OM zal CEO Hakrinbank niet vervolgen voor seksueel molest, omdat wetgeving niet is aangenomen

Het Openbaar Ministerie heeft gisteren in een communiqué laten weten dat naar aanleiding van 3 afzonderlijke aanklachten tegen de Algemeen directeur (CEO) van de Hakrinbank N.V., een strafrechtelijk onderzoek was opgestart. Volgens het OM zijn alle personen, die direct of indirect betrokken waren bij de zaak, gehoord. Verder stelt het OM dat dit onderzoek, dat vanwege uiteenlopende redenen langer heeft geduurd dan was gepland, leverde echter onvoldoende feiten en/of omstandigheden op om de directeur de status van verdachte te geven en in het verlengde daarvan, de vervolging in te stellen.

De verweten handelingen zouden volgens het OM eventueel gekwalificeerd kunnen worden onder de Wet Seksueel Molest op de werkplek, echter is deze wet nog niet in werking getreden. Het Openbaar Ministerie heeft alle belanghebbenden per brief op de hoogte gesteld van haar beslissing. Aan hen is ook medegedeeld dat, indien zij zich niet kunnen verenigen met dit besluit, er civielrechtelijke alsook strafrechtelijke wettelijke interventies hiertegen mogelijk zijn. De strafzaak is in het kader hiervan door het OM formeel afgesloten. “De wet seksueel molest op de werkvloer is nog steeds niet in werking. Het OM geeft in haar schrijven wel aan, dat indien de slachtoffers zich niet kunnen verenigen met dit besluit, er civielrechtelijke alsook strafrechtelijke wettelijke interventies hiertegen mogelijk zijn. Waarom kan het OM ambtshalve dat laatste zelf niet doen? Bovendien zijn er toch ook mensenrechten die dit gedrag veroordelen?”, aldus Roy Bhikharie, psycholoog en politiek deskundige.

Wel degelijk een delict

Volgens een juridisch deskundige betekent dit, dat het OM wel strafbaar gedrag ziet maar de wetgeving is er niet. “Dan vraag ik me af of er wel degelijk een delict kan worden beschreven als poging tot verkrachting. Naar mijn mening, lijkt deze zaak tegengehouden door hooggeplaatsten en dit is klassejustitie ten top. Wie beschermt onze vrouwen dan nog, want nu mag het gewoon, omdat de wet er niet zou zijn”, aldus een juridisch adviseur.

“Hoewel onze wnd. Procureur Generaal, de eerste vrouwelijke PG is, zijn er geen gevallen bekend sinds haar aantreden, waarbij het OM in geval van grensoverschrijdend gedrag vervolgd heeft, ondanks wereldwijde toename in belangstelling voor het onderwerp en tal van voorvallen van in opspraak geraakte bestuurders in Suriname.  En dat in tegenstelling tot het uitspreken van afkeuring over onregelmatigheden, zoals bij EBS aangifte, het OM, ongeacht bewijsmateriaal geen enkel waardeoordeel of signaal over de onmiskenbare gedragingen heeft gegeven. En dus neutraal blijft op een moment dat minstens moreel leiderschap vereist was”, aldus een jurist tegenover de redactie. Tot slot stelt de jurist, dat behalve de misdrijven tegen de zeden, er tal van overtredingen zijn in het wetboek van strafrecht, bedoeld ter bescherming van slachtoffers, welke vervolgbaar zijn en welke wel degelijk, een feiten- en bewijsdrempel hebben, die met de informatie die nu al het publiek bereikt heeft, tot minstens gerechtelijk vooronderzoek hadden moeten leiden.

“Voor benadeelde partijen zal het onverteerbaar zijn, geen volledig beeld van het beschouwd bewijsmateriaal te kunnen vormen, met de generieke publieke verklaring zijdens het Openbaar Ministerie. De Staat als aandeelhouder, heeft met dezelfde neutraliteit op een moreel zwaarwegend en ingrijpend onderwerp, de kant gekozen van de bestuurder. Macht en stilte, kweken de omgeving voor aanhoudend en toenemend overwicht, terwijl de overlevenden, vrij en ongebreideld iedere bescherming en anonimiteit kwijt zijn. Frappant is, dat de Hakrinbank als enige financiële instelling in Suriname, gedurende deze gehele periode, de statutaire en wettelijke verplichting van een algemene vergadering van aandeelhouders ontlopen heeft. Tot op de dag van vandaag is er geen dergelijke vergadering geagendeerd, terwijl de governance crisis aanleiding is geweest voor meerdere verschuivingen in de Raad van Commissarissen. Ondanks nadere vraagstelling zijdens de Centrale Bank van Suriname als toezichthouder en de aandeelhouders zelf, zijn zij nimmer schriftelijk of per vergadering, geïnformeerd”, stelt een wel geïnformeerde advocaat aan de redactie.

More
articles