Suriname en Guyana hebben gecombineerde oliereserves die naar schatting 17 miljard vaten olie-equivalent bedragen. De grootste hindernis voor de winning van deze reserves zou kunnen komen van een gebrek aan kapitaal als het internationale klimaat-industriële complex krachtig stelling neemt tegen hun winningsplannen en hun eigen regeringen instemmen. Guyana en Suriname hebben de jackpot gewonnen met de ontdekking van enorme offshore-oliereserves die al tientallen jaren op schema liggen om inkomsten te genereren. Oppositie van de Verenigde Naties en andere anti-koolwaterstof-entiteiten zou het productietempo kunnen belemmeren, maar zal het niet stoppen. De wereldwijde behoefte aan meer ruwe olie is te groot en de economische situatie van de twee Zuid-Amerikaanse landen is te nijpend.
Suriname kampt al een tijdje met een dubbel cijferige inflatie (35 procent in 2020). De inflatie ligt nu boven de 50 procent als gevolg van de aanhoudende wereldwijde energiecrisis. De economie van Suriname kromp in 2021 met 3,5%. De economie van Guyana bevindt zich in een vergelijkbare situatie: 40 procent van de 800.000 Guyana’s leeft in armoede. Dit alles zou nu kunnen veranderen, dankzij de olie-ontdekking.
Guyana en Suriname – naast elkaar gelegen en begrensd door de evenaar en de Atlantische Oceaan – hebben gecombineerde oliereserves die naar schatting 17 miljard vaten olie-equivalent bedragen. Samen vertegenwoordigen zij ‘s werelds grootste olie-ontdekking in de afgelopen twee decennia. Sommigen noemen het de ‘meest veelbelovende hotspot voor olie-ontdekking op aarde’. Anderen zeggen dat het ‘’de meest opwindende oliegrens op aarde” is. Daarnaast zijn er gasreserves van meer dan 30 biljoen kubieke voet.
Volgens een rapport van Hess Corporation wordt het grootste Guyanese olieblok – de Stabroek – geëxploiteerd door ExxonMobil-dochter Esso Exploration and Production Guyana met een belang van 45 procent, terwijl Hess Guyana Exploration en CNOOC Petroleum Guyana respectievelijk 30 en 25 procent hebben. Guyana zal in 2027 1 miljoen vaten per dag (bpd) leveren.
In Suriname deden TotalEnergies en haar partner Apache ontdekkingen van grote oliereserves in wat bekend staat als de Block 58 offshore-site. Blok 58 is gelegen aan dezelfde petroleumvaarweg die door het Stabroek-blok van Guyana loopt. Rond 2035 zal de output uit Guyana naar verwachting rond de 1,4 bpd zijn en die uit Suriname 650.000 bpd, waarmee Guyana en Suriname in de top vijf van olieproducerende landen in Zuid-Amerika zouden komen. Toch zijn analisten van mening dat de output van Guyana veel hoger zou kunnen zijn. Er is namelijk indicatie, gebaseerd op de laatste ontwikkelingen, dat de output veel hoger zal zijn tegen 2027. Overheidsfunctionarissen in Georgetown (de hoofdstad van Guyana), geloven dat de productie van ruwe olie de 1,5 miljoen vaten per dag, of meer, uit maar liefst 12 drijvende productie-, opslag- en overslagfaciliteiten in vijf jaar.
De grootste hindernis voor de winning van deze reserves zou kunnen komen van een gebrek aan kapitaal. Zowel Suriname als Guyana hebben een onderontwikkelde kapitaalmarkt met beperkte financieringsmogelijkheden voor nieuwe projecten. Deze landen zullen onder zware financiële druk komen te staan als het internationale klimaat-industriële complex krachtig stelling neemt tegen hun winningsplannen en hun eigen regeringen daarmee instemmen.
Maar het bewustzijn hiervan neemt toe onder leiders die zich haasten om de bureaucratie voor buitenlandse investeringen te verminderen. Vorige week beloofde de Guyaanse president Mohamed Irfaan Ali dat zijn “regering bureaucratische hindernissen zal wegnemen om voor Saoedi’s die willen investeren in zijn land te vergemakkelijken”.
Gezond verstand suggereert dat de wereldmarkten de ontwikkeling van olievelden in deze landen zullen dicteren. Met een aanhoudende stijging van de vraag naar olie, voorspeld door het Internationaal Energie Agentschap, zou je verwachten dat ruwe olie uit Guyana en Suriname snel zal verkopen. Dit zal een win-winsituatie blijken te zijn voor het wereldwijde aanbod en de ontwikkeling van lokale economieën. “Surinames ontluikende oliehausse wint aan kracht en zal een aanzienlijke fiscale en economische meevaller opleveren”, zegt Matthew Smith van Oilprice.com,
“Guyana zal zich manifesteren als een toonaangevende wereldwijde olie-exporteur met een olieproductie die de binnenlandse vraag ver overtreft, terwijl de overheidskas zal toenemen met een jaarlijks inkomen van naar verwachting meer dan USD 10 miljard per jaar in minder dan een decennium”, zegt hij. Het vermogen van Guyana en Suriname – en hun recht – om zich economisch te ontwikkelen door gebruik te maken van hun oliereserves mag niet worden belemmerd door de klimaatgekken.