‘Lening van 2 miljard was plan B, indien IMF-programma geen voortgang vond’

Rabin Parmessar (NDP) zei afgelopen week in De Nationale Assemblee, dat hij over documenten beschikt, waaruit blijkt dat de staat een lening van US-dollar 2 miljard wilde afsluiten. Hij overhandigde de documenten aan het parlement. Volgens Parmessar is er op 10 januari 2021, een Memorandum of Understanding (MoU) getekend met de Italiaanse onderneming MAEC87 SRL. Parmessar wenste van de regering zo snel als mogelijk, uitleg te krijgen over deze kwestie. VHP-parlementariër Sham Binda zegt desgevraagd aan de krant, dat het beleid van de regering nimmer veranderd is. ‘’We zullen niet lenen.‘’ Volgens Binda probeert men vanuit een bepaalde hoek de indruk te wekken, dat de regering bezig is met het afsluiten van lenen. Het Kabinet van de President heeft inmiddels via de media het bericht ontzenuwd en gesteld, dat er nimmer financiële transacties hebben plaatsgevonden en dat het niet gaat om een lening, maar een leningsoptie van USD 2 miljard die overigens nooit geëffectueerd is. De lening zou als plan B moeten dienen, indien het IMF-programma geen voortgang zou vinden. ‘’Ik durf niet precies te ontkrachten, dat er geleend is of zal worden, omdat we allemaal de informatie in details afwachten. Maar de regering c.q. de president, weet waarmee hij bezig is. Uiteraard moeten we de aandacht vestigen op wat goed is voor de samenleving‘’, aldus Binda.  De documenten die Parmessar toonde, betreffen volgens het Kabinet van de President, een overeenkomst, waarin de indruk wordt gewekt dat de regering een lening van USD 2 miljard heeft afgesloten of gelden overgemaakt naar bankrekeningen.

Het Kabinet van de President stelt het volgende in zijn verklaring: ‘Dit is geheel bezijden de waarheid. De intentie tot deze beoogde lening is nooit geëffectueerd. Het ging in die periode om een mogelijke leningsoptie van USD 2 miljard tegen een rente van 0,5 procent. Echter is deze nimmer aangegaan. Het is bekend dat de vorige regering een aantal onvoordelige leningen tegen hoge rentes is aangegaan, waaronder de Oppenheimer-leningen ten bedrage van USD 675 miljoen met een rente van bijkans 13 procent.

Hierdoor was Suriname in een situatie van default terechtgekomen, dat wil zeggen een situatie waarbij aan schuldeisers te kennen is gegeven, dat men niet kan aflossen. De hoge schuldenlast is de oorsprong en principiële reden, waarom ons land thans in een financiële en economische crisis verkeert.‘’

Door de schuldeisers was de bereidheid uitgesproken om te praten met de huidige regering, echter wel op voorwaarde dat er een IMF-programma zou worden opgestart. Op dat moment was er nog geen goed zicht op de uitkomst van de IMF-optie. Het was daarom van belang een back-up oplossing te hebben, mocht het IMF-programma geen voortgang vinden.

De lening zou gebruikt worden enerzijds om een deel van de bestaande leningen af te betalen en anderzijds fondsen aan te trekken voor beheersing van de overgenomen financiële schuld, armoedebestrijding en stimulering van investeringen in de productiesector.

Indien het tot een definitieve overeenkomst zou komen, zou de lening worden aangegaan via een Special Purpose Vehicle (SPV), te weten de toen nog op te richten New Surfin. Uiteindelijk heeft deze optie geen voortgang gehad, mede door de wijze waarop de SPV na oprichting in de publiciteit is gebracht. Er wordt benadrukt dat de SPV geen rekeningen heeft geopend, ook niet in New York.’

More
articles