gemeenschap op deze manier verzekerd blijven van kwalitatief gezond meel. De tarweprijs is ten opzichte van drie maanden geleden met 15 procent gestegen. Dit als gevolg van de verdere escalatie van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De stijgingen zijn niet los te zien van het incident in Oekraïne op maandag 24 juli toen een graanopslagplaats in de havenstad van Reni zwaar beschadigd werd door een Russische-drone-aanval. In diezelfde week maakte Fernandes Bakkerij vervolgens bekend, dat zij vanaf 5 augustus genoodzaakt is haar prijzen aan te passen vanwege de aanhoudende stijgingen van graanprijzen. Brandstofprijzen werden in de ochtend van 5 augustus ook weer verhoogd bij de pomp, waardoor er bij de pomp voor een liter benzine bij de SOL rond de SRD 47,- moest worden betaald. Dit alles zal wederom voor onrust zorgen en maakt het steeds moeilijker voor de doorsnee Surinamer om verzekerd te zijn van een boterham. De rol van de centraal Europese graanproducerende landen en de oorlog in Oost Europa, is echter al bekend voor een periode langer dan het zou nemen om een vervangend meelproduct in te zaaien en te oogsten. Voor zover regeren vooruitzien zou moeten zijn, dienen op beleidsniveau kritische kanttekeningen geplaatst te worden. Dit is allemaal een kettingreactie en het is zeer zenuwslopend voor de werknemer, maar ook voor de werkgever die telkens tracht een aanpassing te doen op de salarissen zodat personeel zich gewaardeerd voelt, maar ook dat zij gemotiveerd blijft. Wanneer de prijzen van benzine, brood enz. zo drastisch stijgen, lijkt de situatie elke keer weer uitzichtloos en dan hebben wij eerder het gevoel dat het een kwestie is van dweilen met de kraan open i.p.v. oplossingsgericht zaken aanpakken.
Onlangs liet de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) in haar eerste bulletin weten, dat de inflatie in mei 2023 64,9 procent was; een stijging van de consumentenprijzen ten opzichte van mei 2022. “Het IMF verwacht dat de inflatie terugloopt naar 36 procent per eind 2023, als gevolg van fiscale en monetaire maatregelen. Stijgingen in voedselprijzen, prijzen voor nutsvoorzieningen en brandstof, droegen bij aan de inflatie. Consumentenprijzen lagen in de maand mei 19,7 procent hoger dan december 2022, terwijl de USD/SRD wisselkoers een depreciatie noteerde van 17,6 procent ten opzichte van ultimo 2022”, aldus de SEOB. Verder haalde de SEOB aan, dat hoewel de inflatie hoog blijft, de maandinflatie in mei ten opzichte van april het laagste niveau sinds juli 2022 (2,4%) bereikte. Aan de hand van de aanhoudende wisselkoersstijgingen en aangekondigde verhoging van nutstarieven, wordt verwacht dat de consumentenprijzen verder zullen toenemen in de komende maanden van 2023. De lonen en de koopkracht houden op geen enkele wijze gelijke tred. De realiteit is, dat de gewone Surinamer, niet alleen minder met zijn SRD kan, maar zelfs in valuta uitgedrukt, van stilstand in achteruitgang belandt.