De Nationale Democratische Partij (NDP), wil graag alle relevante documenten en informatie ontvangen die betrekking hebben op de bouw van de brug over de Corantijnrivier en de relatie met de regering van Guyana. De Corantijnrivier is tot aan de linkeroever – bij laagwaterstand – van Suriname. Langer dan een jaar is de regering bezig met planningen van een brug over de Corantijnrivier, waarbij gesprekken zijn gevoerd met onder meer de Guyanese autoriteiten. “Ettelijke malen hebben wij de regering gevraagd in DNA, ons breedvoerig hierover te informeren met name over de betrokkenheid van de Guyanese regering bij de bouw van de brug op ons grondgebied. Helaas is de regering nooit inhoudelijk hierop ingegaan”, aldus fractieleider Rabin Parmessar. Naar onze mening is dit een koekje van eigen deeg en een soort pot verwijt de ketel verhaal, want als we ons goed kunnen herinneren, waren er precies zoveel vragen toen de zogenaamde ‘Bouterse Highway’ werd aangelegd en nog een paar andere grote infrastructurele projecten die ‘toevallig’ ook door China werden gefinancierd. De minister van Openbare Werken (OW), Riad Nurmohamed, zei begin deze maand, dat hij met een eigen intern onderzoek is gestart naar de vermeende corruptie op OW door zijn voorgangers. ‘’Via verschillende kanalen maken mensen contact met het ministerie. Zij willen dat de corruptieschandalen die zich tijdens de vorige regering hebben afgespeeld, onderzocht worden’’, zegt de minister. Volgens Nurmohamed zijn er vanaf zijn aantreden, zaken verwezen naar de CLAD en het Openbaar Ministerie, maar door de veelheid aan zaken en het gebrek aan capaciteit, zijn nog niet alle zaken onderzocht. Een van de projecten die door Nurmohamed wordt onderzocht, betreft de ‘Asfalterings-werkzaamheden Bouterse Highway’. De snelweg is ongeveer 9.5 km lang en 30 meter breed met twee rijstroken. De totale kosten bedroegen USD 60 miljoen. Met de bouw van de nieuwe highway, werd ook de Hanover Bridge over de Parakreek vervangen, maar naar wij vernemen, is er sprake van overfacturering bij dit project en is het daarom onder de aandacht van het ministerie van OW gebracht. Dus wanneer de NDP wil praten over transparantie, moet zij eerst in haar eigen kamp kijken.
Er is vaker breedvoerig verteld door verschillende leden van de huidige regering, dat er een tender is uitgezet zodat bedrijven die interesse hebben in de bouw van deze brug, vooraf kunnen inschrijven. Minister Albert Ramdin van BIBIS heeft vaker in interviews gesteld, dat als het aan Suriname ligt, wij voor ruim 90 procent beslissingen nemen over de bouw van de brug over de Corantijn. Tevens heeft Ramdin verteld, dat de gesprekken ten aanzien van de brug over de Corantijnrivier worden gevoerd en dat de burg zeker zal komen, omdat er voor de tender van de verschillende fases zoals ontwerp, financiering, bouw, operatie en onderhoud, al goedkeuring is gegeven door de regering aan het ministerie van Openbare Werken, en dat is ook overeengekomen met de Guyanese regering. Het politiek verhaal ten aanzien van het financieringsinstrument, moet volgens Ramdin wél nog onderling besproken worden, zodat de afspraken vast staan van wie betaalt hoeveel en welk percentage. “Er zullen hier wat politieke vragen aan gekoppeld worden in de zin van, tot waar loopt de brug als te zijn van Surinames deel en het deel van Guyana”, aldus Ramdin. Persoonlijk heeft de minister een probleem met de bouwkosten, namelijk 50 procent te delen met Guyana, en wil hij het liefst dat Suriname zelf de brug bouwt tot aan waar de grens ligt. Anders kunnen er andere kwesties ontstaan, maar dat wil volgens hem wel zeggen, dat Suriname voor 90 procent voor de financiering zal moeten zorgen. “Het is daarom nu goed om vast te stellen, dat de brug tot de linkeroever van de Corantijnrivier loopt bij de laagwaterstand, tot daar is van ons, en dat zullen wij dan financieren. De rest kan Guyana betalen en dat is maar een klein deel”, stelt Ramdin.