KLOKKENLUIDERS HAKRINBANK NIET ANONIEM VOOR CEO

In de editie van afgelopen zaterdag 28 mei, publiceerde de krant een artikel waarin een medewerkster die melding had gedaan van vier aparte gevallen met betrekking tot de vermeende ongewenste seksuele intimiteiten vanwege de CEO van de Hakrinbank (HKB), stelde dat zij zich nu bedreigd en geïntimideerd voelt door deze man. Via haar advocaat heeft zij een schrijven gericht aan de governor van de Centrale Bank en tevens ook een brief verzonden via de deurwaarder naar de voormelde CEO over de wijze waarop zij onterecht wordt beschuldigd door de CEO. Op 18 mei 2021 heeft de voormelde medewerkster geheel te goeder trouw, via het digitaal klokkenluidersplatform van de Hakrinbank N.V., melding gedaan van de bij haar door vier vrouwelijke medewerkers, gedeponeerde klachten. De klachten hadden allen hetzelfde onderwerp, namelijk: vermeende ongewenste seksuele intimiteiten naar desbetreffende medewerkers toe, die volgens hun mondelinge verklaringen, gepleegd zijn door de algemeen directeur. Volgens artikel 3.9 van de Klokkenluidersregeling, mag een melding geen nadelige gevolgen hebben voor de melder. Deze bescherming komt concreet erop neer, dat de klokkenluidersregeling anonimiteit van de melder, in het bijzonder anonimiteit tegen degenen tegen wie er gemeld is, garandeert. Vervolgens heeft de medewerkster ervaren, dat alle bescherming voor haar als klokkenluider kwam weg te vallen, op het moment dat zij in een open gesprek met de CEO een onterechte beschuldiging over het delen van vertrouwelijke informatie met een derde partij heeft moeten aanhoren en zij vanwege de machtsongelijkheid tussen hem en haar, niet de durf heeft kunnen opbrengen zich hiertegen te verweren. Vervolgens heeft de medewerkster uit handen van de CEO (degene tegen wie zij een melding heeft gedaan) een brief in ontvangst moeten nemen, waarin hij aan haar, geheel onterecht en heel slinks verhuld als een zogenaamde daad van goed gezindheid, eigenlijk de disciplinaire maatregel van een schriftelijke waarschuwing oplegt. Dit zonder dat er ten overstaan van een onafhankelijke derde aan de medewerkster de gelegenheid is geboden tot hoor en wederhoor, dan wel verweer. Deze handeling is naar onze mening, het overtuigend bewijs dat de waarborgen van de klokkenluidersregeling door de CEO c.q. de Hakrinbank, mogelijk in zijn voordeel terzijde zijn/worden gezet. Hierdoor voelt de medewerkster zich momenteel enorm bedreigd, terwijl zij het recht heeft om haar werkzaamheden uit te voeren op een veilige werkplek, vrij van intimidatie, rancune en wraakacties. Het is zeer opmerkelijk dat terwijl de CEO zelf de regels van zijn eigen klokkenluidersregeling overtreedt, er ten onrechte sancties worden opgelegd aan de medewerkster. Aangezien de melding door haar tegen de CEO is gedaan, is hij het die zich dient te onthouden van elke bedreigende handeling en/of uiting tegenover haar.

More
articles