Wetten over seksuele intimidatie en gelijke behandeling roepen vragen op

De Wet Geweld en Seksuele Intimidatie en de Wet Gelijke Behandeling, zijn gisteren in De Nationale Assemblee (DNA) behandeld en met 41 algemene stemmen aangenomen. De minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, Steven Mac Andrew, deelde mee dat de wetten momenteel alleen van toepassing zijn op de particuliere sector en dus niet op de publieke sector. Mac Andrew legde uit, dat er besloten is dat binnen twaalf maanden er een wetsproduct zal komen dat specifiek gericht is op de publieke sector. ‘’Dit is reeds besproken met het ministerie van Binnenlandse Zaken’’, aldus Mac Andrew.

De minister verduidelijkte dat voor deze regeling is gekozen, omdat het gaat om twee gescheiden wettelijke regimes, namelijk die van de publieke sector (publiekrecht) en die van de private sector (privaatrecht). Het zou volgens Mac Andrew in een wetsproduct als deze, onmogelijk zijn om invulling te geven aan het van toepassing verklaren van de wet op beide rechtssystemen.

Het feit dat de wetten nog niet van toepassing zijn op de publieke sector, baarde een aantal assembleeleden zorgen. Jennifer Vreedzaam (NDP) vroeg wat het ministerie ervan weerhoudt om binnen drie maanden, iets te doen ter bescherming van de slachtoffers. De voorzitter van de commissie van rapporteurs Patricia Etnel, zei dat over de periode van twaalf maanden goed is nagedacht en dat zaken in de Personeelswet gewijzigd moeten worden. Etnel gaf aan dat de werkgever van de publieke sector, de president en de ministers zijn: ‘’Indien deze personen zich schuldig maken aan zaken als deze, moeten zaken eerst naar het parlement gestuurd worden, alvorens deze personen strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Mocht de minister, president of vicepresident zo een feit plegen, moeten we opnemen dat dit soort zaken eerst naar het parlement komen of gewoon bepalen dat zij direct strafrechtelijk vervolgd kunnen worden?‘’

Rabin Parmessar (NDP) stelde tegen de huidige regeling van de wet te zijn: ‘’Ik maak mij enorme zorgen, omdat bijkans 60.000 personen in dienst zijn van de overheid en dus niet beschermd zijn.’’ Volgens hem mag het niet zo zijn dat een deel wel beschermd wordt, terwijl een ander deel totaal geen bescherming geniet. Parmessar is niet te spreken over het feit dat er een Personeelswet is, maar tal van zaken worden niet eenduidig en volledig gedekt.

BiZa-minister Bronto Somohardjo, legde uit dat de ambtenaren in de publieke sector wel degelijk zijn beschermd. ‘’Indien er cases zijn, is de opdracht aan de directeuren en ministers om die met alle zorgvuldigheid aan te pakken en op te lossen.’’ Somohardjo benadrukte, dat de overheid er altijd alles aan zal doen de ambtenaren te beschermen. Wel zijn er volgens Somohardjo, zaken die beter aangepakt moeten worden. ‘’Deze moeten bij wet ook anders geregeld worden.’’

 

More
articles