Waardedaling SRD

Zin en onzin van maatregelen

De ‘koersontwikkeling’ houdt iedereen in Suriname bezig. Men spreekt en schrijft consequent over stijging van valutakoersen, maar het gaat om waardedaling van de Surinaamse dollar. De waardes van de Amerikaanse dollar en de euro zijn vrij stabiel, hoewel deze recent door licht stijgende rentes enigszins toenemen. De Nationale Assemblee heeft informatie bij het ministerie van Financiën en Planning opgevraagd over de koersontwikkeling en de afspraken met het IMF. De minister zond deze toe met een brief van 17 april, waarbij een nota over de koersontwikkeling zijn gevoegd en een monitoringsmatrix, IMF-maatregelen, schuldherschikking en koersstabiliteit.

De taakverdeling van de overheid en de monetaire autoriteiten moet zuiver blijven. Na de openbare vergadering van De Nationale Assemblee over dit onderwerp, vond overleg plaats tussen de minister van Financiën en Planning, de governor van de Centrale Bank van Suriname, de waarnemend voorzitter van de Deviezencommissie en de Vaste Commissie Staatsuitgaven en Financiën van het parlement. De Deviezen-commissie is een vreemde eend in de bijt en is overbodig bij goed functionerende monetaire autoriteiten. De regering-Santokhi heeft er een handje van om de ministeries en het enorme ambtenarenapparaat te passeren en adviseurs, commissies en taskforces te benoemen. De regering is verantwoordelijk voor de begroting en de staatsschuld. De Centrale Bank van Suriname is verantwoordelijk voor het bevorderen van de stabiliteit van de Surinaamse dollar en het verzorgen van de geldsomloop. De regering mag zich niet bemoeien met de taken van de Centrale Bank en de Centrale Bank mag zich niet bemoeien met de taken van de regering.

Omdat de financieel-economische en monetaire situatie in Suriname is ontwricht, gaat de brief vooral over de maatregelen waarmee de symptomen van geldontwaarding worden bestreden, zoals de retentieregeling die bedrijven verplicht om een deel van hun opbrengsten in valuta aan te bieden aan de Centrale Bank. Niet alle sectoren houden zich aan de regeling. Dergelijke maatregelen zijn in een gezonde situatie niet nodig. De brief bevat veel details over vraag en aanbod van vreemde valuta. Omdat in Suriname een groot deel van de economie buiten de officiële kanalen omgaat, ontbreekt het aan volledig inzicht in de transacties en geldstromen. Het is daarmee een illusie dat deze goed beheersbaar en stuurbaar zijn. De waardedaling van de SRD houdt over de afgelopen twee jaar vrijwel gelijke tred met de inflatie, afgezien van enige invloed van nominaal oplopende kosten.

Het ministerie komt kort terug op de openmarktoperaties die ten doel hebben de basisgeldhoeveelheid te beïnvloeden. Leden van oppositiepartijen stellen terecht, maar met onterechte verontwaardiging, dat de regering-Santokhi de geldhoeveelheid fors heeft laten stijgen. Dat kan ook niet anders omdat de SRD veel minder waard is geworden. Om de economie niet plat te leggen, moet daarom de geldhoeveelheid in SRD toenemen, in koopkracht blijft deze nagenoeg gelijk. De regering-Santokhi kan er niet van worden beticht buitensporige uitgaven te doen, hoewel ombuigingen in de begrotingen (te) lang op zich laten wachten. De Centrale Bank roomt de SRD-geldmarkt verder af door verhoging van de kasreservevereisten en voortzetting van de openmarktoperaties.

In de brief gebruikt het ministerie meermaals het begrip ‘vertrouwen’ als fundament voor een stabiele waarde van de nationale munt. Helaas kun je vertrouwen niet afdwingen. Daarvoor zijn fundamentele hervormingen nodig, de hervormingen waar ook het IMF op aandringt. Momenteel is iedereen die SRD’s in bezit houdt, door de geldontwaarding een dief van eigen portemonnee. De analyses van de geldhoeveelheid zouden aan kracht winnen, wanneer de overheid en de Centrale Bank zich vooral zouden richten op aflossing van de kolossale schulden van de staat aan de Centrale Bank. Er vindt weliswaar geen nieuwe monetaire financiering plaats, maar de oude monetaire financiering is nog lang niet uit te boeken. Dat heeft meer effect op de geldhoeveelheid dan enige andere gebeurtenis. Deze maatregel wordt in de matrix overigens wel genoemd.

