Vorig jaar oktober werden er olievlekken geconstateerd in de Surinamerivier die zich snel verspreiden. Het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) onder leiding van Jerry Slijngard, had toen een onderzoeksteam gestuurd om onderzoek te doen naar de olievlekken en naar het gevaar ervan. Er werden onder andere olievlekken gerapporteerd bij de haven van VABI en de Kuldipsingh haven. Ook werd gerapporteerd dat bij Marina Durga, olie was aangespoeld. De voorzitter van de natuurorganisatie ProBios en milieuactivist Erlan Sleur, heeft toen een persconferentie gehouden over deze kwestie. Sleur had het vermoeden dat de olie afkomstig was van Staatsolie. De oliemaatschappij zou volgens Sleur, een lekkage hebben. Het zou gaan om ruwe aardolie. Sleur oriënteerde zich in het gebied waar de olievlekken waren geconstateerd, en zei dat Staatsolie de enige raffinaderij in de omgeving is die ruwe olie verwerkt. ‘’Een inham in de oever nabij de raffinaderij van Staatsolie, is helemaal vervuild’’, zei Sleur. Hij gaf aan zich zorgen te maken over de mangroveplantjes. ‘’De mangroveplantjes zijn aangetast. Bijkans 3 kilometer van de oever is vervuild.’’ Sleur zei dat er heel geheimzinnig gedaan wordt over de oliemors, ‘’terwijl duidelijk is wie de vervuiling veroorzaakt heeft’’. Namens ProBios riep Sleur toen Staatsolie in oktober vorig jaar op eerlijk te zijn over de oorzaak van de olievlekken. Annand Jagesar, CEO van Staatsolie, weersprak de beschuldigingen van Sleur. Staatsolie stapte naar de rechter en stelde dat Sleur binnen 24 uur, zijn uitspraken moest rectificeren. Maar Sleur was het daar niet mee eens en deelde afgelopen maandag zijn bevindingen naar aanleiding van de uitspraak van de rechter. Sleur stelde dat zijn onderzoek (oktober 2022) uitwees, dat Staatsolie de veroorzaker was. Sleur vertelde dat de rechter niet ontvankelijk geoordeeld heeft in de zaak aangespannen door de Staatsolie Maatschappij Suriname. De kortgedingrechter heeft de vordering die Staatsolie wegens smaad en laster had ingesteld tegen Pro-Bios en Sleur, afgewezen. Sleur wees erop, dat hoewel het ging om een kleine ‘oilspill’, een olievervuiling onze mangrovekust, oeverbescherming en biodiversiteit kan treffen. Volgens Sleur heeft zijn organisatie de zaak aan het rollen gebracht, toen hij merkte, dat de vervuiling geen geraffineerde olie betrof, maar aardolie. “Uiteraard staan wij in ons recht om de waarheid naar buiten te brengen en hebben wij met nadruk geweigerd te rectificiren. Kort daarop werden wij voor de rechter gesleept”, aldus Sleur.
Samenvatting
Op 13 oktober doet het NCCR via de heer Slijngard, verslag op televisie van olievervuiling in de Surinamerivier, nabij het betonbedrijf VABI. Wat volgens Sleur niet werd vermeld, is waarom er niet meteen ingegrepen is, aangezien de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), al op 7 oktober op de hoogte werd gesteld van de olievervuiling en poolshoogte was komen nemen. “Daardoor dreef de olie een week op de rivier in die omgeving en vervuilde grote delen van de oever. Er werd bijna 4 km aan oevervegetatie besmeurd met olie. Het ging om aardolie. Dit was ook gemakkelijk vast te stellen vanwege de zwavellucht. Er is maar één aardolieverwerker in de directe omgeving en dat is de Staatsolie Raffinaderij. Kortom, VABI is de directe buurman van de Staatsolie Raffinaderij.” Het eigen onderzoek van ProBios op 16 oktober wees duidelijk uit dat de olievervuiling veroorzaakt was door de Staatsolie Raffinaderij te Tout Lui Faut. “Bij de aanhoudende berichten van het NCCR die volgden na de eerste bekendmaking op 13 oktober, bleef men hardvochtig in haar oordeel dat de veroorzaker nog gezocht werd en nog erger, dat een oliemonster naar het Staatsolie laboratorium gestuurd zou worden voor onderzoek om de mogelijke dader te achterhalen. Deze houding van Staatsolie wekte verontwaardiging en wrevel op, aangezien zij de verantwoordelijke vervuiler was en dit in de schoenen van anderen wilde schuiven”, aldus Sleur. Hij is van mening dat er is geprobeerd om de samenleving via berichten te misleiden, dat de olie van een asfaltbedrijf zou zijn dat bij de raffinaderij gevestigd is. Onderzoek wees uit dat deze berichten niet op waarheid berusten. ‘’Ook probeerde een inspecteur van de Rivierpolitie (waar wij een verklaring moesten afgeven, omdat het onderzoek bij het Openbaar Ministerie was neergelegd), op 15 november 2022 ons (Kenneth Sukul en Erlan Sleur) duidelijk te maken, dat we het helemaal mis hadden met onze conclusie, aangezien ze een bewakingsvideo hebben waarop duidelijk was te zien dat de olie afkomstig was van een schip dat bij Kuldipsingh aangemeerd zou zijn. Toen we vroegen of we de video mochten zien, was dat niet mogelijk. Uiteraard mag je je dan afvragen, waarom dit niet eerder vermeld is als men zulk hard bewijs zou hebben.”