Stagnatie parlementaire behandeling wetswijzigingen

Houd de stemming erin en stem niet

De Nationale Assemblee zou op 27 april vergaderen over de wijziging van de Personeelswet en de Ambtenarenpensioenwet. De vergadering is afgeblazen door waarnemend voorzitter Dew Sharman, omdat geen quorum aanwezig was om rechtsgeldig te kunnen vergaderen. Slechts twaalf leden tekenden de presentielijst. Was er geen belangstelling voor het onderwerp of wilden de parlementariërs er hun vingers niet aan branden? De afwezigheid van de meeste parlementariërs betekent een ernstige verstoring van het democratische wetgevingsproces.

Veel Surinamers ontvangen een salaris van de overheid of van parastatale bedrijven. Dat zijn er zo’n 60.000, 10 procent van de gehele bevolking. Het gaat te ver om te stellen dat zij werken voor de overheid. Een groot deel van hen doet dat niet of ten dele, en dan nog inefficiënt en ineffectief. Al decennialang sturen opvolgende regeringen medewerkers die zijn gelieerd aan andere politieke partijen met behoud van salaris naar huis, en stellen zij eigen familieleden en relaties, ook zonder de juiste competenties, aan op allerlei veelal overbodige functies.  Verstandige mensen vragen ook al decennialang om hiermee op te houden en het ambtenarenbestand te saneren. Desondanks wordt het tempo waarmee het aantal ambtenaren groeit alleen overtroffen door de snelheid waarmee de waarde van de Surinaamse dollar daalt. Waarschijnlijk is dit de belangrijkste oorzaak op lange termijn van de ontwrichte economie. Suriname zou twee derde van de 60.000 mensen moeten kunnen ontslaan, zodat zij na omscholing kunnen gaan ondernemen of werken bij een bedrijf om de productie en export te vergroten. De Surinaamse overheid heeft geen idee wie al de mensen zijn die een salaris ontvangen, of zij daarvoor werk verzetten, en zo ja, hoe, waar en wanneer. Daarom leek het minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken, goed om de ambtenaren zich te laten registeren en daarbij te laten weten of zij onder voorwaarden vervroegd uit dienst zouden willen treden. Elke ambtenaar minder, drukt niet meer op de begroting, zal hij hebben gedacht. Het loon van een ambtenaar die zich niet registreert, zou bevroren worden. “Ook zal de verplichte landsdienarenregistratie bijdragen tot een stukje rechtvaardigheid, want het kan niet zo zijn dat u om zes uur van huis vertrekt om te werken, terwijl buurvrouw doorslaapt die eveneens bij de overheid ‘werkt’”, meende minister Somohardjo. De regering stemde met zijn plannen in en de registratie vond in de laatste drie maanden van 2022 plaats. Het voornemen om een ambtenaar die zich niet registreert niet langer een salaris te betalen, leidde tot verhitte debatten en felle kritiek. Tegenstanders bedachten meerdere redenen waardoor een goedwillende en hardwerkende ambtenaar niet in staat zou zijn geweest om zich te registreren. In de meeste gevallen zal het evenwel gaan om zeven-even-ambtenaren, spookambtenaren, met behoud van salaris thuis gezette ambtenaren en in het ergste geval mensen die het tijdelijke voor het eeuwige hebben verruild. Er is niettemin besloten om dit in wetgeving te verankeren door wijziging van de Personeelswet en de Ambtenarenpensioenwet. Wat houden de wijzigingen in? In de Personeelswet wordt opgenomen dat de overheid geen salaris verschuldigd is voor de tijd gedurende welke de landsdienaar de aan de functie verbonden werkzaamheden niet heeft verricht om redenen die hem kunnen worden aangerekend. De stopzetting van uitbetaling van salaris wordt in de wet opgenomen als tuchtstraf voor dit plichtsverzuim. Dat lijkt mij een vanzelfsprekendheid die op basis van gebruikelijk arbeidsrecht en een arbeidsovereenkomst al van toepassing is. In de wet wordt ook bepaald dat periodiek een landsdienarenregistratie wordt gehouden om gegevens over het personeel te verkrijgen en de salarisbetalingen te actualiseren, mede in het licht van de staatsfinanciën. Het is werkelijk onvoorstelbaar en laakbaar dat deze informatie al niet beschikbaar en actueel is.  De andere wijzigingen in de Personeelswet betreffen de bij of krachtens een staatsbesluit te stellen regels voor vervroegde uittreding. Daarbij kan het salaris tot drie jaar lang worden doorbetaald. De wettelijke pensioenleeftijd voor ambtenaren is 60 jaar. In de Ambtenarenpensioenwet wordt aangepast dat een ambtenaar in beginsel ook recht heeft op een pensioenuitkering indien hij bij ontslag een diensttijd van ten minste 30 jaar heeft vervuld – dit was 35 jaar – en ten minste 55 jaar oud is. Hieruit blijkt hoe hopeloos verouderd het Surinaamse pensioenstelsel is. Iedereen die enige tijd voor de overheid of een bedrijf werkt zou natuurlijk naar rato van het aantal dienstjaren – of dat nu 4 of 40 is – een pensioenrecht moeten opbouwen.

In de memorie van toelichting concludeert de wetgever, dat in de afgelopen jaren het landsdienarenbestand en de personeelskosten enorm zijn toegenomen. Desondanks is de dienstverlening niet navenant verbeterd. Alle redenen dus om het ambtenarenbestand fors te saneren door mensen die niet werken, niet langer een salaris te betalen en mensen de gelegenheid te geven om vervroegd uit dienst te treden. De aanpak en de weerstand die deze oproept, leiden waarschijnlijk tot het administratief of daadwerkelijk laten afvloeien van hooguit duizenden landsdienaren, nog niet de 40.000 die zouden moeten afvloeien. Bij de voorbereiding van de parlementaire behandeling wordt erop gewezen dat 80 procent van de ambtenaren zich zou hebben geregistreerd, 20 procent dus niet. Vooral in het binnenland lijken minder ambtenaren zich te hebben geregistreerd. Dan zou de conclusie kunnen zijn dat dit de ambtenaren zijn waar de overheid vanaf wil. Desondanks lijkt geen enkele politieke partij de toorn over zich te willen afroepen van individuele landsdienaren, vakbonden of andere belangenbehartigers, door in te stemmen met de wet. Leg aan een Surinaamse ambtenaar maar eens uit dat hij geen salaris krijgt wanneer hij niet werkt. Het zijn barre tijden en veel gezinnen pinaren. Parlementariërs die hun reputatie bij de achterban hoog willen houden, ontlopen hun verantwoordelijkheid door niet op te komen dagen bij de plenaire behandeling van de wet in De Nationale Assemblee. De problemen van Suriname duren onverminderd voort.

Hans Moison

More
articles