Ondernemer Jean ‘Saya’ Mixon heeft president Chandrikapersad Santokhi  afgelopen zaterdag tijdens een onderhoud gevraagd, zich niet te storen aan kritiek vanwege de samenleving, maar om zich verantwoordelijk op te stellen en bovenal te communiceren met de samenleving. Volgens de ondernemer vindt het laatste te weinig plaats, terwijl de samenleving best begrijpt, dat er sprake is van een economische crisis, die ook in het buitenland te merken is. Saya zegt dat de samenleving op zoek is naar rust en dat ze wil weten waar het land naar toe gaat. “De mensen willen onder meer weten welke richting de koers opgaat wanneer er sprake zal zijn van koersstabilisatie en of de gasprijzen aangepast zullen worden. U bent de verantwoordelijke, zij verwachten de oplossing van u”, aldus Saya.

Hij zei aan de president dat de gemeenschap van hem verwacht, dat hij zich tijdens de protesten persoonlijk tot de mensen wendt en ze uitlegt, wat de stand van zaken is. Ook het beloven van zaken en die niet ten uitvoer brengen, wekt volgens de ondernemer irritatie. Volgens Saya wil het volk actie zien op vooral het koersenfront. Hoewel de ondernemer zegt dat er een verandering moet komen in de economische situatie, zegt hij te begrijpen dat zaken niet snel gerealiseerd kunnen worden. Volgens hem heeft ook de samenleving daar begrip voor.

De president informeerde de aanwezigen onder meer over de distributie van voedselpakketten en de SRD 1800 koopkrachtversterking. Hij zal als staatshoofd wederom het contact met de gemeenschap oppakken. Verder zet de regering zich volgens Santokhi in voor training en begeleiding van jongeren. Zij staat er ook voor open om via haar communicatiezenders met de Haïtiaanse gemeenschap te communiceren. President Santokhi erkent, dat de boodschap van de regering naar de totale samenleving overgebracht moet worden.

Ook ex-politiefunctionarissen Raoul Hellings en Sergio Gentle, werden door de president uitgenodigd voor een gesprek. Echter weigerden zij op de uitnodiging in te gaan. Volgens Hellings en Gentle kwamen zij op voor de belangen van het volk,  waarna ze werden ontslagen. Dus heeft het volgens hen geen zin meer om te praten over zaken die niet goed gaan in de samenleving.