Bouterse bij eerste zitting in hoger beroep 8 Decemberstrafzaak:

‘Ontlastende verklaringen niet in dossier, niet eens met het vonnis’

De hoofdverdachte in de zaak rond het 8 Decemberstrafproces, Desiré Bouterse, zei gisteren tijdens de eerste behandeling van de zaak in hoger beroep, ‘’absoluut tegen het vonnis te zijn’’. Bouterse werd op 29 november 2019 na een jarenlang proces veroordeeld tot twintig jaar cel. Hij ging tegen het vonnis in verzet bij de Krijgsraad, maar ook de Krijgsraad legde hem twintig jaar cel op. Bouterse ging hierna in appel tegen het vonnis.

Bouterse voerde aan, dat er in deze zaak een aantal ontlastende verklaringen niet zijn opgenomen en dus ook niet zijn meegewogen in het vonnis. ‘’Zaken die in het voordeel van de verdachten pleiten, zijn achterwege gelaten’’, aldus Bouterse. Ook stelde hij, dat er nimmer sprake is geweest van voorbedachten rade bij de moorden. Volgens de hoofdverdachte hoort in een militaire organisatie, dat er eerst wordt vergaderd alvorens een operatie plaatsvindt. ‘’Maar er is nimmer sprake van voorbedachten rade geweest. Natuurlijk was het een militaire organisatie, maar het doden is nooit voorbereid‘’, zei Bouterse. Vanwege de verklaring die Bouterse gisteren heeft afgelegd, is de betrouwbaarheid van de verklaring van kroongetuige tevens verdachte in deze zaak Ruben Rozendaal, in twijfel getrokken.

Rozendaal speelde een belangrijke rol in deze rechtszaak, doch kan niet opnieuw gehoord worden, omdat hij inmiddels overleden is. Rozendaal was als militair direct betrokken bij de staatsgreep en stond jarenlang aan de kant van Bouterse. In 2010 getuigde Rozendaal nog in het voordeel van Bouterse. Twee jaar later verklaarde Rozendaal, dat Bouterse twee van de slachtoffers had doodgeschoten.

 

More
articles