De Centrale Bank van Suriname is op donderdag 16 juni 2022 gestart met een nieuw instrument binnen haar open markt operaties (OMO). Dit nieuwe instrument is begonnen met de eerste veiling van het Centrale Bank Certificaat (CBC) met een looptijd van 6 maanden onder de algemene banken, niet bank-financiële instellingen en bepaalde rechtspersonen. Het aangekondigde CBC-veilingvolume bedroeg SRD 550 miljoen. In totaal is voor SRD 198,5 miljoen geboden voor het 6-maandse CBC. De Bank heeft conform artikel 18 lid 2 van het CBC-veilingreglement het toegewezen bedrag vastgesteld op SRD 100 miljoen met een cutoff-rate van 49,8%. Het gewogen gemiddelde van de toegewezen rente bedraagt 29, 5%. CBC worden nu ingezet om structurele overtollige liquiditeiten voor een langere termijn af te romen, om zodoende de basisgeldhoeveelheid doelstelling voor dit jaar te realiseren. Hiermee zal de geldhoeveelheid beheersbaar worden gemaakt, zodat de inflatie doelstelling van de moederbank wordt behaald.In ons recent verleden hebben wij situaties gehad, waarbij er overmatig geld is gekomen in onze economie. Wat er is gebeurd in de afgelopen jaren is dat er te veel geld is gepompt in onze economie met alle gevolgen van dien. Deze gevolgen zijn gekomen in de vorm van inflatie en dit geld zocht dan een uitweg in de vreemde valuta markt, waardoor de wisselkoersen zijn gestegen. Daarom is de CBvS bezig door middel van deze certificaten als instrument om inflatie tegen te gaan, want de hoeveelheid aan ongedekt geld was behoorlijk uit de hand gelopen. De CBC zullen dienen als een aanvullend instrument van het monetaire beleid ter ondersteuning van de reguliere OMO’s (veilingen van TD’s voor algemene banken). Dit geld wordt onder de noemer inflatoir geld geplaatst en dat wil zeggen ongedekt geld. Met behulp van de CBC wordt ongedekt geld uit de economie gehaald. Te veel is niet goed voor een economie en te weinig geld ook niet, daarom is het belangrijk voor de Centrale Bank om te weten hoeveel geld er is in de economie onder deze omstandigheden. De basisgeldhoeveelheid doelstelling die gerealiseerd moet worden voor de maand juni, bedraagt SRD 10,1 miljard. De vraag die wij moeten stellen is wie ons in deze chaos heeft laten belanden en de persoon is niemand minder dan de voortvluchtige ex-minister van Financiën, Gillmore Hoef-draad. Volgens zijn beweringen tegenover Interpol, heeft hij Suriname in feite een genoegen gedaan met zijn handelen. Niets is verder van de waarheid. De paarse misleiders geven een draai aan het vervolgings verhaal dat het om een politieke vervolging zou gaan. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat Hoefdraad leiding gaf aan een criminele organisatie. Dat bewijs is ook geleverd in de rechtszaal. Vandaar dat er een aantal vonnissen zijn uitgesproken voor een aantal dat behoorde tot die criminele organisatie. Het is al erg genoeg dat de doorsnee Surinamer zich niet stoort aan dit vonnis. Hun kinderen en kleinkinderen zullen de prijs betalen voor maatregelen in het kader van het internationale compliance. Het vonnis betekent dat de financiële waakhond, de Centrale Bank, geleid werd door een criminele organisatie. Niet eens de duurste advocaat ter wereld kan dit met argumenten goed praten. Dit vonnis zal Suriname nog lange tijd achtervolgen. In ieder geval denken de financiële waakhonden, de internationale credit agency’s als Standard and Poors en Fitch helemaal niet positief over Hoefdraad. En om dit in een goede context te plaatsen zullen we eerst kijken wat ze voor 2010 over ex-minister Humprey Hildenberg zeiden.
Op 24 december 2009, na bijkans 10 jaar monetair beleid van Hildenberg en Telting, zei Standard and Poors het volgende over Suriname: “We revised the outlook to positive to reflect Surname’s strengthening macroeconomic and financial profile, including a falling debt burden and progress in clearing up arrears on bilateral debt”. Dit betekent dat het credit bureau positieve vooruitzichten projecteerde voor Suriname, gebaseerd op een afnemende buitenlandse schuld en het inlopen van achterstallige schulden. Dit werd gezegd over het beleid van de regering Venetiaan. Daarna moeten we niet vergeten dat Hoefdraad 10 jaar later, in 2020 voor hij onderdook, een buitenlandse schuld van USD 4 miljard achterliet. Voor dit prudent beleid heeft de Surinaamse kiezer Venetiaan afgestraft in 2010. Het volk had niet door dat met dit besluit ze een tijdbom onder haar huis plaatste. Nu zijn we in 2022 en de financiële ravage van Hoefdraad wordt nu pas geordend door schulden herstructurering en nieuwe afspraken met schuldeisers. We willen hiermee stellen dat niet alles wat de huidige regering doet fout en niet alles goed is. We moeten goed lering trekken uit het verleden en niet vergeten dat beleid en sterke instituten de sleutel zijn tot een bloeiende economie. Zolang er nog chaos huist binnen onze overheid zullen wij moeilijk vooruitgang boeken. Het IMF heeft het bij het rechte eind met betrekking tot de overmatige subsidies en het overbelaste ambtenaren apparaat. Tijdens het IMF programma zullen we gegarandeerd nog een zware periode door moeten maken, maar als we uit die financiële put klauteren, zullen we wel verlichting meemaken.