De productie en export moet in Suriname omhoog. De regering denkt dat te kunnen doen met een drietal fondsen, het Productie Krediet Fonds, het Nationaal Ontwikkelingsfonds Agribusiness en het Fonds Technische Bijstand Particuliere Sector. Helaas denkt men in Suriname te vaak dergelijke ontwikkelingen te kunnen initiëren met wetten, regelingen, instituten en fondsen. Afgezien van de werkgelegenheid die de fondsen voor de interne bureaucratie zullen opleveren, verwacht ik er niet veel van. Zo’n zestigduizend Surinamers ontvangen een salaris van lanti of parastatalen. Er is geen enkele stimulans voor hen om te gaan ondernemen of bij een productiebedrijf te gaan werken.

In bovenstaande tabel is het aantal inwoners en het aantal ambtenaren vermeld van enkele landen met een vergelijkbaar aantal inwoners als Suriname. Daarbij worden soms appels met peren vergeleken, omdat per land verschilt wat ambtenaren doen en wie als zodanig wordt aangemerkt. Niette-min is duidelijk dat de meeste landen veel minder ambtenaren hebben dan Suriname. Wanneer de effectiviteit en efficiëntie van het Surinaamse ambtenarenapparaat wordt verbeterd, kan Suriname voor het werk dat thans wordt gedaan misschien wel met een derde van het huidige aantal ambtenaren toe. De af te laten vloeien medewerkers kunnen de productie en export verhogen.

Het ministerie sluit een monitoringsmatrix over de IMF-maatregelen, schuldherschikking en koersstabiliteit bij. Deze bevat inkomstenverhogende en uitgavenbeperkende maatregelen. Er moet nog veel gebeuren. De btw en tarieven voor elektriciteit en water moeten naar een marktconform tarief. Overheidssubsidies op autobrandstof, kookgas en elektriciteit moeten worden afgebouwd. De overheid kan natuurlijk niet blijven bijdragen aan de kosten van dagelijkse uitgaven van burgers. De betaling van ongeregistreerde ambtenaren zou moeten worden gestopt, maar hiervoor is wetgeving nodig. Allerlei belastingvrijstellingen, die dikwijls zijn ‘geregeld’ voor vrienden en relaties, moeten worden afgeschaft. De goudroyalty’s moeten flink worden verhoogd, maar de gouddelverslobby is goed vertegenwoordigd in de regering.

Onder de kop ‘Schuldherschikking’ staan enkele belangrijke zaken. De onderhandelingen over de USD 675 miljoen staatsobligaties zouden naar verluidt bijna zijn afgerond, met een ‘haircut’ volgens het laatste nieuws van 25-30 procent. De schuld aan China is evenwel veel groter. De onderhandelingen hierover zijn nog volop gaande zonder dat concreet resultaat wordt gemeld. In dit rijtje past ook de staatsschuld aan de Centrale Bank. Die zou volgens deze informatie SRD 11,3 miljard bedragen, het resultaat van jarenlange – strikt verboden – monetaire financiering. Voor de herschikking, wat dat dan ook mag betekenen, zou een conceptovereenkomst zijn opgesteld. Het zal vele jaren duren eer deze schuld is afbetaald. De Centrale Bank blijft zolang financieel hangen aan een zijden draad.

De meeste maatregelen voor koersstabilisatie zijn niet meer dan symptoombestrijding. Het is niet mogelijk om een langdurige structurele waardedaling van een munt met dergelijke maatregelen tegen te gaan. Daarvoor zijn de eerdergenoemde fundamentele aanpassingen nodig die leiden tot hogere inkomsten voor de overheid, lagere uitgaven en een structureel begrotingsoverschot waarmee de staatsschuld kan worden afgelost.

Hans Moison

More
articles