Organisaties vragen PG naar verloop zaak tegen Hakrinbank-directeur

Trage aanpak seksueel molest case

Voortgang rechtszaak

‘Met verwijzing naar onze open brief d.d. 7 april jl. met als onderwerp de casus ‘Seksueel molest van drie vrouwelijke medewerkers van de Hakrinbank N.V., die allen aangifte hebben gedaan tegen de algemeen directeur van de Hakrinbank N.V., de heer Rafiek Sheorajpanday, vernemen ondergetekenden graag van u welke voortgang het Openbaar Ministerie sindsdien heeft geboekt met de behandeling van deze klachten. Ruim twee maanden na ons eerste schrijven hebben wij helaas nog steeds niets over het verloop van deze casus vernomen. Dat betekent dat er intussen ruim zeven maanden zijn verstreken sinds de aangifte in oktober 2021. In het belang van de slachtoffers, de verdachte en het vertrouwen in onze rechtsstaat, dringen wij erop aan om (alsnog) deze rechtszaak met redelijke voortvarendheid diepgaand te onderzoeken’, stellen de verschillende organisaties en personen.

Eerste brief aan de PG

In de eerste open brief vragen ondergetekenden dringend de aandacht van het Openbaar Ministerie voor de casus ‘Seksueel molest van vrouwelijke medewerkers Hakrinbank N.V. die aangifte hebben gedaan tegen een topfunctionaris van de Hakrinbank NV.’.

‘Immers, u bent de hoogste verantwoordelijke voor de opsporing van alle strafbare feiten en met de gevolgen van die feiten. Het bevreemdt ons ten zeerste dat de slachtoffers in dezen, die in oktober 2021, ruim 5 maanden geleden, op de Politiepost Geyersvlijt aangifte deden tegen de directeur, tot op heden geen reactie hebben ontvangen van het Openbaar Ministerie. Het uitblijven van een reactie, juist in deze casussen van gender gerelateerd geweld, waarbij er sprake is van een ongelijke machtsverhouding tussen pleger en slachtoffers, maakt dat er vraagtekens kunnen worden gesteld over de mate waarin onze rechtsstaat een ieder gelijk behandelt, ongeacht hun status, afkomst, sekse of andere eigenschap’, aldus de open brief.

Voor de Media Rappel schrijven aan de wnd Procureur Generaal 12 juni 2022

Volgens de ondergetekenden wordt door de lange wachttijd de verdachte in de gelegenheid gesteld om zijn netwerk ten eigen bate te mobiliseren ‘Een van de slachtoffers is al op 21 mei 2021 door het management van de Hakrinbank N.V. onder druk gezet om het bewijsmateriaal tegen de topfunctionaris te vernietigen. Wij verwijzen naar het artikel in De West d.d. 26 maart 2022 in Keerpunt. Uit een schrijven van de Raad van Commissarissen van de Hakrinbank N.V. gericht aan dit slachtoffer het volgende: In het kader van hoor en wederhoor zijn met de voormelde bankdirecteur gesprekken gevoerd. Op grond van de verkregen informatie heeft de Raad passende maatregelen tegen hem getroffen, mede om te voorkomen dat zaken zich in de toekomst herhalen. Wij beseffen hoe zwaar de impact kan zijn van de gedraging en betreuren het voorval waarvoor u via het Klokkenluidersplatform een melding hebt gedaan.’

‘Uit dit schrijven blijkt dat de Raad maatregelen tegen de bankdirecteur heeft getroffen. Dit impliceert dat de Raad de schuld van de bankdirecteur erkent. Het is daarom des te vreemder dat de Raad, ondanks herhaald vragen naar de inhoud van de genoemde ‘passende maatregelen’ door dit slachtoffer via haar advocaat, nog altijd geen antwoord heeft gekregen. Het is interessant om te vernemen wat de Raad van Commissarissen van deze machtige instelling ziet als ‘passende maatregel’ tegen seksueel molest. Alleen dan zullen we weten of de Raad beseft, hoe zwaar de impact daarvan is. In een democratische rechtsstaat is er geen ruimte voor klassenjustitie. Het uitblijven van een reactie uwerzijds, schaadt ons vertrouwen in onze rechtsstaat’, aldus de organisaties en personen.

More
articles