MEER INKOMSTEN VOOR DE STAAT?

Toen de BTW inging op de eerste dag van 2023, merkte je als snel dat het bedrijfsleven niet had gedacht dat deze belasting zou worden doorgevoerd. Men had gehoopt dat de BTW, net als andere maatregelen van de regering, weer zou worden uitgesteld. In rap tempo trachtten handelszaken in de eerste week van dit jaar hun prijzen aan te passen met 10 procent, zodat zij niet de dupe zouden worden van de invoering van de BTW. Maar het aanpassen van de prijzen was veelal nattevingerwerk. Veel bedrijven maakten zich dan ook schuldig aan het overprijzen van goederen en dat is naar onze mening onacceptabel. Daarnaast vragen wij ons af of de BTW inderdaad meer inkomsten voor de staat zal genereren dan de omzetbelasting, want dat is toch echt de drijfveer geweest van de regering bij de introductie van de nieuwe belasting. Ook vragen wij ons af, waarom er bitter weinig wordt gedaan aan productieverhogende projecten. Het ministerie van Economische Zaken heeft het tot nu toe laten afweten voor wat betreft het stimuleren van productie en export. De regering had beloofd productieverhogende projecten op te zetten en ondernemers te stimuleren, maar wij zien en horen daar niet veel over. Wij vinden het heel jammer dat er continu wordt gesproken over het stimuleren van productie en export, maar er komt niet veel van de grond.

Wij moeten namelijk als samenleving realistisch blijven en beseffen dat door de vele devaluaties van de SRD, ons land veel schade heeft opgelopen. Suriname is tot op heden een importeconomie en heeft nog steeds een veel te weinig op de export gerichte productie, die hoognodig is om ons voldoende vreemde valuta te laten verdienen. De overheid kan wel voortdurend praten over het nut van productieverhoging, maar de producten die voortvloeien uit een verhoogde inzet c.q. prestatie, moeten afgezet kunnen worden, zowel lokaal als extern. En daar denkt men niet aan en praat men natuurlijk ook niet over, omdat men weet dat zulks momenteel een utopie betekent. Alvast is er tot op heden geen vertrouwen in de regering en nog minder in de huidige economie. Dit is duidelijk te merken aan de wisselkoers, want de SRD op zichzelf devalueert nog steeds. Een van de voorwaarden om tot verhoogde investeringen te geraken, is een stabiele wisselkoers ten opzichte van de harde valuta, dollar en euro.  En die kan je zeker niet bereiken met een vigerend systeem van vraag en aanbod bij de ter beschikking stelling van vreemd geld. Een serieuze investeerder werkt planmatig en zijn planning is gestoeld op een stabiele wisselkoers. Zonder die stabiliteit en door de vrees dat een koers door een verhoogde vraag naar dollars en euro’s alleen maar verder kan stijgen, loopt de planning in de war en kan verlies optreden en daar heeft niemand behoefte aan. Als je dan ook nog de bemoeienis van een overheid krijgt die prijzen wil gaan bepalen, omdat ze vanwege puur populistische overwegingen de minderdraagkrachtigen in de samenleving wenst te beschermen, dan heeft dat ontmoediging bij de ondernemers tot gevolg, want laten we eerlijk zijn: geen enkele producent gaat voor een habbekrats produceren, ook wil hij niet het risico lopen dat bij negatieve koersontwikkelingen er zelfs binnen de productie, verlies kan optreden.

Neem bijvoorbeeld rijst, waar we geen van allen zonder kunnen. Ook voor rijst zal als gevolg van de devaluaties van de SRD, meer betaald moeten worden. Geen enkele rijstboer of eigenaar van een pellerij, zal voor verlies willen werken. In de afgelopen jaren na de aanvang van de geldontwaarding van de SRD, hebben ook de rijstboeren te maken gehad met forse prijsverhogingen voor brandstof en nutsvoorzieningen. Ook moet voor al het materiaal en materieel dat een valutacomponent heeft, dubbel zoveel voor neergeteld worden. Landbouwchemicaliën die nodig zijn om arealen te bemesten en bespuiten, hebben ook een verhoogd prijskaartje gekregen in de afgelopen maanden. Kortom, de rijstboer en de pellerij moeten meer verdiensten hebben om nog door te kunnen gaan met de productie. Dus ook voor wat betreft ons volksvoedsel nummer één, gaan de prijzen de lucht in. De overheid heeft daar eigenlijk niets tegen in te brengen, omdat het allemaal gevolgen zijn van devaluaties en de daaropvolgende inflatie. Wij blijven erbij dat de overheid meer moet doen om export te stimuleren en een vriendelijker ondernemersklimaat moet creëren, want alleen zo zullen mensen willen investeren in ons land. Pas als mensen zien dat hun arbeid niet voor niets zal zijn en zij er daadwerkelijk de vruchten van zullen kunnen plukken, zullen zij initiatief nemen. Gemotiveerd zijn is in deze situatie een van de meest belangrijke aspecten om een land tot ontwikkeling te brengen.

More
articles