“Onze benadering is dat Tigri wat ons betreft, van Suriname is. Er is geen twijfel over, we hebben het beeld van onze kaart op basis van onze historie en de anderen hebben hun eigen beeld, maar wat ons betreft, is het gebied Surinaams grondgebied”, aldus minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking van Suriname (BiBiS). Volgens de minister mag het buitenland kaarten gebruiken die het juist vindt en kan Suriname hooguit protest aantekenen.
“Wij moeten ervoor zorgen dat wij de juiste kaart gebruiken en ik ben bezig naar zoveel mogelijk mensen/landen de juiste kaart van Suriname te distribueren. We hebben een programma daarvoor en we gaan intensiveren naar scholen enzovoorts. Dit duurt wat langer, omdat wij kopieën van de juiste kaart moeten printen, zodat elke school die in haar bezit heeft”, stelt de bewindsman. Hij is van mening, dat wij niet emotioneel moeten reageren op deze kwestie. “Deze kwestie moet rationeel en zakelijk worden bekeken. Suriname moet serieus zijn erover, maar men verwacht van mij een emotionele reactie, maar als verantwoordelijke bestuurder is dat niet de juiste aanpak en niet verantwoord”, aldus Ramdin.
‘’Het is belangrijk dat je met de buurlanden goede relaties hebt. Dat is noodzakelijk, omdat je aan elkaar grenst en vanwege de banden vanuit de gemeenschap.’’ Volgens de minister heeft Suriname een intensieve grensrelatie met zijn buurlanden en deze gebieden moeten zones van vrede blijven, waar er geen conflict heerst. “Anders kan je geen stabiele economische relatie ontwikkelen en ook geen sociale omgeving. Nu er grenzen zijn, moeten wij ervoor zorgen dat die gerespecteerd worden en dat doe je door een traject uit te zetten, waar die grenzen worden vastgesteld. Helaas hebben de koloniale mogendheden toen er niet voor gezorgd dat er een duidelijke vastlegging van de grenzen is.
Dit noch aan onze kant, noch aan de Guyanese kant.’’ De brief die in 1975 door de toenmalige Nederlandse minister-president, drs. Joop M. den Uyl is getekend, is volgens Ramdin descriptief en hij zegt dat wat we nu nodig hebben, coördinaten zijn. “De juiste coördinaten zijn pas in 2019 goed vastgesteld, dus het is pas recent dat we onze coördinaten goed hebben kunnen registreren. Dan moeten we nu ook kijken of we een case hebben opgebouwd internationaal, en we moeten aardig wat werk verzetten wat dat betreft. Suriname heeft een nationale grenscommissie die een traject heeft uitgezet om over de grens te praten en wij hebben nu pas op basis van de afspraken tussen beide landen een traject afgerond. Ik wacht op de rapportages en die zijn verlaat, omdat er ook vanuit Guyanese zijde rapportages niet zijn afgemaakt. Suriname is al zover, maar wij moeten ook ons commentaar geven op de rapportages van de Guyanezen. Wij volgen het traject en dat is uitgezet om het probleem en de grens vast te leggen”, aldus Ramdin. Daarnaast is Suriname een case aan het bouwen met betrekking tot deze zaak. In het kader hiervan heeft Ramdin de ambassadeur bij de United Nations (UN) gevraagd om na te gaan welke informatie er is gedeponeerd voor wat betreft de grens. “Er is gebleken dat er bij de bibliotheek van de UN weinig te vinden is omtrent deze grenssituatie, omdat wij niet hebben gedeponeerd. Er is veel werk te doen in deze kwestie en daarmee zijn we bezig”, vertelt de minister. Er is volgens hem ook een verzoek gericht aan de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), om alle informatie die betrekking heeft op de grens op te zoeken, zodat die ook kan worden toegevoegd aan het dossier. “Deze informatie zal samen met de kaart worden aangeboden aan de VN en de OAS. Dit zodat alles formeel geregistreerd is.”
-door Gladys Findlay-